Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "werden behandeld met risedronaat " (Nederlands → Frans) :

Bijwerkingen die werden gerapporteerd in klinische fase III-studies bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose die gedurende tot 36 maanden werden behandeld met risedronaat 5 mg/dag (n=5.020) of een placebo (n=5.048) en die mogelijk of waarschijnlijk konden worden toegeschreven aan risedronaat, worden hieronder opgesomd volgens de volgende conventie (incidenties versus placebo worden tussen haakjes weergegeven): zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100; < 1/10); soms (≥1/1.000 ; < 1/100); zelden (≥1/10.000; < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000).

Les événements indésirables rapportés dans les essais cliniques de phase III chez les femmes ménopausées ostéoporotiques traitées jusqu'à 36 mois par du risédronate 5 mg/jour (n = 5020) ou par placebo (n = 5048) et considérés comme éventuellement ou probablement liés au risédronate sont énumérés ci-dessous à l’aide de la convention suivante (incidence des événements indésirables versus placebo notée entre parenthèses) : Très fréquent (≥ 1/10) ; fréquent (≥ 1/100 ; < 1/10) ; peu fréquent (≥ 1/1.000 ; < 1/100) ; rare (≥ 1/10.000 ; < 1/1.000) ; très rare (< 1/10.000).


Gebruikers van acetylsalicylzuur/NSAID’s: bij patiënten die regelmatig acetylsalicylzuur of NSAID’s gebruikten (3 of meer dagen per week), was de incidentie van hoge gastro-intestinale bijwerkingen bij de patiënten die werden behandeld met risedronaat vergelijkbaar met die van de patiënten in de controlegroep.

Utilisateurs de l’acide acétylsalicylique/AINS : Parmi les utilisateurs réguliers d’acide acétylsalicylique ou d’AINS (3 jours ou plus par semaine), l’incidence d’événements indésirables du tractus gastro-intestinal supérieur était similaire chez les patients traités par risédronate sodique et chez les patients témoins.


Bijwerkingen die werden gerapporteerd in klinische fase III-studies bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose die gedurende tot 36 maanden werden behandeld met natriumrisedronaat 5 mg/dag (n=5.020) of een placebo (n=5.048) en die mogelijk of waarschijnlijk konden worden toegeschreven aan risedronaat, worden hieronder opgesomd volgens de volgende conventie (incidenties versus placebo worden tussen haakjes weergegeven): zeer vaak ( ...[+++]

Les événements indésirables rapportés dans les essais cliniques de phase III chez les femmes ménopausées ostéoporotiques traitées jusqu'à 36 mois par du risédronate sodique 5 mg/jour (n = 5020) ou par placebo (n = 5048) et considérés comme éventuellement ou probablement liés au risédronate sont énumérés ci-dessous à l’aide de la convention suivante (incidence des événements indésirables versus placebo notée entre parenthèses) : Très fréquent (≥ 1/10) ; fréquent (≥ 1/100 ; < 1/10) ; peu fréquent (≥ 1/1.000 ; < 1/100) ; rare (≥ 1/10.000 ; < 1/1.000) ; très rare (< 1/10.000).


Bij de vrouwen die regelmatig acetylsalicylzuur of NSAID’s gebruikten (3 of meer dagen per week), was de incidentie van hoge gastro-intestinale bijwerkingen bij de patiënten die met risedronaat werden behandeld, vergelijkbaar met die in de controlegroep.

Parmi les femmes utilisant régulièrement de l’acide acétylsalicylique ou des AINS (3 jours ou plus par semaine), l’incidence d’événements indésirables du tractus gastro-intestinal supérieur était similaire chez les patientes traitées par risédronate sodique et chez les patientes témoins.


Van de patiënten die langer dan 52 weken onder behandeling stonden (mediane duur 96 weken), werd na de laatste dosis bij 81% van de 243 patiënten die met entecavir werden behandeld, en bij 39% van de 164 patiënten die met lamivudine werden behandeld, een HBV DNA-waarde van minder dan 300 kopieën/ml gemeten met PCR terwijl normalisatie van de ALAT-spiegel (≤ 1 keer ULN) werd gemeten bij 79% van de patiënten die met entecavir werden behandeld en bij 68% van de patiënten die met lamivudine werden behandeld.

Lors des dernières analyses biologiques, parmi les patients ayant continué leur traitement au-delà de 52 semaines (médiane de 96 semaines), 81% des 243 patients traités par l'entecavir et 39% des 164 patients traités par la lamivudine avaient un ADN du VHB < 300 copies/ml par PCR, tandis qu’une normalisation des ALAT (≤ 1 fois LSN) était mise en évidence chez 79% des patients traités par l'entecavir et chez 68% des patients traités par la lamivudine.


