Traduction de «vrouwen van 20-24 » (Néerlandais → Français) :

Leeftijdsgroep Arbeiders Bedienden Totaal Vrouwen Vrouwen < 20 388 73 461 20 - 24 7 354 3 936 11 290 25 - 29 12 938 20 609 33 547 30 - 34 7 035 16 391 23 426 35 - 39 2 107 4 220 6 327 40 - 44 324 425 749 45 - 49 9 11 20 > 49 1 1 2 Totaal 30 156 45 666 75 822 Bron : RIZIV - Directie financiën en statistieken van de Dienst uitkeringen
< 20 388 73 461 20 - 24 7 354 3 936 11 290 25 - 29 12 938 20 609 33 547 30 - 34 7 035 16 391 23 426 35 - 39 2 107 4 220 6 327 40 - 44 324 425 749 45 - 49 9 11 20 > 49 1 1 2 Total 30 156 45 666 75 822 Source : INAMI - Service des indemnités - Direction finances et statistiques

Tabel 5 - Aantal invaliden per leeftijdsgroep - Stand op 31 december 2008 Leeftijdsgroep Arbeiders Arbeiders Bedienden Bedienden Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen < 20 4 3 0 0 7 20 - 24 449 390 36 119 994 25 - 29 1.803 1.654 259 830 4.546 30 - 34 3.415 3.382 576 1.951 9.324 35 - 39 5.985 6.462 1.065 3.576 17.088 40 - 44 9.687 9.568 1.577 5.780 26.612 45 - 49 13.910 13.072 2.341 7.548 36.871 50 - 54 18.772 15.535 3.185 8.627 46.119 55 - 59 23.267 14.898 4.325 8.277 50.767 60 - 64 20.537 9.501 4.398 5.059 39.495 > 64 271 0 59 0 330 Totaal 98.100 74.465 17.821 41.767 232.153
Tableau 5 - Effectif des invalides par groupe d’âge au 31 décembre 2008 Groupe d’âge Ouvriers Ouvriers Employés Employés Total Hommes Femmes Hommes Femmes < 20 4 3 0 0 7 20 - 24 449 390 36 119 994 25 - 29 1.803 1.654 259 830 4.546 30 - 34 3.415 3.382 576 1.951 9.324 35 - 39 5.985 6.462 1.065 3.576 17.088

Tabel 5 - Aantal invaliden per leeftijdsgroep - Stand op 31 december 2010 Leeftijdsgroep Arbeiders Arbeiders Bedienden Bedienden Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen < 20 6 0 1 1 8 20 - 24 516 481 60 192 1.249 25 - 29 1.948 1.868 289 970 5.075 30 - 34 3.802 3.947 662 2.362 10.773 35 - 39 6.281 6.720 1.182 4.021 18.204 40 - 44 9.952 10.506 1.643 6.144 28.245 45 - 49 15.228 14.811 2.531 8.573 41.143 50 - 54 19.979 17.532 3.343 9.706 50.560 55 - 59 24.018 17.589 4.559 9.876 56.042 60 - 64 21.873 12.836 4.519 6.836 46.064 > 64 273 150 57 92 572 Totaal 103.876 86.440 18.846 48.773 257.935
Tableau 5 - Effectif des invalides par groupe d’âge, au 31 décembre 2010 Groupe d’âge Ouvriers Ouvriers Employés Employés Total Hommes Femmes Hommes Femmes < 20 6 0 1 1 8 20 - 24 516 481 60 192 1.249 25 - 29 1.948 1.868 289 970 5.075 30 - 34 3.802 3.947 662 2.362 10.773 35 - 39 6.281 6.720 1.182 4.021 18.204 40 - 44 9.952 10.506 1.643 6.144 28.245 45 - 49 15.228 14.811 2.531 8.573 41.143 50 - 54 19.979 17.532 3.343 9.706 50.560 55 - 59 24.018 17.589 4.559 9.876 56.042 60 - 64 21.873 12.836 4.519 6.836 46.064 > 64 273 150 57 92 572 Total 103.876 86.440 18.846 48.773 257.935

