Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Amoreel
Antisociaal
Asociaal
Neventerm
Psychogene doofheid
Psychopathisch
Sociopathisch

Vertaling van "verschil in responspercentage " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE
Omschrijving: Resterende niet-specifieke en variabele gedragsverandering volgend op herstel van virale of bacteriële encefalitis. Het belangrijkste verschil tussen deze aandoening en de organische persoonlijkheidsstoornissen is dat het omkeerbaar is.

Définition: Altération résiduelle du comportement, non spécifique et variable, après guérison d'une encéphalite virale ou bactérienne. Le syndrome est réversible, ce qui constitue la principale différence entre ce tableau et les troubles organiques de la personnalité.


Omschrijving: Dit zijn hoofdzakelijk geaccentueerde vormen van het normale ontwikkelingsverloop en geen verschijnselen die in kwalitatief opzicht op zichzelf abnormaal zijn. De diagnostische sleutel om het verschil te bepalen tussen de emotionele stoornissen met een specifiek begin op kinderleeftijd (F93.-) en de neurotische stoornissen (F40-F48) wordt gevormd door het feit dat de stoornissen al dan niet passen bij de ontwikkeling.

Définition: Exacerbation de tendances normales du développement plus que des phénomènes qualitativement anormaux en eux-mêmes. C'est essentiellement sur le caractère approprié au développement que repose la différenciation entre troubles émotionnels apparaissant spécifiquement dans l'enfance et troubles névrotiques (F40-F48).


Omschrijving: Een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt door veronachtzaming van sociale plichten en botte onverschilligheid voor de gevoelens van anderen. Er bestaat een uitgesproken verschil tussen het gedrag en de heersende sociale normen. Het gedrag kan niet gemakkelijk worden bijgestuurd door slechte ervaringen, inclusief bestraffing. Er bestaat een geringe frustratietolerantie en een lage agressiedrempel, onder meer leidend tot geweld; er is een neiging de schuld bij anderen te leggen of geloofwaardig klinkende rationalisaties te geven voor het gedrag waardoor de betrokkene in conflict komt met de gemeenschap. | Neventerm: ...[+++]

Définition: Trouble de la personnalité caractérisé par un mépris des obligations sociales et une indifférence froide pour autrui. Il y a un écart considérable entre le comportement et les normes sociales établies. Le comportement n'est guère modifié par les expériences vécues, y compris par les sanctions. Il existe une faible tolérance à la frustration et un abaissement du seuil de décharge de l'agressivité y compris de la violence; il y a une tendance à blâmer autrui ou à justifier un comportement amenant le sujet à entrer en conflit avec la société par des rationalisations plausibles. | Personnalité:amorale | antisociale | asociale | ...[+++]


Omschrijving: De anesthetische huidgebieden hebben vaak grenzen die duidelijk meer aansluiten bij de voorstelling van de patiënt omtrent lichamelijke functies dan bij medische kennis. Er kan een verschil in functieverlies tussen de zintuigen zijn dat niet is terug te voeren op een neurologische laesie. Zintuiglijk gewaarwordingsverlies kan vergezeld gaan van klachten omtrent paresthesie. Gezichts- en gehoorverlies zijn bij dissociatieve stoornissen zelden volledig. | Neventerm: | psychogene doofheid

Définition: Les limites des territoires cutanés anesthésiés correspondent plus aux conceptions personnelles du patient sur le fonctionnement du corps qu'à des connaissances médicales. Il peut y avoir atteinte de certains types de sensibilité, avec conservation des autres, ne correspondant à aucune lésion neurologique connue. La perte de sensibilité peut s'accompagner de paresthésies. La perte de la vision ou de l'audition est rarement totale dans les troubles dissociatifs. | Surdité psychogène
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Er was een statistisch significant verschil in responspercentage (het primaire eindpunt, gedefinieerd als een daling van de CDRS-R-score met 30%) in één van de twee pivotale studies (58% met fluoxetine versus 32% met de placebo, p = 0,013 en 65% met fluoxetine versus 54% met de placebo, p = 0,093).

Les taux de réponse (le critère d'évaluation principal, défini comme une diminution de 30 % du score CDRS-R) ont présenté une différence statistiquement significative dans l'une des deux études pivots (58 % pour la fluoxétine contre 32 % pour le placebo; p = 0,013; et 65 % pour la fluoxétine contre 54 % pour le placebo; p = 0,093).


Staken van de 4,9% (27/550) 6,0% (33/546) 8% (44/550) 8,8% (48/546) behandeling om een andere reden dan een bijwerking e n = totale aantal personen per behandelingsgroep. a ITT TLOVR = Intention to Treat Time to Loss of Virologic Response. b Het verschil in responspercentage is 1% (95% betrouwbaarheidsinterval -3% tot 6%) met behulp van normale approximatie. c Er waren 17 nieuwe gevallen van virologisch falen tussen de primaire analyse van week 48 en week 96 (6 patiënten met een uitgangswaarde van de virusbelasting ≤ 100.000 kopieën/ml en 11 patiënten met een uitgangswaarde van de virusbelasting > 100.000 kopieën/ml).

Arrêts non 4,9 % (27/550) 6,0 % (33/546) 8 % (44/550) 8,8 % (48/546) associés à un EI e n = nombre total de sujets par groupe de traitement. a Analyse en ITT du délai jusqu’à la perte de la réponse virologique (TLOVR ou Time to Loss of Virologic Response). b La différence du taux de réponse est de 1 % (intervalle de confiance à 95 % -3 % à 6 %) en utilisant une approximation normale. c 17 nouveaux échecs virologiques se sont produits entre l’analyse principale de la semaine 48 et celle de la semaine 96 (6 patients dont la charge virale initiale était ≤ 100 000 copies/ml et 11 patients dont la charge virale initiale était > 100 000 copie ...[+++]


Na 16 weken behandeling was er een statistisch significant verschil in responspercentage in het voordeel van methotrexaat volgens de JRA Definition of Improvement (DOI) ≥30 % (p=0,02).

