Vertaling van "therapie met insuline " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

product dat insuline aspart en insuline aspart protamine bevat
produit contenant de l'insuline asparte et de l'insuline aspart protamine

insuline uit rund
insuline bovine

isofane insuline van rund
insuline isophane bovine

oplosbare insuline van rund
insuline soluble bovine

insuline degludec
insuline dégludec

insuline detemir
insuline détémir

insuline-auto-immuunsyndroom
syndrome auto-immun de l'insuline

patroon voor insuline-auto-injector
cartouche de stylo à insuline

product dat insuline degludec bevat
produit contenant de l'insuline dégludec

protamine-zink-insuline van rund
insuline protamine zinc bovine

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Hypoglykemie bij add-on-therapie met insuline of insuline-secretagogen De frequentie van hypoglykemie was laag (ongeveer 4%) in alle behandelgroepen, inclusief placebo, bij gebruik als monotherapie of als add-on-therapie bij metformine.
Hypoglycémie en cas d’association à l'insuline ou à un sécrétagogue de l'insuline La fréquence des hypoglycémies a été faible (environ 4 %) dans les différents groupes de traitement, y compris le groupe sous placebo, lorsque la canagliflozine a été utilisée en monothérapie ou en association à la metformine.

INSULINES EN ANALOGEN, MIDDELLANGWERKENDE MET SNELWERKENDE 0,8% 21.876 21.585 0,5% 46 46 39 28 M01AC OXICAMDERIVATEN 0,7% 21.239 37.443 0,9% 29 27 40 41 R01AD CORTICOSTEROIDEN 0,7% 20.773 45.609 1,1% 20 21 41 43 L01XE PROTEINEKINASEREMMERS 0,7% 20.364 182 0,0% 214 213 42 40 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 0,7% 20.051 46.254 1,2% 19 18 43 38 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,7% 19.506 6.177 0,2% 92 95 44 44 C09BA ACE-REMMERS MET DIURETICA 0,7% 18.672 32.330 0,8% 32 35 45 * M05BB BISFOSFONATEN, COMBINATIEPREPARATEN 0,6% 17.931 16.001 0,4% 55 * 46 42 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 0,6% 17.717 40.262 1,0% 25 20 47 47 A10AB INSPUITBARE INSULINES EN ANALOGEN, SNELWERKEND 0,6% 17.022 16.211 0,4% 54 56 48 51 H01AC SOMATROPINE EN SOMATROPINEAGONISTEN 0,6% 16.956 879 0,0% 157 160 49 48 H01CB ANTIGROEIHORMOON 0,6% 16.756 443 0,0% 184 187 50 50 J05AF NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 0,6% 16.504 1.601 0,0% 132 132 51 45 J07BB INFLUENZAVACCINS 0,6% 16.173 1.515 0,0% 137 135 52 49 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 0,6% 15.750 44.024 1,1% 21 19 53 53 A10AE INSPUITBARE INSULINES EN ANALOGEN, LANGWERKEND 0,6% 15.676 9.143 0,2% 72 78 54 52 R06AX OVERIGE ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,5% 15.187 28.396 0,7% 38 38 55 5 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 0,5% 14.991 2.178 0,1% 124 97 56 * J07BH ROTAVIRUSDIARREEVACCINS 0,5% 14.409 187 0,0% 213 * 57 35 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,5% 14.322 51.111 1,3% 15 15 58 54 R05CB MUCOLYTICA 0,5% 14.245 43.717 1,1% 23 25 59 56 C07BB SELECTIEVE BETA-BLOKKERS MET THIAZIDEN 0,4% 12.632 43.991 1,1% 22 24 60 63 J05AR ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR THERAPIE VAN HIV-INFECTIES, COMBINATIEPREP.
DE LA BETALACTAMASE INCLUS 1,2% 36.976 32.485 0,8% 36 37 24 20 M05BA BIPHOSPHONATES 1,1% 35.508 33.897 0,8% 34 34 25 26 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 0,9% 30.433 2.554 0,1% 123 122 26 28 N06DA INHIBITEURS DE LA CHOLINESTERASE 0,9% 30.276 11.386 0,3% 69 71 27 24 J01MA FLUOROQUINOLONES 0,9% 30.086 9.423 0,2% 75 75 28 34 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 0,9% 29.425 54.501 1,3% 17 24 29 25 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 0,9% 29.282 7.050 0,2% 88 89 30 29 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 0,9% 28.112 175.180 4,2% 5 3 31 27 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,9% 27.996 5.573 0,1% 98 98 32 33 R03DC ANTAGONISTES DES RECEPTEURS DES LEUCOTRIENES 0,9% 27.925 16.167 0,4% 56 61 33 32 J01CA PENICILLINES A LARGE SPECTRE 0,9% 27.876 26.487 0,6% 41 43 34 35 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 0,8% 27.018 6.590 0,2% 91 100 35 41 L01XE INHIBITEURS DE LA PROTEINE KINASE 0,8% 24.688 221 0,0% 214 214 36 37 R06AE DERIVES DE LA PIPERAZINE 0,8% 24.490 54.343 1,3% 18 17 37 30 R03BA GLUCOCORTICOIDES 0,8% 24.392 22.600 0,5% 47 42 38 44 C09BA IECA ET DIURETIQUES 0,7% 23.485 39.300 0,9% 28 32 39 38 A10AD INSULINES ET ANAL. INJ.