Voor wervelfracturen is met alendronaat, ibandroninezuur en risedronaat, dagelijks toegediend, een daling van het risico aangetoond; bij vrouwen met osteoporose en antecedenten van wervelfractuur (dus vrouwen met het hoogste fractuurrisico) worden in studies over een periode van 3 jaar Numbers Needed tot Treat(NNT’s) gevonden van 16 à 20, d.w.z. dat 16 à 20 vrouwen gedurende drie jaar moesten behandeld worden om bij één vrouw een wervelfractuur te voorkómen.
En ce qui concerne les fractures vertébrales, une diminution du risque a été démontrée avec l' alendronate, l' acide ibandronique et le risédronate, administrés quotidiennement; chez des femmes ostéoporotiques avec des antécédents de fractures vertébrales (c.-à-d. les femmes avec le risque de fracture le plus élevé), des Numbers Needed tot Treat (NNT’s) de 16 à 20 ont été retrouvés dans des études d' une durée de 3 ans; cela signifie que 16 à 20 femmes devaient être traitées pendant 3 ans pour prévenir une fracture vertébrale chez une femme.

Tabel 5 - Aantal invaliden per leeftijdsgroep - Stand op 31 december 2009 Leeftijdsgroep Arbeiders Arbeiders Bedienden Bedienden Totaal Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen < 20 4 3 0 0 7 20 - 24 496 454 46 168 1.164 25 - 29 1.897 1.772 256 890 4.815 30 - 34 3.551 3.674 640 2.133 9.998 35 - 39 6.191 6.555 1.108 3.655 17.509
Tableau 5 - Effectif des invalides par groupe d’âge, au 31 décembre 2009 Groupe d’âge Ouvriers Ouvriers Employés Employés Total Hommes Femmes Hommes Femmes < 20 4 3 0 0 7 20 - 24 496 454 46 168 1.164 25 - 29 1.897 1.772 256 890 4.815 30 - 34 3.551 3.674 640 2.133 9.998 35 - 39 6.191 6.555 1.108 3.655 17.509

Voor wervelfracturen is met alendronaat, ibandroninezuur en risedronaat, dagelijks toegediend, een daling van het risico aangetoond; bij vrouwen met osteoporose en antecedenten van wervelfractuur (dus vrouwen met het hoogste fractuurrisico) worden in studies over een periode van 3 jaar Numbers Needed tot Treat (NNT’s) gevonden van 16 à 20, d.w.z. dat 16 à 20 vrouwen gedurende drie jaar moesten behandeld worden om bij één vrouw een wervelfractuur te voorkómen.
En ce qui concerne les fractures vertébrales, une diminution du risque a été démontrée avec l'alendronate, l'acide ibandronique et le risédronate, administrés quotidiennement; chez des femmes ostéoporotiques avec des antécédents de fractures vertébrales (c.-à-d. les femmes avec le risque de fracture le plus élevé), des Numbers Needed tot Treat (NNT’s) de 16 à 20 ont été retrouvés dans des études d'une durée de 3 ans; cela signifie que 16 à 20 femmes devaient être traitées pendant 3 ans pour prévenir une fracture vertébrale chez une femme.

