Zelden (bij meer dan 1 op 10 000, maar bij minder dan 1 op 1 000 personen) Verminderde beenmergaanmaak, sterke vermindering van de gegranuleerde bloedlichaampjes, vermindering van het aantal witte bloedlichaampjes, toename van het aantal eosinofiele cellen in het bloed, verlaagd aantal bloedplaatjes met kwetsbaarheid voor bloedingen.
Rare (chez plus de 1 sur 10 000, mais chez moins de 1 sur 1 000 personnes) Diminution de la production de la moelle osseuse, forte diminution des globules granulés, diminution du nombre de globules blancs, augmentation du nombre de cellules éosinophiles dans le sang, rare diminution du nombre de plaquettes sanguines avec risque de saignements.