Onderhavig koninklijk besluit voorziet in de artikelen 2 en 4 in uitzonderingen op de vermelde maatregelen voor rassen waarbij het ARR-allel een frequentie van minder dan 25% heeft en voor rassen waarvan het houden dreigt te worden beëindigd.
Le projet d’arrêté royal prévoit, aux articles 2 et 4, des dérogations aux mesures précitées pour les races pour lesquelles la fréquence de l’allèle ARR est inférieure à 25% et les races qui sont menacées d’abandon.