ATC Therapeutische Hoofdgroep Vrouwen Mannen 0-20 jaar 21-40 jaar 41-60 jaar 61-80 jaar 81 jaar en + 0-20 jaar 21-40 jaar 41-60 jaar 61-80 jaar 81 jaar en + L03 IMMUNOSTIMULANTIA 0,0 0,6 0,9 0,3 0,0 0,0 0,3 0,5 0,4 0,2 L04 IMMUNOSUPPRESSIVA 0,2 1,0 1,8 1,5 0,4 0,2 1,2 2,3 2,3 0,5 M01 ANTI-INFLAMMATOIRE EN ANTIREUMATISCHE MIDDELEN 6,9 28,2 52,3 110,7 105,1 5,3 23,2 38,4 68,1 69,7 M03 SPIERRELAXANTIA 0,1 0,3 0,9 1,0 0,7 0,1 0,5 1,0 1,4 0,8 M04 JICHTMIDDELEN 0,0 0,2 2,9 13,0 17,5 0,1 1,5 16,2 38,2 32,7 M05 MIDDELEN VOOR DE BEHANDELING VAN BEENDERZIEKTEN 0,0 0,1 5,1 33,5 24,1 0,0 0,0 0,2 0,7 0,7 M09 OVERIGE MIDDELEN VOOR AANDOENINGEN VAN HET SKELETSPIERSTELSE 0,1 0,7 1,6 1,4 0,7 0,0 0,1 0,4 0,6 0,4 N01 ANESTHETICA 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 N02 ANALGETICA 0,2 3,3 13,4 30,8 47,5 0,1 2,9 11,1 20,7 23,8 N03 ANTI-EPILEPTICA 2,2 5,9 8,9 8,8 8,0 2,6 7,4 10,2 10,7 9,5 N04 PARKINSONMIDDELEN 0,0 0,5 1,9 12,7 26,7 0,1 0,9 2,7 15,2 26,4 N05 PSYCHOLEPTICA 0,5 5,2 13,6 15,1 25,2 1,2 8,0 12,7 10,8 15,1 N06 PSYCHOANALEPTICA 2,7 39,2 90,8 110,9 156,7 1,6 18,7 41,1 51,4 81,1 N07 OVERIGE MIDDELEN VOOR HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL 0,1 1,8 7,4 24,4 45,3 0,1 1,0 3,7 12,5 28,5 P01 ANTIPROTOZOAIRE MIDDELEN 0,0 0,2 0,2 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 P02 ANTHELMINTHICA 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 R01 MIDDELEN VOOR NASAAL GEBRUIK 6,9 10,7 12,9 13,5 9,6 7,8 8,4 11,0 15,7 11,4 R03 MIDDELEN VOOR OBSTRUCTIEVE AANDOENINGEN VAN DE LUCHTWEGEN 20,7 21,9 46,8 91,0 92,9 28,0 20,3 50,0 185,1 210,0 R05 HOEST- EN VERKOUDHEIDSMIDDELEN 0,9 2,3 4,8 10,1 16,3 0,9 1,7 4,8 23,3 37,8 R06 ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 9,8 13,4 18,6 22,0 30,5 11,3 8,7 10,3 14,6 22,5 R07 OVERIGE MIDDELEN VOOR HET ADEMHALINGSSTELSEL 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 S01 MIDDELEN VOOR OOGHEELKUNDIG GEBRUIK 3,1 3,0 10,5 48,3 82,3 3,3 2,9 9,5 41,1 71,5 S02 MIDDELEN VOOR OORHEELKUNDIG GEBRUIK 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 S03 OOG- EN OORHEELKUNDIGE MIDDELEN 4,1 2,4 3,5 6,9 10,5 6,5 1,8 2,5 5,7 9 ...