LUCHTWEGAANDO 3,7% 100.177 78.279 2,1% 10 10 5 5 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 3,4% 93.022 5.397 0,1% 97 98 6 7 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 2,6% 70.440 58.930 1,6% 13 13 7 6 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 2,5% 67.268 220.033 5,9% 2 2 8 9 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 2,5% 66.272 36.780 1,0% 29 30 9 8 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 2,4% 65.507 117.252 3,1% 8 7 10 11 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 2,1% 57.995 152.155 4,1% 4 3 11 10 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 2,0% 54.532 146.082 3,9% 5 5 12 12 L03AB INTERFERONEN 1,9% 50.702 2.565 0,1% 121 120 13 13 M05BA BISFOSFONATEN 1,7% 47.206 38.505 1,0% 28 26 14 14 B01AB HEPARINEGROEP 1,7% 47.117 22.471 0,6% 41 44 15 15 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN EN THIAZEPINEN 1,7% 45.460 10.713 0,3% 66 67 16 16 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 1,5% 40.424 29.863 0,8% 33 33 17 17 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 1,5% 39.712 94.618 2,5% 9 8 18 20 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 1,4% 38.413 41.139 1,1% 23 27 19 22 B02BD BLOEDSTOLLINGSFACTOREN 1,4% 37.507 136 0,0% 217 225 20 26 N05AX OVERIGE ANTIPSYCHOTICA (NEUROLEPTICA) 1,3% 35.520 11.409 0,3% 63 65 21 21 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE-REMMERS 1,1% 30.538 26.072 0,7% 39 37 22 19 J01MA FLUOROCHINOLONEN 1,1% 30.198 9.015 0,2% 70 68 23 25 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 1,1% 29.830 26.508 0,7% 37 38 24 18 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,1% 29.039 5.303 0,1% 99 92 25 23 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 1,1% 28.920 6.521 0,2% 87 89 26 31 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 1,0% 27.719 8.295 0,2% 75 88 27 24 J01FA MACROLIDEN 0,9% 25.327 8.572 0,2% 72 71 28 27 M01AC OXICAMDERIVATEN 0,9% 25.122 39.201 1,0% 27 21 29 66 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 0,9% 24.969 183.214 4,9% 3 9 30 28 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 0,9% 24.254 22.149 0,6% 42 43 31 39 N06DA CHOLINESTERASEREMMERS 0,9% 23.222 8.450 0,2% 73 84 32 34 J01CA PENICILLINES MET BREED SPECTRUM 0,8% 21.767 20.058 0,5% 48 50 33 32 M01AB AZIJNZUURDERIV ...
OBSTRUC 3,7% 100.177 78.279 2,1% 10 10 5 5 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 3,4% 93.022 5.397 0,1% 97 98 6 7 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 2,6% 70.440 58.930 1,6% 13 13 7 6 C09AA IECA, SIMPLES 2,5% 67.268 220.033 5,9% 2 2 8 9 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 2,5% 66.272 36.780 1,0% 29 30 9 8 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 2,4% 65.507 117.252 3,1% 8 7 10 11 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 2,1% 57.995 152.155 4,1% 4 3 11 10 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 2,0% 54.532 146.082 3,9% 5 5 12 12 L03AB INTERFERONS 1,9% 50.702 2.565 0,1% 121 120 13 13 M05BA BIPHOSPHONATES 1,7% 47.206 38.505 1,0% 28 26 14 14 B01AB GROUPE DES HEPARINES 1,7% 47.117 22.471 0,6% 41 44 15 15 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES ET THIAZEPINES 1,7% 45.460 10.713 0,3% 66 67 16 16 N02AX AUTRES OPIACES 1,5% 40.424 29.863 0,8% 33 33 17 17 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 1,5% 39.712 94.618 2,5% 9 8 18 20 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 1,4% 38.413 41.139 1,1% 23 27 19 22 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 1,4% 37.507 136 0,0% 217 225 20 26 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 1,3% 35.520 11.409 0,3% 63 65 21 21 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB.

