Het CZS bestaat uit zenuwcellen (neuronen) en gliacellen, verschillende soorten steuncellen die ervoor zorgen dat de neuronen goed functioneren en met elkaar communiceren.
Le SNC comprend des cellules nerveuses (neurones) et des cellules gliales; il s’agit là de types différents de cellules de soutien qui assurent le fonctionnement normal des neurones et les communications entre eux.
