Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "respectievelijk waren " (Nederlands → Frans) :

Een studie die het effect van leverziekten op de farmacokinetiek van zolmitriptan evalueerde, toonde aan dat de AUC en de Cmax met 94% en 50% respectievelijk waren toegenomen bij patiënten met matige leverziekten en met 226% en 47% bij patiënten met ernstige leverziekten in vergelijking met gezonde vrijwilligers.

Une étude évaluant l’effet de la maladie hépatique sur les propriétés pharmacocinétiques du zolmitriptan a montré que l’ASC et la C max étaient augmentée de 94% et de 50% respectivement, chez les patients atteints de troubles hépatiques modérés et de 226 % et 47 % chez chez les sujets atteints d'une insuffisance hépatique sévère comparativement à des sujets sains.


Bij 15 kinderen en 11 volwassenen met verhoogde diurese die hoge doses Alkeran (140 mg/m²) intraveneus toegediend kregen, waren de gemiddelde initiële en terminale halfwaardetijden respectievelijk 6,5 ± 3,6 minuten en 41,4 ± 16,5 minuten. Bij 28 patiënten met verschillende maligne aandoeningen die doses van 70 tot 200 mg/m² in een 2 tot 20 minuten infuus toegediend kregen, waren de gemiddelde initiële en terminale halfwaardetijden ...[+++]

Chez 15 enfants et 11 adultes avec une diurèse augmentée, ayant reçu en intraveineux des doses élevées d'Alkeran (140 mg/m²), les durées de demi-vie initiales et terminales moyennes étaient respectivement de 6,5 ± 3,6 minutes et de 41,4 ± 16,5 min. Chez 28 patients atteints de différentes affections malignes et recevant des doses de 70 à 200 mg/m² en perfusion pendant 2 à 20 minutes, les durées de demi-vie initiales et terminales moyennes étaient respectivement de 8,8 ± 6,6 min. et de 73,1 ± 45,9 min. Les volumes moyens de distribution en steady-state et le volume compartimental central étaient de 40,2 ± 18,3 l. et de 18,2 ± 11,7.


Tijd tot het optreden van HCC of overlijden (ongeacht wat eerst plaatsvindt) was vergelijkbaar in de twee behandelgroepen; de cumulatieve sterftecijfers bij patiënten die tijdens de studie behandeld werden met entecavir en adefovir dipivoxil waren respectievelijk 23% (23/102) en 33% (29/89) en de cumulatieve frequenties van HCC voor entecavir en adefovir dipivoxil waren respectievelijk 12% (12/102) en 20% (18/89).

Le temps de survenue de carcinome hépatocellulaire (CHC) ou de décès était comparable dans les deux groupes de traitement: les taux cumulés de mortalité pendant l'étude étaient respectivement de 23% (23/102) et de 33% (29/89) chez les patients traités par l'entecavir et l'adéfovir dipivoxil, et les taux cumulés de carcinome hépatocellulaire (CHC) étaient respectivement de 12% (12/102) et de 20% (18/89) pour l'entecavir et l'adéfovir dipivoxil.


Bij een dosis van 5 mg tweemaal daags na de maaltijd waren de geometrische gemiddelde piekconcentratie in het plasma en de 24-uurs AUC respectievelijk 27,8 ng/ml en 265 ng.u/ml bij patiënten met gevorderd RCC. De geometrisch gemiddelde orale klaring en het schijnbare distributievolume waren respectievelijk 38 l/u en 160.

À la dose de 5 mg deux fois par jour administrée en période postprandiale, les moyennes géométriques de la concentration plasmatique maximale et de l’AUC sur 24 heures ont été respectivement de 27,8 ng/ml et 265 ng.h/ml chez des patients atteints de RCC avancé. Les moyennes géométriques de la clairance orale et du volume de distribution apparent ont été respectivement de 38 l/h et 160.


De lopinavir gemiddelde AUC, C max en C min in " steady-state" waren respectievelijk 72,6 � 31,1 �g�u/ml, 8,2 � 2,9 �g/ml en 3,4 � 2,1 �g/ml na Kaletra 230/57,5 mg/m 2 tweemaal daags zonder nevirapine (n=12) en waren respectievelijk 85,8 �36,9 �g�u/ml, 10,0 �3,3 en 3,6 � 3,5 �g/ml na 300/75 mg/m 2 tweemaal daags met nevirapine (n=12).

A l’état d’équilibre, les valeurs moyennes de l’ASC, de la C max et de la C min de lopinavir ont été respectivement de 72,6 � 31,1 �gh/ml, 8,2 � 2,9 et 3,4 � 2,1 �g/ml, après une posologie de Kaletra de 230/57,5 mg/m 2 deux fois par jour sans névirapine (n = 12) et respectivement de 85,8 � 36,9 �gh/ml, 10,0 � 3,3 et 3,6 � 3,5 �g/ml, après une posologie de Kaletra de 300/75 mg/m 2 deux fois par jour avec névirapine (n = 12).


