Gelijktijdige toediening van ritonavir leidt waarschijnlijk tot verhoogde plasmaconcentraties van amiodaron, bepridil, encainide, flecanide, propafenon en kinidine en is daarom gecontraïndiceerd (zie rubriek 4.3).
L’administration concomitante de ritonavir peut augmenter les concentrations plasmatiques d’amiodarone, de bépridil, d’encaïnide, de flécanide, de propafénone et de quinidine, elle est donc contre-indiquée (voir rubrique 4.3).