De proport
ie personen die een psychisch onwelbevinden ervaart blijkt in functie van de socio-economische status van het individu (opleiding, inkomen of armoedegrens) te variëren, maar deze verschillen zijn niet significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Het psychisch onwelbevinden komt daarentegen significant meer voor bij de geïnstitutionaliseerde personen (40%) dan bij diegenen die thuis wonen (23-25%) na correctie voor leeftijd en geslacht. In Brussel is de prevalentie van psychisch onwelbevinden bij de ouderen het hoogst (32%); het verschil ten opzichte van de twee andere gewesten (22 à 26%) is significant na correctie voor
...[+++] leeftijd en geslacht.
A Bruxelles, la prévalence de mal être psychique est la plus haute chez les personnes âgées (32%) la différence par rapport aux 2 autres régions (22%et 26%) est significative après correction pour l’âge et le sexe.