Au bout de 16 semaines de traitement, la différence dans les taux de réponse a été statistiquement significative en faveur du méthotrexate selon la DOI (Definition Of Improvement) de la PRJ


Het urinezuur responspercentage (percentage patiënten met plasma urinezuurspiegels ≤7,5 mg/dl van dag 3 tot dag 7 na het instellen van de antihyperurikemische behandeling) bedroeg 87% in arm A, 78% in arm B en 66% in arm C. Het responspercentage in arm A was significant hoger dan in arm C (p=0,0009); het responspercentage was hoger voor arm B dan voor arm C hoewel dit verschil niet statistisch significant was.

Les taux de réponse en acide urique (proportion de patients présentant des taux d’acide urique plasmatique ≤7,5 mg/dl entre le Jour 3 et le Jour 7 suivant le début du traitement antihyperuricémique) s’élevaient à 87 % dans le bras A, 78 % dans le bras B et 66 % dans le bras C. Le taux de réponse dans le bras A était significativement supérieur à celui du bras C (p=0,0009) ; le taux de réponse était supérieur dans le bras B par rapport au bras C bien que cette différence ne soit pas statistiquement significative.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Blaascarcinoom Een gerandomiseerd fase-III onderzoek met 405 patiënten met gevorderd of gemetastaseerd overgangsepitheelcarcinoom liet geen verschil zien tussen de twee behandelingsgroepen, gemcitabine/cisplatine versus methotrexaat/vinblastine/adriamycine/cisplatine (MVAC) wat betreft mediane overleving (respectievelijk 12,8 en 14,8 maanden, p = 0,547), tijd tot ziekteprogressie (respectievelijk 7,4 en 7,6 maanden, p=0,842) en responspercentage (respectievelijk 49,4 % en 45,7 % respectievelijk, p = 0,512).

Une étude randomisée de phase III concernant 405 patients atteints de carcinome urothélial transitionnel avancé ou métastatique n’a montré aucune différence entre les deux bras de traitement, gemcitabine/cisplatine contre méthotrexate/vinblastine/adriamycine/cisplatine (MVAC), en terme de survie médiane (12,8 et 14,8 mois respectivement, p=0,547), de temps jusqu’à progression de la maladie (7,4 et 7,6 mois respectivement, p=0,842) et de taux de réponse (49,4% et 45,7% respectivement, p=0,512).


Klinische gegevens: Blaaskanker: Een gerandomiseerd fase-III-onderzoek met 405 patiënten met gevorderd of gemetastaseerd overgangsuritheelcelcarcinoom liet geen verschil zien tussen de twee behandelingsarmen, gemcitabine/cisplatine versus methotrexaat / vinblastine / adriamycine / cisplatine (MVAC) wat betreft mediane overleving (respectievelijk 12,8 en 14,8 maanden, p = 0,547), tijd tot ziekteprogressie (respectievelijk 7,4 en 7,6 maanden, p = 0,842) en responspercentage (respectievelijk 49,4 % en 45,7 %, p = 0,5 ...[+++]

Données cliniques : Cancer de la vessie : Une étude randomisée de phase III portant sur 405 patients atteints d'un carcinome urothélial de type transitionnel avancé ou métastatique n’a révélé aucune différence entre les deux bras de traitement, gemcitabine/ cisplatine et méthotrexate/ vinblastine/ adriamycine/ cisplatine (MVAC), en termes de survie médiane (12,8 et 14,8 mois respectivement, p = 0,547), délai de récidive (7,4 et 7,6 mois respectivement, p = 0,842) et taux de réponse (49,4 % et 45,7 % respectivement, p = 0,512).


Klinische gegevens Blaascarcinoom Een gerandomiseerd fase-III-onderzoek met 405 patiënten met gevorderd of gemetastaseerd overgangsepitheelcarcinoom liet geen verschil zien tussen de twee behandelings-armen, gemcitabine/cisplatine versus methotrexaat/vinblastine/adriamycine/cisplatine (MVAC) wat betreft mediane overleving (respectievelijk 12,8 en 14,8 maanden, p = 0,547), tijd tot ziekteprogressie (respectievelijk 7,4 en 7,6 maanden, p = 0,842) en responspercentage (respectievelijk 49,4 % en 45,7 %, p = 0,512).

Données cliniques Cancer de la vessie Une étude randomisée de phase III ayant recruté 405 patients atteints d’un carcinome urothélial à cellules transitionnelles avancé ou métastatique n’a pas mis en évidence de différence entre les deux bras de traitement, à savoir le bras gemcitabine/cisplatine versus le bras méthotrexate/vinblastine/adriamycine/cisplatine (MVAC), en termes de survie médiane (12,8 et 14,8 mois respectivement, p=0,547), le délai jusqu’à la progression de la maladie (7,4 et 7,6 mois respectivement, p=0,842) et le taux de réponse (49,4% et 45,7% respectivement, p=0,512).




Anderen hebben gezocht naar : neventerm     amoreel     antisociaal     asociaal     psychogene doofheid     psychopathisch     sociopathisch     verschil in responspercentage     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'verschil in responspercentage' ->

Date index: 2022-02-22
w