Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Benigne neonatale convulsies
Concentratiekampervaringen
Convulsie
Convulsies bij pasgeborene
Een bepaald soort witte bloedcellen
Febriele convulsie
Langdurige gevangenschap onder reële doodsdreiging
Marteling
Neventerm
Persoonlijkheidsverandering na
Rampen
Stuip

Vertaling van "tot convulsies bijvoorbeeld " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE


Omschrijving: Deze categorie vereist de combinatie van een gedragsstoornis (F91.-) en aanhoudende en duidelijke depressieve stemming, zoals dat uit de symptomen blijkt - bijvoorbeeld een gevoel van diepe ellende, verlies van belangstelling voor en plezier in gebruikelijke activiteiten, zelfverwijt en gevoel van hopeloosheid; verstoringen van slaap of eetlust kunnen eveneens aanwezig zijn. | Neventerm: | gedragsstoornis uit F91.- samen met een depressieve stoornis uit F32.-

Définition: Trouble caractérisé par la présence d'un trouble des conduites (F91.-), associé à une humeur dépressive marquée et persistante (F32.-), se traduisant par des symptômes tels que tristesse (l'enfant se sent très malheureux), perte d'intérêt et de plaisir pour les activités usuelles, sentiment de culpabilité et perte d'espoir. Le trouble peut s'accompagner d'une perturbation du sommeil ou de l'appétit. | Trouble des conduites en F91.- associé à un trouble dépressif en F32.-


Omschrijving: Verwijst naar angsten op kinderleeftijd die uitgesproken specifiek zijn voor een bepaalde ontwikkelingsfase en (in enige mate) bij de meeste kinderen voorkomen, maar abnormaal hevig zijn. Angsten die op kinderleeftijd ontstaan, maar geen deel uitmaken van een normale psychosociale ontwikkeling (bijvoorbeeld agorafobie), dienen gecodeerd te worden in de desbetreffende categorie van blok F40-F48

Définition: Trouble caractérisé par la présence de craintes de l'enfance, hautement spécifiques d'une phase de développement, et survenant (à un certain degré) chez la plupart des enfants, mais dont l'intensité est anormale. Les autres craintes qui surviennent dans l'enfance, mais qui ne font pas partie du développement psychosocial normal (par exemple une agoraphobie), doivent être classées dans la catégorie appropriée de la section F40-F48.


Omschrijving: Een duurzame persoonlijkheidsverandering sinds ten minste twee jaar, volgend op blootstelling aan catastrofale stress. De stress moet zo uitzonderlijk zijn dat het niet nodig is persoonlijke gevoeligheid te verdisconteren ten einde zijn diepgaande effect op de persoonlijkheid te verklaren. De stoornis wordt gekenmerkt door een vijandige of wantrouwende houding tegenover de wereld, sociale teruggetrokkenheid, gevoelens van leegte of hopeloosheid, een chronisch gevoel van 'op scherp staan' als bij voortdurende dreiging en van vervreemding. Posttraumatische stressstoornis (F43.1) kan aan dit type persoonlijkheidsverandering vo ...[+++]

Définition: Modification durable de la personnalité, persistant au moins deux ans, à la suite de l'exposition à un facteur de stress catastrophique. Le facteur de stress doit être d'une intensité telle qu'il n'est pas nécessaire de se référer à une vulnérabilité personnelle pour expliquer son effet profond sur la personnalité. Le trouble se caractérise par une attitude hostile ou méfiante envers le monde, un retrait social, des sentiments de vide ou de désespoir, par l'impression permanente d'être sous tension comme si on était constamment menacé et par un détachement. Un état de stress post-traumatique (F43.1) peut précéder ce type de modification de la personnalité. | Modification de la personnalité après:captivité prolongée avec risque d'ê ...[+++]


Omschrijving: stoornissen die voldoen aan enkele kenmerken van anorexia nervosa, maar waarvan het algehele klinische beeld die diagnose niet rechtvaardigt. Eén van de kernsymptomen, zoals duidelijke angst om dik te zijn of amenorroe, kan bijvoorbeeld afwezig zijn bij een duidelijk gewichtsverlies en gewichtsreducerend gedrag. Deze diagnose dient niet gesteld te worden bij aanwezigheid van lichamelijke ziekten waarvan bekend is dat ze gewichtsverlies geven.

