Bij vrouwen waarbij de baarmoeder verwijderd werd, kan de behandeling begonnen worden op gelijk welk ogenblik na het optreden van verschrompeling van de vaginale wand of van bijkomende symptomen (bijv. jeuk, pijn tijdens de gemeenschap).
Chez les femmes dont l'utérus a été enlevé, le traitement peut être instauré à n'importe quel moment après l'apparition d'une rétraction de la paroi vaginale ou d'autres symptômes (par exemple démangeaisons ou douleurs lors des rapports sexuels).