Onder de patiënten die voldeden aan de responscriteria van het protocol, hield de respons de volle 24 weken van de follow-up na behandeling aan bij 75% (83/111) van de patiënten die met entecavir werden behandeld versus 73% (68/93) van de patiënten die met lamivudine werden behandeld in studie 022, en bij 46% (131/286) van de patiënten die met entecavir werden behandeld versus 31% (79/253) van de patiënten die met lamivudine werden behandeld in studie 027. Op 48 weken follow-up na behandeling verloor een substantieel deel van de HBeAg negatieve patiënten ...[+++]

Pour les patients qui ont présenté les critères de réponse définis par le protocole, la réponse a été maintenue pendant les 24 semaines de suivi chez 75% des patients répondeurs à l'entecavir (83/111) versus 73% des répondeurs à la lamivudine (68/93) dans l'étude 022, et chez 46% des patients


In dit onderzoek werden 570 proefpersonen behandeld met Bosulif, onder wie CF-CML-patiënten die eerder waren behandeld met slechts 1 eerdere TKI (imatinib), CF-CML-patiënten die eerder waren behandeld met imatinib en minstens 1 aanvullende TKI (dasatinib en/of nilotinib), CML-patiënten in de acceleratiefase of blastaire fase die eerder werden behandeld met minstens 1 TKI (imatinib) en patiënten met Ph+-ALL die eerder werden behandeld met minstens 1 TKI (imatinib).

Au cours de cet essai, 570 sujets ont été traités avec Bosulif, dont des patients atteints de LMC PC précédemment traités avec un seul ITK (imatinib), des patients atteints de LMC PC précédemment traités avec de l'imatinib et au moins un ITK supplémentaire (dasatinib et/ou nilotinib), des patients atteints de LMC en phase accélérée ou en crise blastique précédemment traités avec un ITK au moins (imatinib) et des patients atteints de LLA Ph+ précédemment traités avec un ITK au moins (imatinib).


Op grond van een analyse van de samengevoegde gegevens van gecontroleerde klinische studies is een bevestigde stijging van de alanineaminotransferase- of de aspartaataminotransferasespiegel tot meer dan 3-maal de bovenste limiet van het normale (BLN) opgetreden bij 0,2% van de patiënten die werden behandeld met fluvastatine capsules 20 mg/dag, bij 1,5% tot 1,8% van de patiënten die werden behandeld met fluva ...[+++]

Les méta-analyses d’essais cliniques contrôlés ont confirmé une élévation des taux d’alanine aminotransférase ou d’aspartate aminotransférase jusqu’à plus de 3 fois la limite supérieure de la normale (LSN), observée chez 0,2% des patients prenant des gélules de fluvastatine à 20 mg/jour, chez 1,5% à 1,8% des patients prenant des gélules de fluvastatine à 40 mg/jour, chez 1,9% des patients prenant des gélules de fluvastatine à 80 mg/jour et chez 2,7% à 4,9% des patients prenant des gélules de fluvastatine à 40 mg deux fois par jour.


Tekenen van overdosering werden waargenomen in toxiciteitsstudies bij gezonde honden, die gedurende 39 weken werden behandeld met doses die ongeveer tweemaal hoger waren dan de aanbevolen dosis (25 mg masitinib), honden die werden behandeld gedurende 13 weken en gedurende 4 weken met doses die ongeveer drie maal hoger waren dan de aanbevolen dosis (41,7 mg masitinib), en honden die gedurende 4 weken werden behandeld met doses die ongeveer tien maal hoger waren dan de aanbevolen dosis (125 mg masitinib).

Des signes de surdosage ont été observés lors des études de toxicité menées sur des chiens sains, traités pendant 39 semaines avec environ 2 fois la dose recommandée (25 mg de masitinib), pendant 13 semaines et 4 semaines avec environ 3 fois la dose recommandée (41,7 mg de masitinib) et pendant 4 semaines avec environ 10 fois la dose recommandée (125 mg de masitinib).


Hoesten en angio-oedeem werden minder vaak gerapporteerd bij patiënten die werden behandeld met telmisartan dan bij patiënten die werden behandeld met ramipril, terwijl hypotensie vaker werd gerapporteerd bij telmisartan.

La toux et les angio-oedèmes ont été moins fréquemment rapportés chez les patients traités par telmisartan par rapport aux patients traités par ramipril, alors que l’hypotension a été plus fréquemment rapportée avec le telmisartan.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'werden behandeld met risedronaat' ->

Date index: 2023-03-07
w