Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Victrelis-PR48.

Vertaling van "verschil in svr-percentages " (Nederlands → Frans) :

Het verschil in SVR-percentages (95%-betrouwbaarheidsinterval) tussen de T12/PR-groep en de Pbo/PR-groep was 63 (51, 74) voor mensen met een recidief na een eerdere behandeling, 46 (27, 66) voor voormalige partiële responders en 26 (13, 39) voor voormalige null responders.

La différence de taux de RVS (intervalle de confiance à 95%) entre les groupes T12/PR et Pbo/PR était de 63 (51, 74) pour les patients rechuteurs à un précédent traitement, de 46 (27, 66) pour les répondeurs partiels à un précédent traitement et de 26 (13, 39) pour les répondeurs nuls à un précédent traitement.


Bij patiënten met ondetecteerbaar HCV-RNA (doel niet gedetecteerd) in week 4 en week 12 was er geen extra voordeel om de behandeling met peginterferon alfa-2a en ribavirine voort te zetten tot 48 weken (verschil in SVR-percentages van 2%; 95%-betrouwbaarheidsinterval: -4%, 8%).

Chez les patients présentant un taux d’ARN du VHC indétectable (cible non détectée) aux semaines 4 et 12, la prolongation du traitement par peginterféron alfa-2a et ribavirine à 48 semaines n’a apporté aucun bénéfice supplémentaire (différence entre les taux de RVS de 2% ; intervalle de confiance à 95% : -4%, 8%).


De SVR-percentages waren hoger (absoluut verschil minstens 28%) in de T12/PR-groep dan in de Pbo/PR48-groep door de verschillende subgroepen heen: geslacht, leeftijd, ras, etniciteit, body mass index, subtype van het HCV-genotype, HCV-RNA op baseline (< 800.000, ≥ 800.000 IE/ml) en de graad van leverfibrose.

Les taux de RVS du groupe T12/PR étaient supérieurs (différence absolue d’au moins 28%) à ceux du groupe Pbo/PR48 dans tous les sous-groupes par sexe, âge, race, groupe ethnique, indice de masse corporelle, sous-type de génotype VHC, taux d’ARN du VHC à l’inclusion (< 800 000, ≥ 800 000 UI/ml) et stade de la fibrose hépatique.


SVR-percentages (SVR met " missing=failure" -benadering) 17/80 [21,3 %] PR48, 94/162 [58,0 %] Victrelis-RGT, 106/161 [65,8 %] Victrelis-PR48.

Taux de RVP (RVP avec l’approche « donnée manquante=échec ») 17/80 [21,3 %] PR48, 94/162 [58,0] Victrelis-RGT, 106/161 [65,8 %] Victrelis-PR48.


Als echter een week 12 respons werd bereikt, was er weinig verschil in SVR, ongeacht eerdere behandeling of eerder effect.

Cependant, en cas de réponse à la 12 ème semaine, il existait peu de différence dans les taux de RVP indépendamment du traitement précédent ou de la réponse précédente.


Als echter een week 12 respons werd bereikt, was er weinig verschil in SVR, ongeacht eerdere behandeling of eerder effect.

Cependant, en cas de réponse à la 12 ème semaine, il existait peu de différence dans les taux de RVP indépendamment du traitement précédent ou de la réponse précédente.


De toevoeging van Victrelis aan behandeling met peginterferon alfa-2b en ribavirine gaf een significante verhoging van de SVR-percentages versus behandeling met peginterferon alfa-2b en ribavirine alleen (59 % tot 66 % voor armen met Victrelis versus 21 % voor controlegroep PR48) voor gerandomiseerde proefpersonen die minstens één dosis van een onderzoeksgeneesmiddel kregen (Full-Analysis-Set-populatie) en verminderde de duur van de therapie naar 36 weken voor velen bij wie de behandeling eerder had gefaald (zie tabel 7).

L’ajout de Victrelis au traitement par peginterféron alfa-2b et ribavirine a significativement augmenté les taux de RVP par rapport au traitement par peginterféron alfa-2b et ribavirine seuls (59 % à 66 % dans les bras traités par Victrelis par rapport à 21 % dans le bras contrôle PR48) pour les sujets randomisés ayant reçu au moins une dose de médicament de l’étude (PTE – population totale étudiée) et a diminué la durée de traitement à 36 semaines pour de nombreux sujets en échec à un traitement antérieur (voir Tableau 7).


Figuur 7 – Aantal verblijven per absolute waarde van het aantal dagen verschil in startdatum in functie van jaar (geen verschil wordt niet getoond) Figuur 8 – Aantal al dan niet gekoppelde verblijven per type hospitalisatie (cirkelsegmenten komen overeen met het percentage EPS verblijven in elke categorie) Figuur 9 – Procent niet gekoppelde EPS verblijven per ziekenhuis in functie van het aantal EPS verblijven per ziekenhuis Figuur 10 – IMA-gewichten en TCT-gewichten per leeftijdscategorie en geslacht - 2009 .

Figure 8 – Couplage ou non des séjours en fonction du type d’hospitalisation (les quarts de cercle correspondent au pourcentage de séjours EPS) . Figure 9 – Pourcentage des séjours EPS non-couplés par hôpital selon le nombre de séjours EPS par hôpital Figure 10 – Poids AIM et Poids TCT par catégorie d’âge et par sexe - 2009 .


Vanuit het absolute verschil in percentage stoppers (2%) moeten 50 patiënten advies krijgen over rookstop, om één extra roker te bekome die stopt.

Vu que la différence absolue du pourcentage des arrêts est de 2%, on peut dire que, pour quÊun patient arrête de fumer, 50 patients doivent recevoir des conseils minimums.


Percentage stoppers in de controlegroep varieert van 6 tot 11%. Er is beperkt bewijs dat er geen significant verschil is tussen 150 mg en 300 mg.

Il n'y a pas de preuve de différence significative entre 150 mg et 300 mg.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'verschil in svr-percentages' ->

Date index: 2023-05-13
w