Biobeschikbaarheid nam af naar een geschatte 0,46 % en 0,39 %, toen alendronaat een uur of half uur vóór een standaardontbijt werd gegeven.
Lorsque l’alendronate est administré une heure ou une demi-heure avant un petitdéjeuner normal, la biodisponibilité diminue d’une valeur estimée à 0,46 % et 0,39 %.