Traduction de «sular-20 bevat respectievelijk » (Néerlandais → Français) :

1 tablet met verlengde afgifte Sular-10 / Sular-20 bevat respectievelijk 10 mg en 20 mg nisoldipine.
1 comprimé à libération prolongée de Sular-10 / Sular-20 contient respectivement 10 mg et 20 mg de nisoldipine.

Feldene 10 mg en 20 mg harde capsules : elke harde capsule bevat respectievelijk 10 mg en 20 mg piroxicam.
Feldene10 mg et 20 mg gélules : chaque gélule contient 10 mg et 20 mg de piroxicam respectivement.

Capsules 10 en 20 mg: elke capsule bevat respectievelijk 10 of 20 mg piroxicam.
Gélules 10 et 20 mg : chaque gélule contient 10 ou 20 mg de piroxicam respectivement.

Elke filmomhulde tablet met 10 mg, 20 mg of 40 mg bevat respectievelijk 10 mg, 20 mg of 40 mg atorvastatine.
Chaque comprimé pelliculé de 10 mg, 20 mg ou 40 mg contient respectivement 10 mg, 20 mg ou 40 mg d’atorvastatine.

1 tablet met verlengde afgifte Syscor 10 / Syscor 20 bevat respectievelijk 10 mg en 20 mg nisoldipine.
1 comprimé à libération prolongée de Syscor 10 / Syscor 20 contient respectivement 10 mg et 20 mg de nisoldipine.

Elke tablet bevat respectievelijk 10, 20 en 40 mg natriumpravastatine.
Chaque comprimé contient respectivement 10, 20 et 40 mg de pravastatine sodique.

Verpakking met blister met twee tabletten van de zelfde sterkte per verpakking, elke tablet bevat respectievelijk 6 mg, 20 mg, 30 mg, 75 mg of 95 mg mavacoxib.
Plaquettes contenant deux comprimés identiques de 6 mg, 20 mg, 30 mg, 75 mg ou 95 mg de mavacoxib.

1 filmomhulde tablet bevat respectievelijk 5 mg, 10 mg, 20 mg en 40 mg simvastatine.
1 comprimé pelliculé contient respectivement 5 mg, 10 mg, 20 mg et 40 mg de simvastatine.

Iedere dosis van 2 ml bevat de F4ab (K88ab) fimbriële adhesiefactoren, de F4ac (K88ac) fimbriële adhesiefactoren, de F5 (K99) fimbriële adhesiefactoren en de F6 (987P) fimbriële adhesiefactoren en het LT toxoid, die een gemiddelde antilichaamtiter induceren van respectievelijk ≥ 9,0 log 2 Al titer, ≥ 5,4 log 2 Al titer, ≥ 6,8 log 2 Al titer, ≥ 7,1 log 2 Al titer en 6,8 log 2 Al titer na vaccinatie van muizen met een 1/20 zeugendosis.
Chaque dose de 2 ml contient l’adhésine F4ab (K88ab), l’adhésine F4ac (K88ac), l’adhésine F5 (K99), l’adhésine F6 (987P) et l’anatoxine LT, qui induisent respectivement un titre moyen en Ac de : ≥ 9.0 log 2 titre Ac, ≥ 5.4 log 2 titre Ac, ≥ 6.8 log 2 titre Ac, ≥ 7.1 log 2 titre Ac et 6.8 log 2 titre Ac après vaccination de souris avec 1/20 d’une dose truie.