De incidentie van wederzijdse, potentieel klinisch belangrijke verschuivingen van de spiegels van T 3 of T 4 én TSH in die studies was laag en de waargenomen veranderingen van de schildklierhormoonspiegels gingen niet gepaard met een klinisch symptomatische hypothyreoïdie.
La fréquence des modifications réciproques, potentiellement cliniquement significatives, de T 3 ou T 4 et de la TSH a été rare dans ces études, et les modifications observées des taux d’hormone thyroïdienne n’étaient pas associées à une hypothyroïdie cliniquement symptomatique.