ATC Groupe thérapeutique principal Femmes Hommes 0-20 ans 21-40 ans 41-60 ans 61-80 ans 81 ans et + 0-20 ans 21-40 ans 41-60 ans 61-80 ans 81 ans et + L03 IMMUNOSTIMULANTS 0,0 0,6 0,9 0,3 0,0 0,0 0,3 0,5 0,4 0,2 L04 IMMUNOSUPPRESSEURS 0,2 1,0 1,8 1,5 0,4 0,2 1,2 2,3 2,3 0,5 M01 ANTI-INFLAMMATOIRES ET ANTIRHUMATISMAUX 6,9 28,2 52,3 110,7 105,1 5,3 23,2 38,4 68,1 69,7 M03 MYORELAXANTS 0,1 0,3 0,9 1,0 0,7 0,1 0,5 1,0 1,4 0,8 M04 ANTIGOUTTEUX 0,0 0,2 2,9 13,0 17,5 0,1 1,5 16,2 38,2 32,7 M05 MEDICAMENTS POUR LE TRAITEMENT DES MALADIES OSSEUSES 0,0 0,1 5,1 33,5 24,1 0,0 0,0 0,2 0,7 0,7 M09 SYSTEME MUSCULAIRE ET SQUELETTIQUE, AUTRES PREPARATIONS 0,1 0,7 1,6 1,4 0,7 0,0 0,1 0,4 0,6 0,4 N01 ANESTHESIQUES 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 N02 ANALGESIQUES 0,2 3,3 13,4 30,8 47,5 0,1 2,9 11,1 20,7 23,8 N03 ANTIEPILEPTIQUES 2,2 5,9 8,9 8,8 8,0 2,6 7,4 10,2 10,7 9,5 N04 ANTIPARKINSONIENS 0,0 0,5 1,9 12,7 26,7 0,1 0,9 2,7 15,2 26,4 N05 PSYCHOLEPTIQUES 0,5 5,2 13,6 15,1 25,2 1,2 8,0 12,7 10,8 15,1 N06 PSYCHOANALEPTIQUES 2,7 39,2 90,8 110,9 156,7 1,6 18,7 41,1 51,4 81,1 N07 AUTRES MEDICAMENTS DU SYSTEME NERVEUX CENTRAL 0,1 1,8 7,4 24,4 45,3 0,1 1,0 3,7 12,5 28,5 P01 ANTIPROTOZOAIRES 0,0 0,2 0,2 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 P02 ANTIHELMINTIQUES 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 R01 PREPARATIONS POUR LE TRAITEMENT DES AFFECTIONS NASALES 6,9 10,7 12,9 13,5 9,6 7,8 8,4 11,0 15,7 11,4 R03 PREPARATIONS POUR LES AFFECTIONS RESPIRATOIRES OBSTRUCTIVES 20,7 21,9 46,8 91,0 92,9 28,0 20,3 50,0 185,1 210,0 R05 ANTITUSSIFS ET PREPARATIONS CONTRE LES REFROIDISSEMENTS 0,9 2,3 4,8 10,1 16,3 0,9 1,7 4,8 23,3 37,8 R06 ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 9,8 13,4 18,6 22,0 30,5 11,3 8,7 10,3 14,6 22,5 R07 AUTRES PREPARATIONS POUR LE SYSTEME RESPIRATOIRE 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 S01 PREPARATIONS OPHTALMIQUES 3,1 3,0 10,5 48,3 82,3 3,3 2,9 9,5 41,1 71,5 S02 PREPARATIONS A USAGE AURICULAIRE 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 S03 PREPARATIONS A USAGE OPHTALMIQUE ET AURICULAI ...

