Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "patiënten met hcv-genotypen anders " (Nederlands → Frans) :

Gebruik bij patiënten met HCV-genotypen anders dan genotype 1 De veiligheid en werkzaamheid van Victrelis alleen of in combinatie met peginterferon alfa en ribavirine voor de behandeling van chronische hepatitis C-genotypen anders dan genotype 1 zijn niet vastgesteld.

Utilisation chez les patients ayant un génotype du VHC autre que le génotype 1 La tolérance et l’efficacité de Victrelis, seul ou associé à peginterféron alfa et ribavirine, dans le traitement de l’hépatite C chronique de génotype autre que le génotype 1 n’ont pas été établies.


Patiënten geïnfecteerd met een HCV genotype anders dan genotype 1 dienen dagelijks 800 mg ribavirine te gebruiken.

Les patients infectés par le VHC d’un autre génotype que le génotype 1 doivent recevoir 800 mg par jour de ribavirine.


Pediatrische patiënten In de onderzoeker-gesponsorde CHIPS studie (Chronic Hepatitis C International Paediatric Study) werden 65 kinderen en adolescenten (6-18 jaar) met chronische HCV infectie behandeld met eenmaal per week subcutaan 100 microgram/m 2 Pegasys en 15 mg/kg/dag ribavirine, gedurende 24 weken (genotypen 2 en 3) of 48 weken (alle andere genotypen).

Population pédiatrique Dans l’étude investigateur CHIPS (Chronic Hepatitis C International Paediatric Study), 65 enfants et adolescents (6 - 18 ans) atteints d’hépatite chronique C ont été traités par Pegasys 100 microgrammes/m 2 une fois par semaine et ribavirine 15 mg/kg/jour, durant 24 semaines (génotypes 2 et 3) ou 48 semaines (autres génotypes).


Bij patiënten die geïnfecteerd zijn met andere genotypen HCV, moet de beslissing om de therapie tot 48 weken uit te breiden gestoeld worden op andere prognostische factoren (zoals een hoge “viral load” bij het begin van de behandeling, mannelijk geslacht, leeftijd boven 40 jaar en bewezen “bridging fibrosis”).

Chez les patients infectés par un autre génotype du VHC, la décision de poursuivre le traitement jusqu'à 48 semaines doit être fonction d'autres facteurs pronostiques (tels que charge virale initiale élevée, sexe masculin, âge > 40 ans et fibrose septale avérée).


Kinderen en adolescenten In de onderzoeker-gesponsorde CHIPS studie (Chronic Hepatitis C International Paediatric Study) werden 65 kinderen en adolescenten (6-18 jaar) met chronische HCV infectie behandeld met eenmaal per week subcutaan 100 microgram/m2 peginterferon alfa-2a en 15 mg/kg/dag Copegus, gedurende 24 weken (genotypen 2 en 3) of 48 weken (alle andere genotypen).

Enfants et adolescents Dans l’étude investigateur CHIPS (Chronic Hepatitis C International Paediatric Study), 65 enfants et adolescents (6 - 18 ans) atteints d’hépatite chronique C ont été traités par peginterféron alfa-2a 100 microgrammes/m 2 une fois par semaine et Copegus 15 mg/kg/jour, durant 24 semaines (génotypes 2 et 3) ou 48 semaines (autres génotypes).


Bij patiënten met HIV-HCV co-infectie was het klinische bijwerkingsprofiel gemeld voor peginterferon alfa-2a, alleen of in combinatie met ribavirine, gelijk aan dat wat waargenomen is voor patiënten met HCV mono-infectie. Bij HIV-HCV patiënten die Copegus en peginterferon alfa-2a combinatietherapie krijgen zijn andere bijwerkingen gemeld bij ≥ 1% tot ≤ 2% van de patiënten: hyperlactacidemie/lactaat acidose, influenza, pneumonie, affectlabiliteit, apathie, tinnitus, pharyngolaryngeale pijn, cheilitis, verworven lipodistrofie en chromaturie.

