De publiciteit mag het algemeen belang inzake de volksgezondheid niet schaden en moet waarheidsgetrouw, objectief, relevant, verifieerbaar, discreet en duidelijk zijn.
La publicité ne peut nuire à l’intérêt général en matière de santé publique et doit être conforme à la vérité, objective, pertinente, vérifiable, discrète et claire.