Vertaling van "patiënten die resistentie tegen rilpivirine ontwikkelden " (Nederlands → Frans) :

Onder die patiënten die resistentie tegen rilpivirine ontwikkelden, vertoonden 4/7 patiënten met een uitgangswaarde van de virusbelasting ≤ 100.000 kopieën/ml en 28/30 patiënten met een uitgangswaarde van de virusbelasting > 100.000 kopieën/ml kruisresistentie tegen andere NNRTI’s.
Parmi ces patients ayant développé une résistance à la rilpivirine, 4/7 patients dont la charge virale initiale était ≤ 100 000 copies/ml et 28/30 patients dont la charge virale initiale était > 100 000 copies/ml présentaient une résistance croisée à d’autres INNTI.

Kruisresistentie: Activiteit van andere proteaseremmers tegen isolaten die oplopende resistentie tegen lopinavir ontwikkelden na Kaletrabehandeling bij proteaseremmer-ervaren patiënten: De aanwezigheid van kruisresistentie tegen andere proteaseremmers werd geanalyseerd in 18 reboundisolaten waarvan ontwikkeling van resistentie tegen lopinavir was aangetoond tijdens drie fase II en één fase III studies van Kaletra bij proteaseremmer-ervaren patiënten.
Résistance croisée : Activité des autres inhibiteurs de protéase contre les isolats ayant développé une augmentation de la résistance au lopinavir après un traitrement par Kaletra chez les patients prétraités par un IP : la présence d'une résistance croisée à d'autres inhibiteurs de protéase a été analysée dans 18 cas de rebond virologique ayant développé une résistance au lopinavir au cours de 3 études de phase II et d'une étude de phase III de Kaletra chez des patients prétraités par un inhibiteur de protéase.

Tot en met week 96 hadden in de rilpivirinegroep minder patiënten met een uitgangswaarde van de virusbelasting ≤ 100.000 kopieën/ml resistentie-geassocieerde substituties en/of fenotypische resistentie tegen rilpivirine (7/288) dan patiënten met een uitgangswaarde van de virusbelasting > 100.000 kopieën/ml (30/262).
Jusqu’à la semaine 96, les patients du bras rilpivirine dont la charge virale initiale était ≤ 100 000 copies/ml ont été moins nombreux à présenter des substitutions émergentes associées à une résistance et/ou une résistance phénotypique à la rilpivirine (7/288) que les patients dont la charge virale initiale était > 100 000 copies/ml (30/262).

Resistentie tegen rilpivirine 1 Kruisresistentie 2 tegen etravirine efavirenz nevirapine Resistentie tegen emtricitabine/lamivudine (M184I/V) Resistentie tegen tenofovir (K65R)
Résistance à la rilpivirine 1 Résistance croisée 2 à l’étravirine l’éfavirenz la névirapine Résistance à l’emtricitabine/la lamivudine (M184I/V) Résistance au ténofovir (K65R)

Bij die patiënten bij wie behandeling met EDURANT faalde en die resistentie tegen EDURANT ontwikkelden, werd over het algemeen kruisresistentie gezien tegen andere goedgekeurde NNRTI’s (etravirine, efavirenz, nevirapine).
Chez ces patients en échec d’EDURANT et qui ont développé une résistance à EDURANT, une résistance croisée aux autres INNTI enregistrés (étravirine, éfavirenz, névirapine) a généralement été observée.

Bij patiënten met een baseline viral load ≤ 100.000 kopieën/ml, vertoonden 9 van de 27 patiënten met virologisch falen op EDURANT resistentie tegen rilpivirine ontstaan na het begin van de behandeling (genotypische analyse), met de volgende frequentie van fenotypische kruisresistentie: etravirine 4/9, efavirenz 3/9 en nevirapine 1/9.
Chez les patients avec une charge virale à l’inclusion ≤ 100 000 copies/ml, 9 des 27 patients avec un échec virologique à EDURANT ont présenté une résistance au traitement par rilpivirine (analyse génotypique), avec les fréquences de résistance phénotypique croisée suivantes : étravirine 4/9, éfavirenz 3/9 et névirapine 1/9.

1 Fenotypische resistentie tegen rilpivirine (> 3,7-voudige verandering ten opzichte van controlegroep) 2 Fenotypische resistentie (Antivirogram).
1 Résistance phénotypique à la rilpivirine (modification d’un facteur > 3,7 par rapport aux sujets

Bij immuungedeprimeerde patiënten is het risico van ernstige herpetische infecties en van resistentie tegen aciclovir verhoogd.
Les malades immunodéprimés ont un risque accru d’infections herpétiques graves et de résistance à l’aciclovir.

In Drug and Therapeutics Bulleti n wordt evenwel de opmerking gemaakt dat deze studies uitgevoerd werden voordat hoofdluizen resistentie ontwikkelden tegen insecticiden.
Dans le Drug and Therapeutics Bulletin , on signale toutefois que ces études ont été réalisées avant que les poux n’aient développé une résistance aux insecticides.

Uit de resultaten van een systematisch overzicht en een meta-analyse [ Brit Med J 2008; 336: 195-8 ] blijkt dat bij patiënten met " biochemische resistentie " tegen acetylsalicylzuur (ongeacht de test die werd gebruikt om de resistentie te bepalen), het cardiovasculaire risico viermaal hoger is dan bij patiënten die biochemisch gezien " gevoelig" zijn voor acetylsalicylzuur.
Il ressort des résultats d’une revue systématique et d’une méta-analyse [ Brit Med J 2008; 336: 195-8 ] que les patients présentant une " résistance biochimique " à l’acide acétylsalicylique (quel que soit le test utilisé pour la déterminer) ont un risque cardio-vasculaire quatre fois plus élevé que les patients " sensibles " d’un point de vue biochimique à l’acide acétylsalicylique.