Traduction de «verschil tussen aanvang tijdstip » (Néerlandais → Français) :

mL/mn Waarde op Verschil tussen Aanvang tijdstip groepen Gemiddelde Gemiddelde (± Gemiddelde (95% (± SD) SD) BI) Certican (n=87) 73.8 (± 27.8) 68.5 (± 31.5) -7.3 MMF (n=78) 77.4 (± 32.6) 79.4 (± 36.0) (-18.1, 3.4) Certican (n=83) 74.4 (± 28.2) 65.4 (± 24.7) -5.0 MMF (n=72) 76.0 (± 31.8) 72.4 (± 26.4) (-13.6, 2.9)
Certican (n=87) 73.8 (± 27.8) 68.5 (± 31.5) -7.3 MMF (n=78) 77.4 (± 32.6) 79.4 (± 36.0) (-18.1, 3.4) Certican (n=83) 74.4 (± 28.2) 65.4 (± 24.7) -5.0 MMF (n=72) 76.0 (± 31.8) 72.4 (± 26.4) (-13.6, 2.9) Certican (n=71) 74.8 (± 28.3) 68.7 (± 27.7) -1.8 (-11.2, 7.5)

Verschil tussen behandelingen (95% BI, p-waarde) Verandering t.o.v. uitgangs-punt na 12 uur Verschil tussen behandelingen (95% BI, p-waarde) Mediane tijd tot aanvang van symptoomverlichting (uren) Alle voorvallen (N = 74) Respons-percentage (%, BI) 4 uur na start van behandeling Alle voorvallen (N = 74)
Modification après 4 heures par rapport au score initial Différence entre traitements (IC à 95 %, valeur P) Modification après 12 heures par rapport au score initial Différence entre les traitements (IC à 95 %, valeur P) Délai médian jusqu’au début du soulagement des symptômes (heures) Tous épisodes (N = 74) Taux de réponse (%, IC) 4 heures après le début du traitement Tous épisodes (N = 74) Délai médian jusqu’au début du soulagement des symptômes : tous symptômes (heures) : Douleur abdominale Œdème cutané Douleur cutanée

Het verschil tussen de behandelingsschema’s werd in het algemeen niet beïnvloed door het al dan niet aanwezig zijn van cirrose; daarom zijn de aanbevelingen voor behandeling voor genotype 1, 2 of 3 niet afhankelijk van dit kenmerk bij aanvang van de behandeling.
En général, les différents schémas thérapeutiques n’ont pas été influencés par l’existence ou non d’une cirrhose ; par conséquent les recommandations de traitement pour les génotypes 1, 2 ou 3 sont indépendantes de cette caractéristique initiale.

Het verschil tussen de behandelingsschema’s werd in het algemeen niet beïnvloed door het al dan niet aanwezig zijn van cirrose; daarom zijn de aanbevelingen voor behandeling voor genotype 1, 2 of 3 niet afhankelijk van aanwezigheid van dit kenmerk bij aanvang van de behandeling.
En général, les différents schémas thérapeutiques n’ont pas été influencés par l’existence ou non d’une cirrhose ; par conséquent les recommandations de traitement pour les génotypes 1, 2 ou 3 sont indépendantes de cette caractéristique initiale.

Verandering t.o.v. uitgangs-punt na 12 uur Verschil tussen behandelingen (95% BI, p-waarde) Mediane tijd tot aanvang van symptoomverlichting (uren) Alle voorvallen (N = 56) Respons-percentage (%, BI) 4 uur na start van behandeling
Modification après 4 heures par rapport au score initial Différence entre les traitements (IC à 95 %, valeur P) Modification après 12 heures par rapport au score initial Différence entre les traitements (IC à 95 %, valeur P) Délai médian jusqu’au début du soulagement des symptômes (heures) Tous épisodes (N = 56) Taux de réponse (%, IC) 4 heures après le début du traitement Tous épisodes (N = 56) Délai médian jusqu’au début du soulagement des symptômes : tous symptômes (heures) : Douleur abdominale Œdème cutané Douleur cutanée

Krober et al (1985) rapporteren een significant verschil tussen penicilline en placebo (p< .01) voor de periode van 16 tot 48u na de aanvang van de therapie, maar geven geen concrete cijfers (weergave in figuur).
Krober et al (1985) mentionnent une différence significative entre la pénicilline et le placebo (p< .01) entre 16 et 48h après le début du traitement mais ne donnent pas de chiffres concrets (présentation sous forme de schema graphique).

Hiermee is niet geweten of er een verschil bestaat tussen penicilline en placebo op het vlak van werkof schoolhervatting nà dit tijdstip.
On ne sait pas s'il existe une différence entre la pénicilline et le placebo au niveau de la reprise du travail ou des cours après ces 24 heures.

Een aanzienlijk deel van de patiënten uit de studie van Whitfield et al (1981) heeft geen koorts bij de aanvang van de studie, en bij de overige patiënten is er geen verschil merkbaar tussen penicilline en placebo voor het aantal dagen koorts.
Une partie considérable des patients de l'étude de Whitfield et al (1981) n'a pas de fièvre au début de l'étude, et chez le reste des patients il n'y a pas de différence importante entre le groupe traité par la pénicilline et le groupe placebo en ce qui concerne le nombre de jours que les patients ont de la fièvre.