Arbeiders Mannen 34,58 35,07 35,79 36,86 38,20 Vrouwen 22,90 23,29 23,92 24,66 25,99 Totaal 28,90 29,41 30,14 30,98 32,22 Bedienden Mannen 39,08 39,45 40,05 40,97 42,02 Vrouwen 28,61 29,10 29,67 30,40 31,79 Totaal 29,50 31,48 32,18 32,85 34,02 Algemeen totaal 29,05 29,94 30,68 31,48 32,71 Evolutie t.o.v. vorig jaar 3,06% 2,46% 2,60% 3,91% Bron : RIZIV - Dienst uitkeringen - Directie financiën en statistieken
Ouvriers Hommes 34,58 35,07 35,79 36,86 38,20 Femmes 22,90 23,29 23,92 24,66 25,99 Total 28,90 29,41 30,14 30,98 32,22 Employés Hommes 39,08 39,45 40,05 40,97 42,02 Femmes 28,61 29,10 29,67 30,40 31,79 Total 29,50 31,48 32,18 32,85 34,02 Total général 29,05 29,94 30,68 31,48 32,71 Evolution par rapport à l'année précédente 3,06% 2,46% 2,60% 3,91%

Evolutie van de gemiddelde kostprijs per rechthebbende van 2005 tot 2007 (2005 = 100) VROUWEN - MANNEN Leeftijd Algemene regeling Regeling der zelfstandigen Algemeen Zonder voorkeurregeling Met voorkeurregeling Totaal Totaal totaal 0 tot 9 jaar 110,41 109,78 106,37 105,22 110,24 115,89 116,42 116,13 110,28 10 tot 19 jaar 110,87 109,21 118,42 117,62 112,64 105,51 118,17 111,90 112,59 20 tot 29 jaar 108,23 108,72 107,36 102,14 109,17 121,17 103,90 113,86 109,20 30 tot 39 jaar 109,30 107,30 105,55 107,14 109,29 112,17 107,30 109,40 109,23 40 tot 49 jaar 108,37 107,09 107,66 105,11 108,26 106,60 102,54 104,08 107,84 50 tot 59 jaar 107,67 107,10 111,66 107,39 107,86 107,44 99,94 102,92 107,53 60 tot 69 jaar 105,38 103,97 110,01 107,99 104,91 111,77 104,76 107,92 105,20 70 tot 79 jaar 104,89 103,88 110,17 107,61 105,41 111,29 109,93 110,60 105,76 80 tot 89 jaar 105,26 105,15 109,05 107,93 106,34 111,12 112,55 111,53 106,67 90 jaar en + 104,84 107,91 106,37 107,50 105,82 114,08 108,71 112,60 106,47 Totaal 108,89 108,29 107,93 106,46 108,20 111,57 107,37 109,31 108,24
Evolution du coût moyen par bénéficiaire de 2005 à 2007 (2005 = 100) FEmmes - HOmmes Âge Régime général Régime indépendant Total non BIM BIM Total Total général jusqu’à 9 ans 110,41 109,78 106,37 105,22 110,24 115,89 116,42 116,13 110,28 10 à 19 ans 110,87 109,21 118,42 117,62 112,64 105,51 118,17 111,90 112,59 20 à 29 ans 108,23 108,72 107,36 102,14 109,17 121,17 103,90 113,86 109,20 30 à 39 ans 109,30 107,30 105,55 107,14 109,29 112,17 107,30 109,40 109,23 40 à 49 ans 108,37 107,09 107,66 105,11 108,26 106,60 102,54 104,08 107,84 50 à 59 ans 107,67 107,10 111,66 107,39 107,86 107,44 99,94 102,92 107,53 60 à 69 ans 105,38 103,97 110,01 107,99 104,91 111,77 104,76 107,92 105,20 70 à 79 ans 104,89 103,88 110,17 107,61 105,41 111,29 109,93 110,60 105,76 80 à 89 ans 105,26 105,15 109,05 107,93 106,34 111,12 112,55 111,53 106,67 90 ans et + 104,84 107,91 106,37 107,50 105,82 114,08 108,71 112,60 106,47 Total 108,89 108,29 107,93 106,46 108,20 111,57 107,37 109,31 108,24

- Het risico van borstkanker (invasief en in situ ductaal carcinoom) was 32% [95%-betrouwbaarheidsinterval: 8 tot 50%] lager bij de vrouwen die tamoxifen (20 mg p.d) kregen dan bij de vrouwen op placebo.
- Le risque de cancer du sein (invasif et carcinome ductal in situ) était diminué de 32 % [intervalle de confiance à 95%: 8 à 50%] chez les femmes qui prenaient du tamoxifène (20 mg p.j) par rapport aux femmes sous placebo.