INSULINES EN ANALOGEN, MIDDELLANGWERKENDE MET 0,7% 24.220 100,0% 23.435 0,5% 45 40 R06AE PIPERAZINEDERIVATEN 0,7% 23.697 100,0% 56.824 1,2% 17 41 J05AR ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR THERAPIE VAN HIV‐INFECTIES, COMB 0,7% 23.321 100,0% 1.393 0,0% 149 42 V03AN MEDICINALE GASSEN 0,7% 22.659 100,0% 989 0,0% 163 43 J01FA MACROLIDEN 0,7% 22.624 100,0% 10.367 0,2% 71 44 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 0,7% 21.890 100,0% 52.839 1,2% 20 45 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 0,7% 21.836 100,0% 170.283 3,7% 7 46 A10AE INSPUITBARE INSULINES EN ANALOGEN, LANGWERKEND 0,6% 21.003 100,0% 12.246 0,3% 68 47 A10AB INSPUITBARE INSULINES EN ANALOGEN, SNELWERKEND 0,6% 20.809 100,0% 19.739 0,4% 50 48 H01CB ANTIGROEIHORMOON 0,6% 20.316 100,0% 541 0,0% 186 49 M01AC OXICAMDERIVATEN 0,6% 19.653 100,0% 36.276 0,8% 31 50 H01AC SOMATROPINE EN SOMATROPINEAGONISTEN 0,6% 19.580 100,0% 1.020 0,0% 161 51 R06AX OVERIGE ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,6% 18.321 100,0% 36.079 0,8% 32 52 J07BB INFLUENZAVACCINS 0,6% 18.229 100,0% 1.731 0,0% 138 53 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 0,6% 18.101 100,0% 2.735 0,1% 126
A ACTION INTERMED. AVEC DEBUT D'ACTIO 0,7% 24.220 100,0% 23.435 0,5% 45 40 R06AE DERIVES DE LA PIPERAZINE 0,7% 23.697 100,0% 56.824 1,2% 17 41 J05AR ANTIVIRAUX POUR LE TRAITEMENT DES INFECTIONS A VIH, ASSOCIA 0,7% 23.321 100,0% 1.393 0,0% 149 42 V03AN GAZ MEDICINAUX 0,7% 22.659 100,0% 989 0,0% 163 43 J01FA MACROLIDES 0,7% 22.624 100,0% 10.367 0,2% 71 44 H02AB GLUCOCORTICOIDES 0,7% 21.890 100,0% 52.839 1,2% 20 45 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 0,7% 21.836 100,0% 170.283 3,7% 7 46 A10AE INSULINES ET ANALOGUES INJECTABLES A ACTION LONGUE 0,6% 21.003 100,0% 12.246 0,3% 68 47 A10AB INSULINES ET ANALOGUES INJECTABLES A ACTION RAPIDE 0,6% 20.809 100,0% 19.739 0,4% 50 48 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 0,6% 20.316 100,0% 541 0,0% 186 49 M01AC OXICAMS 0,6% 19.653 100,0% 36.276 0,8% 31 50 H01AC SOMATROPINE ET AGONISTES DE LA SOMATROPINE 0,6% 19.580 100,0% 1.020 0,0% 161 51 R06AX AUTRES ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,6% 18.321 100,0% 36.079 0,8% 32 52 J07BB VACCINS ANTI‐INFLUENZA 0,6% 18.229 100,0% 1.731 0,0% 138 53 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 0,6% 18.101 100,0% 2.735 0,1% 126