Er waren geen relevante veranderingen in de systemische blootstelling aan het totale actieve deel van risperidon of aan topiramaat. Wanneer topiramaat werd toegevoegd aan een bestaande behandeling met risperidon (1-6 mg/dag), werden ongewenste voorvallen vaker gemeld dan voor de toediening van topiramaat (250-400 mg/dag) (respectievelijk 90% en 54%). De meest gemelde ongewenste voorvallen wanneer topiramaat werd toegevoegd aan een behandeling met risperidon waren slaperigheid (27% en 12%), paresthesie (22% en 0%) en misselijkheid (respectievelijk 18% en 9 ...[+++]

Les évènements indésirables les plus fréquemment rapportés après ajout de topiramate à un traitement par rispéridone ont été : somnolence (27% versus 12%), paresthésies (22% versus 0%) et nausées (18% versus 9% respectivement).


Ouderen Farmacokinetische gegevens over nuchtere bejaarde patiënten met ET (in de leeftijd van 65 - 75 jaar) in vergelijking met nuchtere volwassen patiënten (in de leeftijd van 22 - 50 jaar) geven aan dat de C max en AUC van anagrelide respectievelijk 36% en 61% hoger waren bij bejaarde patiënten, maar dat de C max en AUC van de werkzame metaboliet, 3-hydroxyanagrelide, respectievelijk 42% en 37% lager waren bij de bejaarde patiënten.

Personnes âgées Les données pharmacocinétiques de patients âgés à jeun (âgés de 65 à 75 ans) atteints de thrombocytémie essentielle comparées aux paramètres pharmacocinétiques à jeun de patients adultes (âgés de 22 à 50 ans) indiquent que la C max et l’ASC de l’anagrélide sont plus élevées de respectivement 36 % et 61 % chez les sujets âgés, mais que la C max et l’ASC du métabolite actif, le 3-hydroxy anagrélide, sont moins élevées de respectivement 42 % et 37 %.


De gemiddelde AUC (CV%)-waarden van bosentan bij kinderen behandeld met 31,25, 62,5 of 125 mg tweemaal daags waren respectievelijk 3496 (49), 5428 (79) en 6124 (27) ng·h/ml en waren lager dan de waarde van 8149 (47) ng·h/ml die werd gezien bij volwassen patiënten met pulmonale arteriële hypertensie die tweemaal daags 125 mg gebruikten. In de evenwichtssituatie bedroeg de systemische blootstelling van kinderen van 10–20 kg, 20–40 kg en > 40 kg respectievelijk 43%, 67% en 75% van de systemische waarde bij volwassenen.

Les valeurs moyennes de l’aire sous la courbe (SSC (CV%)) de bosentan chez les enfants traités par 31,25, 62,5 ou 125 mg deux fois par jour étaient respectivement de 3496 (49), 5428 (79), et 6124 (27) ng·h/ml et étaient inférieures à la valeur de 8149 (47) ng·h/ml observée chez les patients adultes atteints d’hypertension artérielle pulmonaire et recevant 125 mg de bosentan deux fois par jour. A l’état stable, l’exposition systémique mesurée dans chacun des groupes d’enfants pesant 10–20 kg, 20–40 kg et > 40 kg correspondait respectivement à 43%, 67%, et 75% de la valeur observée chez l’adulte.


De afnames van HbA1c in de primaire per protocolanalyse waren bij saxagliptine en sitagliptine respectievelijk -0,5% (gemiddelde en mediaan) en -0,6% (gemiddelde en mediaan) ten opzichte van de uitgangswaarde. In de bevestigende volledige analyseset waren de gemiddelde afnames -0,4% en - 0,6% voor respectievelijk saxagliptine en sitagliptine, met mediane afnames van -0,5% voor beide groepen.

Les réductions de l'HbA1c par rapport à la valeur initiale selon l'analyse per protocole étaient respectivement de - 0,5 % (moyenne et médiane) et


De uitgangskenmerken in de twee behandelgroepen waren goed vergelijkbaar, zowel wat betreft de leeftijd (de mediane leeftijd in de SPRYCEL groep was 46 jaar en in de imatinibgroep 49 jaar, terwijl respectievelijk 10% en 11% van de patiënten ouder was dan 65 jaar), het geslacht (respectievelijk 44% en 37% vrouwen) als het ras (respectievelijk 51% en 55% blank en 42% en 37% Aziatisch).

Les caractéristiques à l'inclusion étaient bien équilibrées entre les deux groupes de traitement quant à l'âge (l'âge médian était de 46 ans pour le groupe SPRYCEL et de 49 ans pour le groupe imatinib avec 10% et 11% de patients âgés de 65 ans ou plus, respectivement), au sexe (femmes 44% et 37%, respectivement), et race (caucasiens 51% et 55%; asiatiques 42% et 37%, respectivement), A l'inclusion, la distribution du score de Hasford était similaire dans les groupes de traitement SPRYCEL et imatinib (risque bas: 33% et 34%; risque intermédiaire 48% et 47%; risque élevé: 19% et 19%, respectivement).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'respectievelijk waren' ->

Date index: 2024-08-13
w