Een toevallige diagnose kan worden gedefinieerd als de niet-gezochte informatie die aan het lic
ht komt tijdens het zoeken naar gewenste informatie. In dit deel van het onderzoek werden volgende on
derzoeken geacht te kunnen leiden tot toevallige diagnoses: bepalen van de serumspiegels van het Thyroïd Stimulerend Hormoon (TSH), echografie van de hals, duplex echografie van
de halsslagader, CT scan, positronemissie-tomografie (PET sca
...[+++]n) en magnetische-resonantiebeeldvorming (MRI).
Dans cette partie de l'étude, les tests suivants ont été considérés comme pouvant potentiellement mener à ce type de découverte fortuite : le dosage de la thyréostimuline (TSH), l’échographie du cou (ultrasound - US), l’échographie des carotides, la tomodensitométrie (CT scan), la tomographie à émission de positron (PET-scan) et l’imagerie par résonance magnétique (IRM).