Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "significant lager respectievelijk " (Nederlands → Frans) :

Het percentage patiënten dat misselijkheid, braken en diarree kreeg was bij de groep die fludarabine kreeg significant lager (respectievelijk p< 0,0001, p< 0,0001 en p=0,0489) dan bij degenen die chloorambucil kregen. Ook kwam toxiciteit van de lever bij patiënten die fludarabine kregen significant minder voor (p=0,0487) dan bij degenen die met chloorambucil behandeld werden.

Alors que l’incidence globale des effets hématotoxiques n’a pas été significativement différente entre les 2 groupes de traitement, des effets toxiques sur les leucocytes (p = 0,0054) et les lymphocytes (p = 0,0240) ont été rapportés dans une proportion significativement plus importante de


Na 8 weken behandeling was elk van de combinaties statistisch significant superieur aan beide doses amlodipinemonotherapie voor wat betreft het verlagen van de systolische en diastolische bloeddruk (−13,6/−9,4 mmHg, −15,0/−10,6 mmHg bij 40 mg/5 mg, 80 mg/5 mg versus −6,2/−5,7 mmHg, −11,1/−8,0 mmHg bij amlodipine 5 mg en 10 mg en in vergelijking met de respectievelijke monotherapieën werden hogere regulatiepercentages van de diastolische bloeddruk bereikt (56,7%, 63,8% bij 40 mg/5 mg en 80 mg/5 mg versus 42%, 56,7% bij amlodipine 5 mg ...[+++]

Après 8 semaines de traitement, chacune des doses des associations s'est révélée statistiquement significativement supérieure aux deux doses d'amlodipine en monothérapie en termes de réduction de la pression artérielle systolique et diastolique (- 13,6/- 9,4 mmHg avec 40 mg/5 mg, - 15,0/- 10,6 mmHg avec 80 mg/5 mg versus - 6,2/- 5,7 mmHg, - 11,1/- 8,0 mmHg avec l'amlodipine 5 mg et 10 mg) et des taux de contrôle de la pression artérielle diastolique plus élevés qu'avec chacune des monothérapies


Een significant lager aantal VIMOVO-patiënten stopte vroegtijdig met de studies als gevolg van bijwerkingen in vergelijking tot patiënten die maagsapresistent naproxen alleen gebruikten (respectievelijk 7,9% versus 12,5%), respectievelijk 4,0% en 12,0% stopten als gevolg van bijwerkingen aan het bovenste maagdarmkanaal, inclusief duodenale ulcera.

Une proportion significativement plus faible de patients prenant VIMOVO a prématurément arrêté les études en raison d’évènements indésirables par comparaison aux patients prenant du naproxène gastro-résistant seul (respectivement 7,9% versus 12,5 %); respectivement 4% et 12,0 % des interruptions étaient dues à des effets indésirables d’origine digestive, y compris des ulcères duodénaux).


Bij 127 mannen die 10 mg alendronaat kregen, was de incidentie van nieuwe wervelfracturen (gemeten met kwantitatieve radiografie) significant lager dan met de placebo (respectievelijk 0,8% versus 7,1%) en ook de lichaamslengte nam minder af (respectievelijk -0,6 versus -2,4 mm).

Chez 127 hommes recevant 10 mg d’alendronate, l’incidence de nouvelles fractures vertébrales (mesurées par radiographie quantitative) était significativement réduite en comparaison avec le placebo (0,8 % versus 7,1 % respectivement), tandis que la perte de taille était également réduite (-0,6 mm versus 2,4 mm respectivement).


De resultaten van beide studies toonden dat behandeling met Seretide 50/250 resulteerde in een significant lager jaarlijkse incidentie van matige tot ernstige COPD-opstoten in vergelijking met salmeterol (SCO40043: respectievelijk 1,06 en 1,53 per persoon en per jaar, percentageverhouding 0,70; 95% BI: 0,58 tot 0,83; p< 0,001; SCO100250: respectievelijk 1,10 en 1,59 per persoon en per jaar, percentageverhouding 0,70; 95% BI: 0,58 tot 0,83; p< 0,001). Resultaten voor de secundaire werkzaam ...[+++]

Les résultats de ces deux études ont montré qu’un traitement par Seretide 50/250 entraine un taux annuel d’exacerbations modérées à sévères de BPCO significativement plus bas qu’un traitement par salmétérol (étude SCO40043: respectivement 1,06 et 1,53 exacerbation par sujet et par an, rapport :


Voor deze geselecteerde populatie bleek de frequentie van majeure cardiovasculaire voorvallen voor de tiotropiumgroep statistisch significant lager dan voor de met placebo behandelde groep (respectievelijk 4,25 en 3,44 ernstige cardiovasculaire voorvallen per 100 patiëntjaren).

Pour la population sélectionnée, la fréquence d’événements cardiovasculaires majeurs s’est avérée significativement plus faible dans le groupe sous tiotropium par rapport au groupe placebo (respectivement 4,25 et 3,44 événements cardiovasculaires graves par 100 années-patients).


Omdat er geen effect is op de ACE en geen potentiëring van bradykinine of substantie P is het onwaarschijnlijk dat het gebruik van angiotensine-II-antagonisten samenhangt met hoesten. In klinische studies waarin valsartan werd vergeleken met een ACE-remmer was de incidentie van een droge hoest significant lager (P< 0,05) bij patiënten die met valsartan werden behandeld in vergelijking met degenen die met een ACE-remmer werden behandeld (respectievelijk 2,6% versus 7,9%).

Les antagonistes de l’angiotensine II ne devraient pas provoquer de toux, dans la mesure où ils n’agissent pas sur l’enzyme de conversion et ne potentialisent pas l’action de la bradykinine ou de la substance P. Les études cliniques comparant le valsartan et un IEC ont montré que l’incidence d’une toux sèche était significativement plus faible (p< 0,05) sous valsartan que sous IEC (2,6 % contre 7,9 % respectivement).


In klinische studies waarin valsartan werd vergeleken met een ACE-remmer was de incidentie van een droge hoest significant lager (P< 0,05) bij patiënten die met valsartan werden behandeld in vergelijking met degenen die met een ACE-remmer werden behandeld (respectievelijk 2,6% versus 7,9%). In een klinisch onderzoek met patiënten met een voorgeschiedenis van droge hoest tijdens behandeling met een ACE-remmer vertoonde 19,5% van de proefpersonen die valsartan

Au cours d’une étude clinique incluant des patients ayant des antécédents de toux sèche sous IEC, cette toux est apparue chez 19,5 % des sujets sous valsartan et chez 19,0 % de ceux sous diurétique thiazidique contre 68,5 % de ceux sous IEC (p< 0,05).


w