Traduction de «voorkomende bijwerkingen alopecia » (Néerlandais → Français) :

Zeer vaak voorkomende bijwerkingen Alopecia; Nagelaandoeningen (ernstig 0,7%); Huidreactie (G3/4: 0,2%) Myalgie (ernstig 0,5%)
Neutropénie (G3/4: 32%); Neutropénie fébrile (incluant la neutropénie associée à de la fièvre et à l’utilisation d’antibiotiques) ou neutropénie avec sepsis Anorexie

Zeer vaak voorkomende Vaak voorkomende bijwerkingen bijwerkingen Misselijkheid (G3/4: 5%); Stomatitis (G3/4: 7,8%); Diarree (G3/4: 6,2%); Braken (G3/4: 5%); Constipatie Alopecia; Nagelaandoeningen (ernstig 0,4%); Huidreactie (niet ernstig) Myalgie
Neuropathie sensitive périphérique (G3: 3,7%); Neuropathie motrice périphérique (G3/4: 2%) Affections cardiaques Arythmie (G3/4: 0,7%) Insuffisance cardiaque

De meest voorkomende bijwerkingen zijn myelosuppressie, gastro-intestinale bijwerkingen, anorexie, alopecia en infecties.
Les effets indésirables les plus fréquents sont la dépression médullaire, les effets secondaires sur l’appareil digestif, l’anorexie, l’alopécie et l’infection.

Samenvatting van het veiligheidsprofiel De meest voorkomende bijwerkingen (> 30%) die bij vemurafenib werden gemeld zijn gewrichtspijn, vermoeidheid, uitslag, lichtgevoeligheidsreacties, misselijkheid, alopecia en pruritus.
Résumé du profil de tolérance Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés (> 30 %) avec le vemurafenib ont été les suivants : arthralgies, fatigue, éruption cutanée, réaction de photosensibilité, nausées, alopécie et prurit.

Zeer vaak voorkomende bijwerkingen ≥ 1/10 Misselijkheid (G3/4: 5,1%); Stomatitis (G3/4: 7,1%); Braken (G3/4: 4,3%); Diarree (G3/4: 3,2%); Constipatie (G3/4: 0,4%) Alopecia; Huidtoxiciteit (G3/4: 0,7%); Nagelaandoeningen (G3/4: 0,4%) Myalgie (G3/4: 0,8%); Artralgie (G3/4: 0,4%) Anorexia (G3/4: 2,2%)
Nausées (G3/4: 5,1 %); Stomatite (G3/4: 7,1 %); Vomissements (G3/4: 4,3 %); Diarrhée (G3/4: 3,2 %); Constipation (G3/4: 0,4 %) Alopécie; Toxicité cutanée (G3/4: 0,7 %); Altération des ongles (G3/4: 0,4 %) Myalgie (G3/4: 0,8 %); Arthralgie (G3/4: 0,4 %) Anorexie (G3/4: 2,2 %)

Bij de studies met ITP- of HCV-patiënten bestonden de meest voorkomende bijwerkingen (optredend bij minimaal 10% van de gebruikers) van welke graad dan ook, onder andere uit: hoofdpijn, anemie, verminderde eetlust, insomnia, hoesten, misselijkheid, diarree, alopecia, pruritus, myalgie, pyrexie, vermoeidheid, influenza-achtige ziekte, asthenie, koude rillingen en perifeer oedeem.
Les événements indésirables de tout grade les plus fréquents (observés chez au moins 10 % des patients) dans les essais PTI ou VHC ont inclus : céphalées, anémie, diminution de l'appétit, insomnie, toux, nausées, diarrhée, alopécie, prurit, myalgie, pyrexie, fatigue, syndrome pseudo-grippal, asthénie, frissons et oedème périphérique.

De meest voorkomende (≥10%) niet-hematologische bijwerkingen waren rash, pruritus, hoofdpijn, misselijkheid, vermoeidheid, alopecia en myalgie.
Les effets indésirables extra-hématologiques les plus fréquents (≥ 10%) étaient une éruption, un prurit, des céphalées, des nausées, une fatigue, une alopécie et des myalgies.