Traduction de «tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentaire » (Néerlandais → Français) :

Op basis van de farmacologische werkzaamheid van hydrochloorthiazide kan het gebruik hiervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentaire perfusie verstoren en leiden tot foetale en neonatale effecten zoals icterus, verstoring van de elektrolytenbalans en trombocytopenie.
Sur base du mécanisme pharmacologique d’action de l’hydrochlorothiazide, son utilisation durant le deuxième et le troisième trimestre peut compromettre la perfusion fœto-placentaire et peut provoquer des effets fœtaux et néonataux comme de l’ictère, des troubles de la balance électrolyte et de la thrombocytopénie.

Op basis van het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide kan het gebruik hiervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentaire perfusie verstoren en leiden tot fœtale en neonatale effecten zoals icterus, verstoring van de elektrolytenbalans en trombocytopenie.
Compte-tenu du mécanisme d'action pharmacologique de l'hydrochlorothiazide, son utilisation au cours des 2 ème et 3 ème trimestres de grossesse peut diminuer la perfusion fœto-placentaire et entraîner des effets fœtaux et néonataux tels qu’un ictère, un déséquilibre électrolytique et une thrombopénie.

Op basis van het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide kan het gebruik hiervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentaire perfusie verstoren en leiden tot foetale en neonatale effecten zoals icterus, verstoring van de elektrolytenbalans en trombocytopenie.
Compte-tenu du mécanisme d'action pharmacologique de l'hydrochlorothiazide, son utilisation au cours des 2 ème et 3 ème trimestres de grossesse peut diminuer la perfusion foeto-placentaire et entraîner des effets foetaux et néonataux tels qu’un ictère, un déséquilibre électrolytique et une thrombopénie.

Op basis van het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide kan het gebruik hiervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentaire perfusie verstoren en foetale en neonatale effecten zoals geelzucht, verstoring van de elektrolytenbalans en trombocytopenie veroorzaken.
Sur base du mécanisme d’action pharmacologique de l’hydrochlorothiazide, son utilisation durant le deuxième et le troisième trimestre peut compromettre la perfusion fœto-placentaire et peut provoquer des effets fœtaux et néonataux comme un ictère, des troubles de l’équilibre électrolytique et une thrombocytopénie.

Wegens het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide kan het gebruik ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentaire perfusie in gevaar brengen en kan het foetale en neonatale effecten veroorzaken zoals icterus, verstoring van de elektrolytenbalans en trombocytopenie.
Etant donné son mécanisme d’action pharmacologique, l’hydrochlorothiazide peut, durant le deuxième et troisième trimestre compromettre la perfusion foeto-placentaire et entraîner des effets chez le fœtus et le nouveauné, tels que ictérus, troubles de l’équilibre électrolytique et thrombocytopénie.

Volgens de beschikbare gegevens over de bestanddelen is het gebruik van Exforge HCT niet aanbevolen tijdens het eerste trimester en vormt het een contra-indicatie tijdens de tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Compte tenu des données existantes avec ses composants, l’utilisation d’Exforge HCT est déconseillée pendant le premier trimestre et est contre-indiquée pendant les 2 ème et 3 ème trimestres de grossesse (voir rubriques 4.3 et 4.4).

Volgens de beschikbare gegevens over de bestanddelen is het gebruik van Dafiro HCT niet aanbevolen tijdens het eerste trimester en vormt het een contra-indicatie tijdens de tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Compte tenu des données existantes avec ses composants, l’utilisation de Dafiro HCT est déconseillée pendant le premier trimestre et est contre-indiquée pendant les 2 ème et 3 ème trimestres de grossesse (voir rubriques 4.3 et 4.4).

Het gebruik van angiotensine-II-receptorantagonisten is gecontra-indiceerd tijdens het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.3 en 4.4).
L'utilisation des ARAII est contre-indiquée aux 2 e et 3 e trimestres de la grossesse (voir rubriques 4.3 et 4.4).

Het gebruik van angiotensine-II-receptorantagonisten is gecontraindiceerd tijdens het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.3 en 4.4).
L'utilisation des ARAII est contre-indiquée aux 2 e et 3 e trimestres de la grossesse (voir rubriques 4.3 et 4.4).

Het is bekend dat blootstelling aan een behandeling met angiotensine-II-receptorantagonisten tijdens het tweede en derde trimester bij de mens kan leiden tot foetotoxiciteit (verminderde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) (zie rubriek 5.3).
L'exposition aux ARAII au cours des 2 e et 3 e trimestres de la grossesse est connue pour entraîner une fœtotoxicité (diminution de la fonction rénale, oligohydramnios, retard d'ossification des os du crâne) et une toxicité chez le nouveau-né (insuffisance rénale, hypotension, hyperkaliémie) (voir rubrique 5.3).