Tijdens gebruik na het in de handel brengen, werden klinisch significante gevallen van geneesmiddeleninteractie gemeld bij patiënten die fluticasonpropionaat en ritonavir kregen. Dit leidde tot systemische effecten van de corticosteroïden, waaronder Cushing syndroom en bijnieronderdrukking.
Durant l’utilisation post-commercialisation, on a rapporté des cas d’interaction médicamenteuse cliniquement significative chez des patients recevant du propionate de fluticasone et du ritonavir, conduisant à des effets systémiques des corticostéroïdes comprenant un syndrome de Cushing et une inhibition surrénalienne.