Een neurochirurg weigert een patiënt van wie de hersendood vastgesteld is vrij te geven voor het wegnemen van organen, ofschoon hiertegen noch door de betrokkene noch door de familie verzet aangetekend werd.
Un neurochirurgien refuse de laisser prélever des organes sur le corps d'un patient dont la mort clinique est bien établie bien que ni le défunt (de son vivant), ni la famille, n'ont élevé d'opposition.