Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «vitamine k bij gelijktijdige toediening zal echter » (Néerlandais → Français) :

Het effect van vitamine K bij gelijktijdige toediening zal echter gewoonlijk binnen 4-6 uur worden bereikt.

Toutefois, l’ effet de la vitamine K, si elle est administrée simultanément, est habituellement obtenu en 4 à 6 heures.


Vitamine K-antagonisten Gelijktijdige toediening van ciprofloxacine met een vitamine K-antagonist kan de anticoagulerende effecten ervan versterken.

Antivitamines K L’administration simultanée de ciprofloxacine et d’antivitamines K peut augmenter les effets anticoagulants de ces derniers.


Vitamine K-antagonisten Gelijktijdige toediening van ciprofloxacine met een vitamine K-antagonist kan het anticoagulerende effect versterken.

Antagonistes de la vitamine K L’administration simultanée d’un antagoniste de la vitamine K avec de la ciprofloxacine peut en augmenter les effets anticoagulants.


Vitamine K-antagonisten Gelijktijdige toediening van ciprofloxacine met een vitamine K-antagonist kan diens antistollingseffecten verhogen.

Antagonistes de la vitamine K L’administration simultanée de ciprofloxacine et d'antagoniste de la vitamine K peut augmenter les effets anticoagulants de cette dernière.


Het effect van vitamine K, bij gelijktijdige toediening, is gewoonlijk binnen 4 – 6 uur bereikt.

Toutefois, les effets de la vitamine K, en cas d’administration simultanée, sont habituellement obtenus en 4 à 6 heures.


In geval van gelijktijdige toediening zal uw arts de fenytoïne dosis aanpassen.

En cas d’administration simultanée, votre médecin doit adapter la dose de phénytoïne.


Fluticasonfuroaat en vilanterol zijn substraten van P-glycoproteïne (P-gp). Het wordt echter onwaarschijnlijk geacht dat de gelijktijdige toediening van fluticasonfuroaat/vilanterol en P-gp-remmers de systemische blootstelling aan fluticasonfuroaat of vilanterol zal wijzigen, omdat beide goed geabsorbeerde moleculen zijn.

Le furoate de fluticasone et le vilanterol sont des substrats de la glycoproteine P (P-gp), cependant, l’impact sur l’exposition systémique du furoate de fluticasone ou du vilanterol est considéré comme faible lors de l’administration concomitante du furoate de fluticasone/vilanterol avec des inhibiteurs de la P-gp, en raison de la bonne absorption de ces molécules.


De plasmablootstelling (AUC en C max ) aan valdecoxib was verhoogd (respectievelijk 38% en 24%), bij gelijktijdige toediening van ketoconazol (een CYP3A4-remmer); in het algemeen zal het echter niet nodig zijn om de dosering bij patiënten die met ketoconazol worden behandeld aan te passen.

L’exposition plasmatique (ASC et C max ) au valdécoxib est augmentée (respectivement de 38% et de 24%) lors d’une co-administration avec le kétoconazole (inhibiteur du CYP3A4) ; toutefois un ajustement posologique ne sera généralement pas nécessaire chez les patients recevant du kétoconazole.


Bij gelijktijdige toediening van temsirolimus met rifampicine, een krachtige CYP3A4/5 induceerder, had na intraveneuze toediening geen effect op de C max (maximale concentratie) en AUC (oppervlakte onder de concentratie versus tijd curve); echter de C max van sirolimus nam af met 65% en de AUC met 56%, in vergelijking tot behandeling met temsirolim ...[+++]

L'administration intraveineuse concomitante de temsirolimus et de rifampicine, puissant inducteur du CYP3A4/5, n'a eu aucun effet significatif sur la C max (concentration maximale) et l'ASC (aire sous la courbe des concentrations en fonction du temps) du temsirolimus ; toutefois, par rapport au temsirolimus en monothérapie, cette association a réduit la C max et l'ASC du sirolimus respectivement de 65 % et 56 %.


Op basis van de grote daling in blootstelling aan bosutinib die zich voordeed toen bosutinib gelijktijdig werd toegediend met rifampicine, is het waarschijnlijk dat een verhoging van de dosis Bosulif bij gelijktijdige toediening met krachtige of matige CYP3A-inductoren het verlies aan blootstelling niet voldoende zal compenseren.

Etant donné l’ importante diminution de l'exposition au bosutinib observée en cas de co-administration de bosutinib et de rifampicine, il est peu probable que l'augmentation de la dose de bosutinib lors de l'administration concomitante d'inducteurs puissants ou modérés du CYP3A compense suffisamment la perte d'exposition.


w