In geval van antecedenten van HIT tijdens behandeling met een heparine, mag een ander heparine slechts gestart worden nadat door een in-vitro test, bloedplaatjesaggregatie in het plasma van de patiënt na contact met het heparine werd uitgesloten.
En cas d’antécédents d’HIT au cours du traitement par une héparine, une autre héparine ne peut être utilisée qu’après avoir exclu, par un test in vitro, l’agrégation des plaquettes dans le plasma du patient au contact de l’héparine.