Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.

Traduction de «week 48-waarden » (Néerlandais → Français) :

LDL (mg/dl) 98,8 110,0 +9 98,3 109,5 +7 HDL (mg/dl) 38,8 52,2 +32 39,0 50,0 +27 Totaal cholesterol (mg/dl) 163,8 186,5 +13 163,2 183,8 +11 Totaal cholesterol/HDL 4,4 3,8 -14 4,4 3,9 -12 Triglyceriden (mg/dl) 131,2 124,5 -9 132,8 127,5 -7 * Percentage wijziging is de mediaan van wijzigingen binnen een patiënt vanaf baseline bij patiënten met zowel baseline- en week 48-waarden; het is niet gewoon het verschil tussen respectievelijk de baselinewaarden en de gemiddelde waarden in week 48.

LDL (mg/dl) 98,8 110,0 +9 98,3 109,5 +7 HDL (mg/dl) 38,8 52,2 +32 39,0 50,0 +27 Cholestérol 163,8 186,5 +13 163,2 183,8 +11 total (mg/dl) Cholestérol 4,4 3,8 -14 4.4 3,9 -12 total/HDL Triglycérides 131,2 124,5 -9 132,8 127,5 -7 (mg/dl) * Le pourcentage de changement est la médiane des changements intra-patients par rapport aux valeurs initiales pour les patients disposant de valeurs initiales et à 48 semaines, mais il ne constitue pas une simple différence entre les valeurs initiales et les valeurs moyennes à la semaine 48.


n=419 LDL (mg/dl) 98,8 110,0 +9 98,3 109,5 +7 HDL (mg/dl) 38,8 52,2 +32 39,0 50,0 +27 Totaal cholesterol (mg/dl) 163,8 186,5 +13 163,2 183,8 +11 Totaal cholesterol/HDL 4,4 3,8 -14 4,4 3,9 -12 Triglyceriden (mg/dl) 131,2 124,5 -9 132,8 127,5 -7 * Percentage wijziging is de mediaan van wijzigingen binnen een patiënt vanaf baseline bij patiënten met zowel baseline- en week 48-waarden; het is niet gewoon het verschil tussen respectievelijk de baselinewaarden en de gemiddelde waarden in week 48.

LDL (mg/dl) 98,8 110,0 +9 98,3 109,5 +7 HDL (mg/dl) 38,8 52,2 +32 39,0 50,0 +27 Cholestérol 163,8 186,5 +13 163,2 183,8 +11 total (mg/dl) Cholestérol 4,4 3,8 -14 4,4 3,9 -12 total /HDL Triglycérides 131,2 124,5 -9 132,8 127,5 -7 (mg/dl) * Le pourcentage de changement est la médiane des changements intra-patients par rapport aux valeurs initiales pour les patients disposant de valeurs initiales et à 48 semaines, mais il ne constitue pas une simple différence entre les valeurs initiales et les valeurs moyennes à la semaine 48.


# Voorspelde verschillen in responspercentages (95%-BI): voor de week-48-analyse: 1,6% (-2,2%; 5,3%) en voor de week-96-analyse: -0,4% (-4,6%; 3,8%); beide p-waarden < 0,0001 (non-inferioriteit bij een grens van 12%) op basis van het logistisch regressiemodel, inclusief stratificatiefactoren en studie.

Dans l’analyse compilée des études ECHO et THRIVE à 96 semaines, la variation moyenne par rapport à l’inclusion du taux de CD4+ a été de +228 × 10 6 cellules/l dans le groupe EDURANT et de +219 × 10 6 cellules/l dans le groupe éfavirenz [différence estimée entre les traitements (IC à 95%) : 11,3(-6,8 ; 29,4)].


Na subcutane toediening van 24 mg/m 2 (tot maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken aan patiënten met polyarticulaire juveniele idiopathische artritis (JIA) in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar was de gemiddelde steady-state dalconcentratie (waarden gemeten van week 20 tot week 48) van adalimumab in serum 5,6 ± 5,6 μg/ml (102% CV) voor Humira monotherapie en 10,9 ± 5,2 μg/ml (47,7% CV) voor gebruik in combinatie met methotrexaat.

Après administration sous-cutanée de 24 mg/m 2 (jusqu’à un maximum de 40 mg) toutes les deux semaines chez des patients atteints d’arthrite juvénile idiopathique (AJI) polyarticulaire âgés de 4 à 17 ans, la concentration sérique résiduelle moyenne de l’adalimumab (valeurs mesurées des semaines 20 à 48) a été de 5,6 ± 5,6 µg/ml (CV 102 %) lorsqu’Humira était utilisé en monothérapie et de 10,9 ± 5,2 µg/ml (CV 47,7 %) en cas d’administration concomitante avec le méthotrexate.


Non-inferioriteit werd aangetoond tussen fosamprenavir toegediend samen met ritonavir en lopinavir/ritonavir op basis van de verhouding van de patiënten die plasma-HIV-1 RNA-waarden < 400 kopieën/ml bereikten in week 48 (primair eindpunt). In de “Time to loss of virological response (TLOVR)” analyse van de ITT(E) populatie, was het percentage patiënten dat < 400 kopieën/ml bereikte 73% (315/434) in de fosamprenavir met ritonavir-groep vergeleken met 71% (317/444) van de patiënten die lopinavir/ritonavir kregen toegediend, met een 95% betrouwbaarheidsinterval van het verschi ...[+++]

Of Virological Response ») pour la population en intention de traiter exposée (ITTe), le pourcentage de patients atteignant des taux plasmatiques d’ARN VIH-1 < 400 copies/ml était de 73 % (315 / 434) dans le groupe fosamprénavir associé au ritonavir comparé à 71 % des patients (317 / 444) recevant lopinavir / ritonavir (intervalle de confiance à 95 % de la différence : [-4,84 % ; 7,05 %]).


Tijdens onderzoek GS-US-174-0103 had een significant hoger percentage patiënten in de tenofovirdisoproxilfumaraatgroep genormaliseerde ALAT-waarden en bereikte HBsAg-verlies in week 48, vergeleken met de adefovirdipivoxilgroep (zie tabel 3 hieronder).

Lors de l’étude GS-US-174-0103, une proportion significativement plus grande de patients dans le groupe fumarate de ténofovir disoproxil, par rapport aux patients du groupe adéfovir dipivoxil, a présenté un taux d’ALAT normalisé et a obtenu une négativation de l’AgHBs à la semaine 48 (voir le Tableau 3 ci-dessous).


Non-inferioriteit werd aangetoond tussen fosamprenavir toegediend samen met ritonavir en lopinavir/ritonavir op basis van de verhouding van de patiënten die plasma-HIV-1 RNA-waarden < 400 kopieën/ml bereikten in week 48 (primair eindpunt).

La non-infériorité entre fosamprénavir co-administré avec ritonavir et lopinavir / ritonavir a été démontrée sur la base du pourcentage de patients atteignant des taux plasmatiques d’ARN VIH-1 < 400 copies/ml à 48 semaines (critère d’évaluation principal).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'week 48-waarden' ->

Date index: 2022-01-10
w