Als canagliflozine wordt gebruikt als add-on-therapie bij insuline of een insulinesecretagoog (bijvoorbeeld een sulfonylureumderivaat), kan een lagere dosis van insuline of het insulinesecretagoog worden overwogen om het risico op hypoglykemie te verlagen (zie de rubrieken 4.5 en 4.8).
Lorsque la canagliflozine est utilisée en association à l'insuline ou à un sécrétagogue de l'insuline (par exemple les sulfamides hypoglycémiants), une dose plus faible d'insuline ou de sécrétagogue de l'insuline peut être envisagée pour réduire le risque d'hypoglycémie (voir rubriques 4.5 et 4.8).

Dit kan resulteren in de behoefte aan een verhoging van de dosering van, of het initiëren van therapie met insuline en/of met hypoglycemische middelen.
Ce phénomène peut imposer l'instauration d'un traitement par insuline et/ou un agent hypoglycémiant ou l'augmentation de la dose habituelle de ces médicaments.

Therapie met thiaziden kan de glucosetolerantie verslechteren, terwijl hypoglykemie kan voorkomen bij diabetische patiënten die behandeld worden met insuline of antidiabetica samen met telmisartan.
Les traitements par dérivés thiazidiques peuvent diminuer la tolérance au glucose, alors que chez les patients diabétiques sous telmisartan et traités par insuline ou antidiabétiques une hypoglycémie peut survenir.

Add-on-therapie met andere bloedglucoseverlagende geneesmiddelen inclusief insuline, wanneer deze, samen met dieet en lichaamsbeweging, geen adequate verbetering van de bloedglucoseregulatie geven (zie de rubrieken 4.4, 4.5 en 5.1 voor beschikbare gegevens over verschillende add-on-therapieën).
En association à d'autres médicaments hypoglycémiants incluant l'insuline, lorsque ces derniers, combinés à un régime alimentaire et à l'exercice physique, ne permettent pas d'obtenir un contrôle glycémique adéquat (voir rubriques 4.4, 4.5 et 5.1 pour les données disponibles sur les différentes associations).

Patiënten moeten echter worden gewaarschuwd voor het risico op hypoglykemie wanneer canagliflozine wordt gebruikt als add-on-therapie met insuline of een insulinesecretagoog, en voor het verhoogde risico op bijwerkingen die gerelateerd zijn aan volumedepletie, zoals houdingsafhankelijke duizeligheid (zie de rubrieken 4.2, 4.4 en 4.8).
Cependant, les patients doivent être informés du risque d'hypoglycémie lorsque la canagliflozine est utilisée en association à l'insuline ou un sécrétagogue de l'insuline, ainsi que du risque accru d'effets indésirables liés à la dépletion volémique, comme les sensations vertigineuses posturales (voir rubriques 4.2, 4.4 et 4.8).

Placebogecontroleerde studies Canagliflozine werd onderzocht als monotherapie, in duotherapie met metformine, in duotherapie met een sulfonylureumderivaat, in tripletherapie met metformine en een sulfonylureumderivaat, in tripletherapie met metformine en pioglitazon en als add-on-therapie met insuline (tabel 2).
Études contrôlées versus placebo La canagliflozine a été étudiée en monothérapie, bithérapie avec la metformine, bithérapie avec un sulfamide hypoglycémiant, trithérapie avec la metformine et un sulfamide hypoglycémiant, trithérapie avec la metformine et la pioglitazone et en association à l'insuline (tableau 2).