Vertaling van "therapie met neuroleptica gewijzigd " (Nederlands → Frans) :

In de CUtLass 1-studie werden 227 schizofreniepatiënten, waarvan de therapie met neuroleptica gewijzigd diende te worden omwille van onvoldoende werkzaamheid of ongewenste effecten, gerandomiseerd overgeschakeld naar ofwel een neurolepticum van de eerste generatie (typisch neurolepticum) ofwel een neurolepticum van de tweede generatie (atypisch neurolepticum, clozapine uitgezonderd).
L’étude CUtLass 1 a inclus 227 patients atteints de schizophrénie dont le traitement neuroleptique a dû être modifié en raison d’une efficacité insuffisante ou d’effets indésirables. Les participants ont été randomisés et ont reçu soit un neuroleptique de la première génération (neuroleptique classique) ou un neuroleptique de la deuxième génération (neuroleptique atypique, à l’exception de la clozapine).

Zoals met andere neuroleptica is het onstaan van het maligne neurolepticum syndroom (hyperthermie, spierstijfheid, neurovegetatieve stoornissen, gewijzigd bewustzijn, verhoogde CPK waarden) mogelijk.
Comme c’est le cas avec d’autres neuroleptiques le syndrome malin des neuroleptiques (hyperthermie, raideur musculaire, troubles neurovégétatifs, troubles de la conscience, augmentation des taux de CPK) peut apparaître.

LUCHTWEGAANDOENING. 3,8% 123.746 91.241 1,9% 12 13 5 5 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE‐HEROPNAMEREMMERS 2,7% 88.792 159.901 3,4% 8 8 6 6 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 2,4% 78.857 95.135 2,0% 11 12 7 10 C07AB BETA‐BLOKKERS, SELECTIEVE 2,0% 66.261 181.252 3,8% 7 6 8 12 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN, THIAZEPINEN EN OXEPINEN 2,0% 65.432 17.040 0,4% 58 57 9 8 C09CA ANGIOTENSINE‐II‐ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 2,0% 64.014 128.663 2,7% 9 9 10 9 C09AA ACE‐REMMERS, ENKELVOUDIG 1,9% 61.718 316.394 6,7% 2 2 11 13 B01AB HEPARINEGROEP 1,8% 59.073 29.882 0,6% 39 40 12 11 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,7% 56.300 183.302 3,9% 6 5 13 16 N03AX OVERIGE ANTI‐EPILEPTICA 1,7% 56.185 20.321 0,4% 52 59 14 7 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 1,7% 54.965 299.168 6,3% 3 3 15 14 L03AB INTERFERONEN 1,6% 52.831 3.099 0,1% 122 124 16 15 C09DA ANGIOTENSINE‐II‐ANTAGONISTEN MET DIURETICA 1,6% 51.615 59.545 1,3% 16 16 17 27 B02BD BLOEDSTOLLINGSFACTOREN 1,6% 51.411 104 0,0% 233 229 18 18 N05AX OVERIGE ANTIPSYCHOTICA (NEUROLEPTICA) 1,5% 46.928 13.455 0,3% 64 66 19 17 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 1,4% 45.118 39.569 0,8% 28 30 20 19 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 1,3% 40.905 34.245 0,7% 37 38 21 20 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE‐REMMERS 1,1% 36.448 34.518 0,7% 35 36 22 41 J05AR ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR THERAPIE VAN HIV‐INFECTIES, COMBINATIEPREP.
OBSTRUCTIVES 3,8% 123.746 91.241 1,9% 12 13 5 5 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 2,7% 88.792 159.901 3,4% 8 8 6 6 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 2,4% 78.857 95.135 2,0% 11 12 7 10 C07AB BETA‐BLOQUANTS SELECTIFS 2,0% 66.261 181.252 3,8% 7 6 8 12 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES, THIAZEPINES ET OXEPINES 2,0% 65.432 17.040 0,4% 58 57 9 8 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 2,0% 64.014 128.663 2,7% 9 9 10 9 C09AA IECA, SIMPLES 1,9% 61.718 316.394 6,7% 2 2 11 13 B01AB GROUPE DES HEPARINES 1,8% 59.073 29.882 0,6% 39 40 12 11 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,7% 56.300 183.302 3,9% 6 5 13 16 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 1,7% 56.185 20.321 0,4% 52 59 14 7 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 1,7% 54.965 299.168 6,3% 3 3 15 14 L03AB INTERFERONS 1,6% 52.831 3.099 0,1% 122 124 16 15 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 1,6% 51.615 59.545 1,3% 16 16 17 27 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 1,6% 51.411 104 0,0% 233 229 18 18 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 1,5% 46.928 13.455 0,3% 64 66 19 17 N02AX AUTRES OPIACES 1,4% 45.118 39.569 0,8% 28 30 20 19 R03BB ANTICHOLINERGIQUES 1,3% 40.905 34.245 0,7% 37 38 21 20 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB.

