Art. 5. Het is verboden : 1° menselijke embryo's in te planten bij dieren of chimaeren of hybride wezens te creëren;
2° embryo's waarop onderzoek is verricht in te planten bij mensen, behalve i
ndien het onderzoek uitgevoerd is met een voor het embryo zelf therapeutisch doel of wanneer het gaat om een observatiemethode die de integri
teit van het embryo niet schaadt; 3° embryo's, gameten en embryonale stamcellen te gebruiken voor
...[+++]commerciële doeleinden; 4° onderzoek of behandelingen met een eugenetisch oogmerk uit te voeren, dit wil zeggen gericht op de selectie of de verbetering van niet-pathologische genetische kenmerken van de menselijke soort; 5° onderzoek of behandelingen uit te voeren die gericht zijn op geslachtsselectie, met uitzondering van de selectie ter voorkoming van geslachtsgebonden ziekten.Art. 5. Il est interdit : 1° d'implanter des embryons humains chez les animaux ou de créer des chimères ou des êtres hybrides; 2° d'implanter des embryons soumis à des recherches chez les humains, sauf si les recherches ont été menées dans un objectif thérapeutique pour l'embryon lui-
même ou lorsqu'il s'agit d'une recherche d'observation ne portant pas atteinte à l'intégrité de l'embryon; 3° d'utiliser des embryons, des gamètes et des cellules souches embryonnaires à des fins commerciales; 4° d'accomplir des recherches ou des traitements à caractère eugénique, c'est-à-dire axés sur la sélection ou l'amplification de caractéristiques
...[+++]génétiques non pathologiques de l'espèce humaine; 5° d'accomplir des recherches ou des traitements axés sur la sélection du sexe, à l'exception de la sélection qui permet d'écarter les embryons atteints de maladies liées au sexe.