Chez des patients co-infectés par le VIH et le VHC, le profil des évènements indésirables cliniques rapportés avec le peginterféron alfa-2a, administré seul ou en association avec la ribavirine, a été similaire à celui enregistré chez des patients mono-infectés par le VHC. Chez les patients co-infectés par le VIH et le VHC traités par Copegus en association avec le peginterféron alfa-2a, d’autres effets indésirables ont été rapportés chez ≥ 1% à ≤ 2% des patients : hyperlactatémie/acidose lactique, grippe, pneumonie, troubles émotionnels, apathie, acouphènes, douleurs pharyngolaryngées, chéilite, lipodystrophie acquise et chromaturie.


Bij patiënten met HIV-HCV co-infectie waren de klinische bijwerkingsprofielen gemeld voor Pegasys, alleen of in combinatie met ribavirine, gelijk aan die profielen waargenomen bij patiënten met HCV mono-infectie. Bij HIV-HCV patiënten die Pegasys en ribavirine als combinatietherapie gebruikten zijn nog andere bijwerkingen gemeld bij ≥1% en ≤2% van de patiënten: hyperlactacidemie/lactaatacidose, influenza, pneumonie, affectlabiliteit, apathie, tinnitus, faryngolaryngeale pijn, cheilitis, verworven lipodystrofie en chromaturie.

Chez des patients co-infectés par le VIH et le VHC, le profil des effets indésirables cliniques de Pegasys, administré seul ou en association avec la ribavirine, a été similaire à celui enregistré chez des patients atteints d’une mono-infection par le VHC. Chez les patients co-infectés par le VIH et le VHC traités par Pegasys en association avec la ribavirine, d’autres effets indésirables ont été rapportés chez ≥1 % à ≤2 % des patients : hyperlactatémie/acidose lactique, grippe, pneumonie, troubles émotionnels, apathie, acouphènes, douleurs pharyngolaryngées, chéilite, lipodystrophie acquise et chromaturie.


De invloed van een verminderde leverfunctie op de farmacokinetiek van eltrombopag na herhaalde toediening is geëvalueerd gebruikmakend van een populatiefarmacokinetiekanalyse bij 28 gezonde volwassenen en 714 patiënten met een verminderde leverfunctie (673 patiënten met een HCV-infectie en 41 patiënten met een chronische leverziekte door een andere oorzaak).

L’impact de l’insuffisance hépatique sur la pharmacocinétique d’eltrombopag suite à une administration répétée a été évalué, via une analyse de pharmacocinétique de population, chez 28 adultes sains et 714 patients avec insuffisance hépatique (673 patients infectés par le VHC et 41 patients ayant une maladie hépatique chronique d’une autre étiologie).


Leeftijd De invloed van de leeftijd op de farmacokinetiek van eltrombopag werd bepaald door middel van een populatiefarmacokinetische analyse bij 28 gezonde vrijwilligers, 673 patiënten met een HCV-infectie, en 41 patiënten met een chronische leverziekte door een andere oorzaak, allen in een leeftijd van 19 tot 74 jaar.

L'influence de l’âge sur la pharmacocinétique d'eltrombopag a été évaluée en utilisant une analyse de pharmacocinétique de population réalisée chez 28 sujets sains, 673 patients infectés par le VHC et 41 patients avec une maladie hépatique chronique d’une autre étiologie, âgés de 19 à 74 ans.


Bij de studies met ITP- of HCV-patiënten bestonden de meest voorkomende bijwerkingen (optredend bij minimaal 10% van de gebruikers) van welke graad dan ook, onder andere uit: hoofdpijn, anemie, verminderde eetlust, insomnia, hoesten, misselijkheid, diarree, alopecia, pruritus, myalgie, pyrexie, vermoeidheid, influenza-achtige ziekte, asthenie, koude rillingen en perifeer oedeem.

Les événements indésirables de tout grade les plus fréquents (observés chez au moins 10 % des patients) dans les essais PTI ou VHC ont inclus : céphalées, anémie, diminution de l'appétit, insomnie, toux, nausées, diarrhée, alopécie, prurit, myalgie, pyrexie, fatigue, syndrome pseudo-grippal, asthénie, frissons et oedème périphérique.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'patiënten met hcv-genotypen anders' ->

Date index: 2024-12-06
w