De tekst van het huidige, van kracht zijnde, lid is: De verjaring van de vorderingen bedoeld in het zesde, zevende en achtste lid, wordt onderbroken: 1° op de wijze zoals voorzien in de artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek; 2° met een aangetekende brief die door het Instituut aan de uitbetalingsinstelling is gericht of met een aangetekende brief die door de uitbetalingsinstelling aan het Instituut is gericht.
Le texte actuellement en vigueur est rédigé comme suit : La prescription des actions visées aux alinéas 6, 7 et 8 est interrompue : 1° de la manière prévue par les articles 2244 et suivants du Code civil; 2° par une lettre recommandée adressée par l'Institut à l'organisme payeur ou par une lettre recommandée adressée par l'organisme payeur à l'Institut.