Définition: Troubles qui comportent certaines caractéristiques de l'anorexie mentale, mais dont le tableau clinique global ne justifie pas ce diagnostic. Exemple: l'un des symptômes-clés, telle une aménorrhée ou une peur importante de grossir, peut manquer alors qu'il existe une perte de poids nette et un comportement visant à réduire le poids. On ne doit pas faire ce diagnostic quand un trouble somatique connu pour entraîner une perte de poids est associé.


Omschrijving: Stoornissen die voldoen aan enkele kenmerken van bulimia nervosa, maar waarvan het algehele klinische beeld die diagnose niet rechtvaardigt. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van herhaalde aanvallen van overeten en bovenmatig gebruik van laxantia zonder gewichtsverandering van betekenis of de kenmerkende overdreven-bezorgdheid voor lichaamsvorm en gewicht kan afwezig zijn.

Définition: Troubles qui comportent certaines caractéristiques de la boulimie, mais dont le tableau clinique global ne justifie pas ce diagnostic. Exemple: accès hyperphagiques récurrents et utilisation excessive de laxatifs sans changement significatif de poids, ou sans préoccupation excessive des formes ou du poids corporels.








IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Patiënten met aanleg tot convulsies Levofloxacine EG 500 mg is tegenaangewezen bij patiënten met antecedenten van epilepsie en dient zoals andere chinolonen met de grootste voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met aanleg voor convulsies, bijvoorbeeld patiënten met voorafbestaande letsels van het centrale zenuwstelsel, patiënten die tevens worden behandeld met fenbufen of een ander gelijkaardig niet-steroïdaal antiflogisticum, of een

Sujets prédisposés aux convulsions Levofloxacine EG 500 mg est contre-indiqué chez les patients ayant des antécédents d’épilepsie et, comme les autres quinolones, il doit être utilisé avec extrême prudence chez des sujets prédisposés à la survenue de convulsions, par exemple, les patients ayant des lésions préexistantes du système nerveux central, recevant un traitement concomitant avec du fenbufène et un autre anti-inflammatoire non stéroïdien similaire, ou un traitement qui diminue le seuil de convulsion cérébral, tel que la théophy ...[+++]


Patiënten met aanleg tot convulsies Levofloxacine is gecontra-indiceerd bij patiënten met epilepsie in de anamnese en moet, net zoals voor andere chinolonen geldt, met uiterste voorzichtigheid worden toegediend aan patiënten met aanleg tot convulsies, bijvoorbeeld patiënten met vooraf bestaande letsels van het centrale zenuwstelsel, patiënten die tevens worden behandeld met fenbufen of een vergelijkbaar niet-steroïdaal anti-inflamm ...[+++]

Patients prédisposés aux convulsions La lévofloxacine est contre-indiquée chez les patients ayant des antécédents d’épilepsie. Comme les autres quinolones, elle doit être utilisée avec extrême prudence chez des sujets prédisposés à la survenue de convulsions, par exemple, les sujets ayant des lésions préexistantes du système nerveux central, recevant un traitement concomitant avec du fenbufène et des anti-inflammatoires non stéroïdiens similaires, ou un traitement qui diminue le seuil de convulsion cérébral, tel que la théophylline (v ...[+++]


Zoals voor de andere chinolonen, is de grootste voorzichtigheid geboden bij patiënten met antecedenten van convulsies of met aanleg tot convulsies, bijvoorbeeld patiënten met voorafbestaande letsels van het centrale zenuwstelsel, patiënten die tevens worden behandeld met fenbufen of een ander gelijkaardig niet-steroïdaal antiflogisticum, of een geneesmiddel dat de epilepsiedrempel verlaagt, zoals theofylline (zie rubriek 4.5).

Comme les autres quinolones, ils doivent être utilisés avec extrême prudence chez des sujets prédisposés à la survenue de convulsions, par exemple, les sujets ayant des lésions préexistantes du système nerveux central, recevant un traitement concomitant avec du fenbufène ou un autre anti-inflammatoire non stéroïdien similaire, ou un traitement qui diminue le seuil de convulsion cérébral, tel que la théophylline (voir rubrique 4.5).


