Vertaling van "schildkliertumoren " (Nederlands → Frans) :

Schildkliertumoren vastgesteld in een studie van het carcinogene potentieel bij ratten en hepatocellulaire neoplasmata vastgesteld in een studie van het carcinogene potentieel bij muizen worden beschouwd als zijnde een species specifieke, nietgenotoxische respons op een langdurige behandeling met hoge doseringen van leverenzyminductoren.
Les tumeurs de la glande thyroïde observées dans une étude de carcinogénicité chez le rat et les néoplasies hépatocellulaires observées dans une étude de carcinogénicité chez la souris sont considérées comme des réponses non génotoxiques, spécifiques à l’espèce, associées à un traitement prolongé par des doses élevées d’inducteurs des enzymes hépatiques.

Schildkliertumoren vastgesteld in een studie van het carcinogene potentieel bij ratten en hepatocellulaire tumoren vastgesteld in een studie van het carcinogene potentieel bij muizen worden beschouwd als zijnde een speciesspecifieke, niet-genotoxische respons op een langetermijnbehandeling met hoge doseringen van leverenzyminductoren.
Les tumeurs de la glande thyroïde observées dans une étude de carcinogénicité chez le rat et les néoplasies hépatocellulaires observées dans une étude de carcinogénicité chez la souris sont considérées comme des réponses non génotoxiques, spécifiques à l’espèce, associées à un traitement prolongé par des doses élevées d’inducteurs des enzymes hépatiques.

Ook de anatomopathologische analyse van chirurgische stalen kan meespelen bij het toevallig detecteren van schildkliertumoren, met name in functie van de drempelwaarde om een kleine afwijking als " kanker" te bestempelen of de precisie van het onderzoek van de schildklier (aantal coupes per schildklier, dikte van de coupes) 21,22 .
L'évaluation pathologique des échantillons chirurgicaux peut également contribuer à un taux de détection variable des tumeurs thyroïdiennes en fonction des seuils utilisés pour qualifier une petite anomalie de « cancer » ou du degré de précision de l'examen de la glande thyroïde (plus ou moins de coupes par glande thyroïde et épaisseur des sections) 21,22 .

Herhaalde toediening van darunavir aan ratten leidde tot inductie van microsomale leverenzymen en tot een toegenomen eliminatie van schildklierhormoon, waardoor ratten – maar niet mensen – vatbaarder zijn voor schildkliertumoren.
L’administration répétée de darunavir chez le rat a entraîné une induction enzymatique hépatique microsomale et une augmentation de l’élimination hormonale thyroïdienne, prédisposant le rat, mais pas l’Homme, à des néoplasmes thyroïdiens.

Verhoogde incidentie van schildkliertumoren bij ratten was geassocieerd met verhoogde plasmaspiegels van TSH.
L’augmentation de l’incidence de tumeurs de la thyroïde observée chez le rat a été associée à une augmentation des taux sériques de TSH.

Ze zouden kunnen toegeschreven worden aan omgevingsfactoren (jodiumdeficiëntie, industriële of chemische vervuiling, bronnen van ioniserende straling, nabijheid van nucleaire locaties of centrales), aan etiologische of voorbeschikkende factoren voor schildkliertumoren, of aan een systematische registratie-bias bij de diagnostische oppuntstelling.
Elles pourraient être attribuées à des facteurs environnementaux (déficience en iode, pollution industrielle ou chimique, sources de radiation ionisantes, proximité de sites ou de centrales nucléaires), à des facteurs étiologiques ou prédisposant induisant le développement de tumeurs sur la thyroïde ou à des biais de détection.

In carcinogeniteitsstudies bij ratten en muizen werden respectievelijk schildkliertumoren en hepatocellulaire neoplasmata waargenomen. Het ontstaan hiervan wordt beschouwd als een soortspecifieke, niet-genotoxische respons, geassocieerd met langdurige behandeling met hoge doses van leverenzyminducerende stoffen.
Les tumeurs thyroïdiennes observées dans une étude de carcinogénicité chez le rat et les néoplasmes hépatocellulaires observés dans une étude de carcinogénicité chez la souris, sont considérés comme des réponses non génotoxiques, propres à l’espèce et associées à un traitement à long terme par de fortes doses d’inducteurs des enzymes hépatiques.

In carcinogeniciteitsstudies bij ratten en muizen werden respectievelijk schildkliertumoren en hepatocellulaire neoplasmata waargenomen. Het ontstaan hiervan wordt beschouwd als een soortspecifieke, niet-genotoxische respons, geassocieerd met langdurige behandeling met hoge doses van leverenzyminducerende stoffen.
Les tumeurs thyroïdiennes observées dans une étude de carcinogénicité chez le rat et les néoplasmes hépatocellulaires observés dans une étude de carcinogénicité chez la souris, sont considérés comme des réponses non génotoxiques, propres à l’espèce et associées à un traitement à long terme par de fortes doses d’inducteurs des enzymes hépatiques.