LUCHTWEGAANDO 3,7% 100.177 78.279 2,1% 10 10 5 5 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 3,4% 93.022 5.397 0,1% 97 98 6 7 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 2,6% 70.440 58.930 1,6% 13 13 7 6 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 2,5% 67.268 220.033 5,9% 2 2 8 9 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 2,5% 66.272 36.780 1,0% 29 30 9 8 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 2,4% 65.507 117.252 3,1% 8 7 10 11 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 2,1% 57.995 152.155 4,1% 4 3 11 10 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 2,0% 54.532 146.082 3,9% 5 5 12 12 L03AB INTERFERONEN 1,9% 50.702 2.565 0,1% 121 120 13 13 M05BA BISFOSFONATEN 1,7% 47.206 38.505 1,0% 28 26 14 14 B01AB HEPARINEGROEP 1,7% 47.117 22.471 0,6% 41 44 15 15 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN EN THIAZEPINEN 1,7% 45.460 10.713 0,3% 66 67 16 16 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 1,5% 40.424 29.863 0,8% 33 33 17 17 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 1,5% 39.712 94.618 2,5% 9 8 18 20 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 1,4% 38.413 41.139 1,1% 23 27 19 22 B02BD BLOEDSTOLLINGSFACTOREN 1,4% 37.507 136 0,0% 217 225 20 26 N05AX OVERIGE ANTIPSYCHOTICA (NEUROLEPTICA) 1,3% 35.520 11.409 0,3% 63 65 21 21 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE-REMMERS 1,1% 30.538 26.072 0,7% 39 37 22 19 J01MA FLUOROCHINOLONEN 1,1% 30.198 9.015 0,2% 70 68 23 25 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 1,1% 29.830 26.508 0,7% 37 38 24 18 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,1% 29.039 5.303 0,1% 99 92 25 23 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 1,1% 28.920 6.521 0,2% 87 89 26 31 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 1,0% 27.719 8.295 0,2% 75 88 27 24 J01FA MACROLIDEN 0,9% 25.327 8.572 0,2% 72 71 28 27 M01AC OXICAMDERIVATEN 0,9% 25.122 39.201 1,0% 27 21 29 66 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 0,9% 24.969 183.214 4,9% 3 9 30 28 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 0,9% 24.254 22.149 0,6% 42 43 31 39 N06DA CHOLINESTERASEREMMERS 0,9% 23.222 8.450 0,2% 73 84 32 34 J01CA PENICILLINES MET BREED SPECTRUM 0,8% 21.767 20.058 0,5% 48 50 33 32 M01AB AZIJNZUURDERIV ...
OBSTRUC 3,7% 100.177 78.279 2,1% 10 10 5 5 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 3,4% 93.022 5.397 0,1% 97 98 6 7 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 2,6% 70.440 58.930 1,6% 13 13 7 6 C09AA IECA, SIMPLES 2,5% 67.268 220.033 5,9% 2 2 8 9 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 2,5% 66.272 36.780 1,0% 29 30 9 8 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 2,4% 65.507 117.252 3,1% 8 7 10 11 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 2,1% 57.995 152.155 4,1% 4 3 11 10 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 2,0% 54.532 146.082 3,9% 5 5 12 12 L03AB INTERFERONS 1,9% 50.702 2.565 0,1% 121 120 13 13 M05BA BIPHOSPHONATES 1,7% 47.206 38.505 1,0% 28 26 14 14 B01AB GROUPE DES HEPARINES 1,7% 47.117 22.471 0,6% 41 44 15 15 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES ET THIAZEPINES 1,7% 45.460 10.713 0,3% 66 67 16 16 N02AX AUTRES OPIACES 1,5% 40.424 29.863 0,8% 33 33 17 17 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 1,5% 39.712 94.618 2,5% 9 8 18 20 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 1,4% 38.413 41.139 1,1% 23 27 19 22 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 1,4% 37.507 136 0,0% 217 225 20 26 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 1,3% 35.520 11.409 0,3% 63 65 21 21 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB.

Op 1 juli 2012 werd de terugbetaling van zuurstoftherapie grondig gewijzigd, zowel voor acute als chronische therapie.
Le remboursement de l’oxygénothérapie a profondément changé le 1 er juillet 2012, tant pour la thérapie aigue que pour la thérapie chronique.

Zoals dat het geval is voor alle lokale behandelingen van onychomycose moet bij aantasting van meerdere nagels (> 5 nagels), ingeval meer dan twee derde van de nagelplaat gewijzigd is en bij risicofactoren zoals diabetes en immuunstoornissen, een aanvullende systemische therapie in overweging worden genomen.
Comme pour tous les traitements topiques de l'onychomycose, en cas d’atteinte de plusieurs ongles (> 5 ongles), dans le cas où plus des deux tiers de la tablette unguéale est altérée et en cas de facteurs prédisposants, tels que diabète et troubles immunitaires, l’ajout d'un traitement systémique doit être envisagé.

Voorzichtigheid is geboden als gelijktijdig wordt gestart met (of de dosis wordt gewijzigd van) een therapie met een systemisch werkend geneesmiddel (ongeacht de farmaceutische vorm), dat een interactie aan kan gaan met α-adrenerge agonisten of de werking hiervan kan belemmeren, d.w.z. agonisten of antagonisten van de adrenoceptor, zoals bv. isoprenaline of prazosine.
La prudence est conseillée lors de l’instauration (ou du changement de la dose) d’un traitement concomitant par voie générale (quelle que soit la forme pharmaceutique) pouvant interagir avec les agonistes α-adrénergiques ou interférer sur leur activité, c.-à-d. des agonistes ou antagonistes des récepteurs adrénergiques (isoprénaline ou prazosine, par exemple).