Het Koninklijk besluit van 3 juli 1996 wordt gewijzigd zodat ook wanneer de persoon zich in het geval “verlening van recht” bevindt, hij geen aanvullende bijdrage verschuldigd is voor het tijdvak dat hij in het buitenland verbleef.
L’arrêté royal du 3 juillet 1996 est modifié de sorte que même si la personne se trouve dans une situation de “prolongation du droit”, elle est redevable d’une cotisation complémentaire pour la période au cours de laquelle elle a séjourné à l’étranger.