Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «patiënten werd genotypering » (Néerlandais → Français) :

In vivo resistentie (nog niet eerder met antiretrovirale middelen behandelde patiënten): Tijdens een open-label gerandomiseerd klinisch onderzoek (GS-01-934) onder nog niet eerder met antiretrovirale middelen behandelde patiënten werd genotypering verricht op HIV-1-isolaten in plasma bij alle patiënten met bevestigde HIV RNA > 400 kopieën/ml in week 48, 96 of 144 of op het moment van vroegtijdige stopzetting van de behandeling met het onderzoeksgeneesmiddel.

Résistance in vivo (patients naïfs de tout traitement antirétroviral) : Au cours d’une étude clinique, en ouvert, randomisée (GS-01-934) portant sur des patients naïfs de tout traitement antirétroviral, un génotypage a été effectué sur des isolats plasmatiques de VIH-1 provenant de tous les patients ayant un ARN-VIH-1 supérieur à 400 copies/ml confirmé aux semaines 48, 96 ou 144, ou au moment de l’arrêt du médicament en cas de sortie d’étude précoce.


- (93%) Genotype 3c 12/12 2/3 (67%) (100%) Genotype 4 - 4/5 (80%) a: Respons op behandeling werd gedefinieerd als een onmeetbaar lage HCV-RNA-spiegel 24 weken na de behandeling, onderste detectielimiet = 125 IE/ml. b: n = aantal responders/aantal patiënten met een gegeven genotype en duur van de behandeling. c: Patiënten met genotype 3 en een lage virale belasting (< 600.000 IE/ml) werden gedurende 24 weken behandeld, terwijl patiënten met genotype 3 ...[+++]

e 4 a : La réponse au traitement était définie comme étant l’obtention de taux indétectables d’ARN-VHC à 24 semaines post-traitement, la limite inférieure de détection étant = 125 UI/ml. b : n = nombre de patients répondant au traitement/nombre de sujets ayant un génotype donné et une durée de traitement assignée c : Les patients ayant un génotype 3 et une faible charge virale (< 600 000 UI/ml) ont reçu le traitement pendant 24 semaines tandis que les patients ayant un génotype 3 et une charge virale élevée (≥ 600 000 UI/ml) ont reçu ...[+++]


Het gunstige profiel van de combinatietherapie werd ook gereflecteerd in de mate van respons met betrekking tot het HCV-genotype of de " viral load" bij aanvang van de behandeling. In de combinatie-arm en in de interferon monotherapie-arm was de mate van aanhoudende respons bij patiënten met HCV genotype-1 respectievelijk 28 % versus 0% en bij patiënten met genotype non-1 respectievelijk 58 % versus 8%.

L'efficacité de l'association thérapeutique a également été confirmée par le taux de réponses en fonction du génotype ou de la charge virale initiale du VHC. Dans les groupes association et interféron seul, les taux de réponses prolongées étaient respectivement de 28 % versus 0 % chez les patients infectés par le VHC de génotype 1 et de 58 % versus 8 % chez les patients infectés par le VHC de génotype non-1.


Het gunstige profiel van de combinatietherapie werd ook gereflecteerd in de mate van respons met betrekking tot het HCV-genotype of de " viral load" bij aanvang van de behandeling. In de combinatie-arm en in de interferonmonotherapie-arm was de mate van aanhoudende respons bij patiënten met HCV genotype-1 respectievelijk 28 % versus 0% en bij patiënten met genotype non-1 respectievelijk 58 % versus 8%.

L'efficacité de l'association thérapeutique a également été confirmée par le taux de réponses en fonction du génotype ou de la charge virale initiale du VHC. Dans les groupes association et interféron seul, les taux de réponses prolongées étaient respectivement de 28 % versus 0 % chez les patients infectés par le VHC de génotype 1 et de 58 % versus 8 % chez les patients infectés par le VHC de génotype non-1.


a: De respons op de behandeling werd gedefinieerd als het niet kunnen waarnemen van HCV-RNA 24 weken na beëindiging van de behandeling, onderste detectielimiet = 125 IE/ml. b: n = aantal responders/aantal proefpersonen met het betreffende genotype en de betreffende toegewezen behandelingsduur. c: Patiënten met genotype 3 en een lage virale belasting (< 600.000 IE/ml) werden gedurende 24 weken

a : La réponse au traitement étaient définie comme un ARN-VHC indétectable 24 semaines après l’arrêt du traitement, limite inférieure de détection = 125 UI/ml. b : n = nombre de répondeurs/nombre de sujets présentant le génotype déterminé et la durée de traitement déterminée. c : Les patients présentant un génotype 3 avec une faible charge virale (< 600 000 UI/ml) devaient être traités pendant 24 semaines tandis que ceux présentant un génotype 3 avec une charge virale élevée (≥ 600 000 UI/ml) devaient être traités pendant 48 semaines


Bij alle patiënten in de chronische hepatitis C-studies werd een leverbiopsie uitgevoerd voor inclusie, maar in sommige gevallen (bv. patiënten met genotype 2 en 3) kan een behandeling worden gestart zonder histologische bevestiging.

Tous les patients inclus dans les études portant sur l’hépatite C chronique ont subi une biopsie hépatique avant l’inclusion mais dans certains cas (c.-à-d. patients ayant un génotype 2 et 3), le traitement peut s’envisager sans confirmation histologique.


Bij analyse van het genotype van stammen van patiënten die nog geen antiretrovirale middelen hadden gekregen en die een virologisch falen vertoonden (n = 71) tijdens behandeling met nevirapine eenmaal per dag (n = 25) of tweemaal per dag (n = 46) in combinatie met lamivudine en stavudine gedurende 48 weken, werd aangetoond dat de stammen die werden gekweekt bij respectievelijk 8/25 en 23/46 patiënten, één of meer van de volgende substituties vertoonden die resulteren in resistentie tegen NNRTI’s: Y181C, K101E, G190A/S, K103N, V106A/M, ...[+++]

L’analyse génotypique des isolats provenant de patients naïfs de traitement antirétroviral, présentant un échec virologique (n = 71) recevant la névirapine une fois par jour (n = 25) ou deux fois par jour (n = 46) en association avec la lamivudine et la stavudine pendant 48 semaines, a montré que les isolats provenant respectivement de 8 patients sur 25 et de 23 patients sur 46 contenaient au moins l’une des substitutions suivantes associées à une résistance aux INNTI : Y181C, K101E, G190A/S, K103N, V106A/M, V108I, Y188C/L, A98G, F227L et M230L.


Dit hogere aandeel patiënten met een SVR onder de eltrombopag-gebruikers werd bij alle randomisatiestrata-subgroepen waargenomen (baseline bloedplaatjestelling (< 50.000 vs. > 50.000), virale lading (< 800.000 IE/ml vs. ≥ 800.000 IE/ml) en genotype (2/3 vs. 1/4/6)).

L'amélioration de la proportion de patients ayant obtenu une réponse virologique soutenue était constante dans tous les sous-groupes des strates de randomisation (taux plaquettaire initial (< 50 000 versus > 50 000), charge virale (< 800 000 UI/ml versus ≥ 800 000 UI/ml) et génotype (2/3 versus 1/4/6)).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'patiënten werd genotypering' ->

Date index: 2021-04-11
w