Deze aandoeningen doen zich voor bij patiënten met een persoonlijke of familiegeschiedenis van QTverlenging, elektrolytafwijkingen, congestief hartfalen, brady-aritmieën, geleidingsstoornissen en bij patiënten die antiaritmica of andere geneesmiddelen gebruiken die leiden tot QT-verlenging of elektrolytafwijkingen.
Les facteurs de risque sont notamment des antécédents personnels ou familiaux d’allongement de l’intervalle QT, les déséquilibres électrolytiques, l’insuffisance cardiaque congestive, les bradyarythmies, les troubles de la conduction et l’administration d’antiarythmiques ou d’autres médicaments entraînant un allongement de l’intervalle QT ou des troubles électrolytiques.