Soms (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 patiënten): Bloedarmoede, trombocytopenie (een bloedziekte die gekenmerkt wordt door een abnormaal laag aantal bloedplaatjes in het bloed, waardoor bloedingen kunnen ontstaan), leukopenie (een bloedziekte die gekenmerkt wordt door een lager aantal witte bloedcellen dan normaal), eosinofilie (een abnormale toename van het aantal eosinofielen [een bepaald soort witte bloedcellen], die vaak samengaat met ontstekingsaandoeningen), Toevallen/stuipen (convulsies), een probleem met de werking van alle zenuwen in het lichaam, Onregelmatige hartslag, abnormaal hartfilmpje (elektrocardiogram), hoge o ...[+++]

Peu fréquent (peut affecter jusqu'à 1 patient sur 100) : Anémie, thrombocytopénie (maladie du sang qui se caractérise par un nombre anormalement faible de plaquettes dans le sang, qui peut provoquer un saignement), leucopénie (maladie du sang qui se caractérise par un nombre de globules blancs inférieur à la normale), éosinophilie (augmentation anormale du nombre de certains globules blancs appelés éosinophiles, qui accompagnent souvent un état inflammatoire), Convulsions, dysfonctionnement de tous les nerfs du corps, Pouls irrégulier, électrocardiogramme anormal, tension art ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Hoewel geen causaal verband werd vastgesteld, kan het gevaar voor convulsie- aanvallen verminderd worden door: de behandeling te starten met lage dosissen; de initiële dosis gedurende 2 weken te behouden waarna de dosis zeer geleidelijk kan worden verhoogd; de onderhoudsdosis tot een minimale werkzame dosis te beperken; de gelijktijdige behandeling met geneesmiddelen die de convulsie-drempel verlagen (bijvoorbeeld fenothiazinen) met de nodige voorzorgen toedienen ofwel vermijden; het snel afbouwen van benzodiazepines.

Bien que l’on n’ait pas mis en évidence de relation de cause à effet, il est possible de réduire le risque de crises convulsives en respectant les précautions suivantes : débuter le traitement à faible dose ; maintenir la dose initiale pendant 2 semaines, puis augmenter très progressivement la dose ; limiter la dose d’entretien à la dose minimale efficace ; éviter le traitement concomitant par des médicaments qui abaissent le seuil de convulsions (par exemple les phénothiazines) ou l’administrer avec la prudence requise ; diminuer rapidement la dose de benzodiazépines.


Dit geldt bijvoorbeeld voor patiënten met bestaande CZS laesies, of voor patiënten die gelijktijdig worden behandeld met fenbufen of vergelijkbare niet steroïdale antiinflammatoiren de of met geneesmiddelen die de convulsie-drempel verminderen, zoals bijvoorbeeld theophylline (zie ook paragraaf 4.5 ).

Ceci s’applique par ex. aux patients présentant des lésions existantes du SNC, ou aux patients traités simultanément par le fenbufen, des AINS comparables ou des médicaments qui abaissent le seuil de convulsions, comme par ex. la théophylline (voir aussi paragraphe 4.5 ‘Interactions avec d’autres médicaments et autres formes d’interactions’).


Zeer zelden: Specifieke gevallen gerelateerd aan het zenuwstelsel (bijvoorbeeld epileptische aanval, convulsies, afasie, spraakstoornis, delirium, acuut hersensyndroom, agitatie, verwardheid, depressie, psychose) vaak samen met gelijktijdige ischemische of hemorragische cerebrovasculaire aandoeningen.

Très rare: - Evènements d’origine centrale (p.ex. crise d’épilepsie, convulsions, aphasie, troubles de la parole, delirium, troubles neuropsychiatriques aigus, agitation, confusion, dépression, psychose), souvent associés à des évènements cérébrovasculaires d’origine ischémique ou hémorragique.


Als er symptomen worden waargenomen die wijzen op ernstige acute arseenintoxicatie (bijvoorbeeld convulsies, spierzwakte en verwardheid), dan moet de behandeling met TRISENOX onmiddellijk worden stopgezet en moet chelatietherapie met een dagelijkse dosis penicillamine ≤ 1 g per dag worden overwogen.

Si des symptômes suggérant une toxicité aiguë sérieuse de l'arsenic (ex. : convulsions, faiblesse musculaire et état confusionnel) venaient à apparaître, il faut interrompre immédiatement le traitement par TRISENOX et envisager l'administration de pénicillamine à une dose quotidienne inférieure ou égale à 1 gramme par jour.


Met oseltamivir en zanamivir zijn bijvoorbeeld neuropsychiatrische effecten (convulsies, delirium, agitatie, hallucinaties) gerapporteerd, vooral bij kinderen en adolescenten, maar de incidentie is niet bekend, en de causaliteit staat niet vast.

Ainsi, on a rapporté des effets neuropsychiatriques (convulsions, délire, agitation, hallucinations) avec l’ oseltamivir et le zanamivir , surtout chez les enfants et les adolescents, mais on en ignore l’incidence, et la causalité est incertaine.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'tot convulsies bijvoorbeeld' ->

Date index: 2023-10-29
w