Traduction de «werden zowel gastrointestinale als intra-tumorale » (Néerlandais → Français) :

Gastro-intestinale hemorragie In de studie bij patiënten met niet-reseceerbare en/of gemetastaseerde GIST werden zowel gastrointestinale als intra-tumorale hemorragieën gerapporteerd (zie rubriek 4.8). Gebaseerd op de beschikbare gegevens werden geen predisponerende factoren (bv. tumorgrootte, tumorlokatie, coagulatiestoornissen) geïdentificeerd waardoor patiënten met GIST een hoger risico voor een van beide typen hemorragie zouden hebben.
coagulation) n’a été identifié, prédisposant les patients atteints de GIST à un risque plus élevé de développer l’un ou l’autre des deux types d’hémorragies.

Gastro-intestinale hemorragie In de studie bij patiënten met niet-reseceerbare en/of gemetastaseerde GIST werden zowel gastrointestinale als intra-tumorale hemorragieën gerapporteerd (zie rubriek 4.8).
Hémorragies gastro-intestinales Dans l’étude clinique menée chez des patients atteints de GIST non resécables et/ou métastatiques, des hémorragies gastro-intestinales et intratumorales ont été rapportées (voir rubrique 4.8).

Intra-orale (zowel als extra-orale) radiografische opnamen werden ook in deze leeftijdsgroep significant meer geattesteerd bij personen zonder beperkingen (57% en 32%) dan bij personen met een beperking (40% en 25%).
Un nombre significativement supérieur de radiographies intra-orales (et également extra-orales) a également été attesté dans ce groupe d’âge parmi les personnes non limitées (57% et 32%) par rapport aux personnes limitées (40% en 25%).

Intra-orale (zowel als extra-orale) radiografische opnamen werden in beide groepen slechts bij minder dan de helft van de volwassenen (47% en 40%) geattesteerd.
Des radios intra-orales (aussi bien qu’extra-orales) n’ont été attestées dans les deux groupes que chez moins de la moitié des adultes (47% et 40%).

Intra-orale (zowel als extra-orale) radiografische opnamen werden in beide groepen slechts bij een derde (28% en 34%) van de jongeren geattesteerd.
Des radios intra-orales (aussi bien qu’extra-orales) n’ont été attestées dans les deux groupes que chez un tiers (28% et 34%) des jeunes.