Deze kunnen de vorm aannemen van stemmingswisselingen (gewoonlijk uitgelatenheid, soms irriteerbaarheid), veranderingen in activiteit (gewoonlijk verminderd, soms toegenomen) en veranderingen in de cognitieve en sensorische vermogens (veranderingen in zintuiglijke waarneming en verstoring van het herkenningsvermogen, wat kan leiden tot onaangepaste beslissingen).
Ils peuvent prendre la forme de modifications de l’humeur (le plus souvent exaltation, parfois irritabilité), du niveau d’activité (le plus souvent dans le sens d’une réduction, mais parfois d’une augmentation) et des capacités cognitives et sensorielles (modification de la perception sensorielle et altération de la capacité de reconnaissance pouvant donner lieu à des décisions inappropriées).