De nodige voorzorgen moeten in acht worden genomen bij patiënten met hart-, lever- of nieraandoeningen of aandoeningen aan de ademhalingswegen, en bij hypovolemische of verzwakte patiënten of patiënten met epilepsie. In deze gevallen moet Propofol B. Braun 1% (10 mg/ml) worden toegediend aan een beperkt debiet (zie rubriek over de dosering).
Il convient de procéder avec précaution chez les patients présentant un dysfonctionnement cardiaque, respiratoire, rénal ou hépatique et chez les patients en état d’hypovolémie, de faiblesse ou atteints d’épilepsie, l’administration de Propofol B. Braun 1 % (10 mg/ml) devant alors être réalisée à un débit limité (voir la rubrique relative à la posologie).