Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.

Traduction de «patiënten die reeds andere risicofactoren voor qt-verlenging » (Néerlandais → Français) :

Lumefantrine kan het QT-interval verlengen, met risico van ' torsades de pointes'; Riamet® mag daarom niet gebruikt worden bij patiënten die reeds andere risicofactoren voor QT-verlenging hebben (zie Inleiding van het Repertorium, blz. 7).

La luméfantrine peut entraîner un allongement de l’intervalle QT, avec risque de torsades de pointes. Riamet® ne peut dès lors pas être utilisé chez les patients présentant déjà d’autres facteurs de risque d’allongement de l’intervalle QT (voir Introduction du Répertoire, p. 7).


Ventriculaire aritmieën en torsades de pointes (hoofdzakelijk gemeld bij patiënten met risicofactoren voor QT-verlenging) Verlenging QT-interval in het ecg (zie rubriek 4.4 onder verlenging QT-interval en rubriek 4.9)

Arythmie ventriculaire et torsades de pointes (rapportées de façon prédominante chez les patients présentant des facteurs de risque d’allongement de l’intervalle QT), allongement de l’espace QT de l’électrocardiogramme (voir rubrique 4.4 Allongement de l’espace QT et rubrique 4.9)


Zelden:Tachycardie Niet bekend: Ventriculaire aritmieën, torsades de pointes (voornamelijk gerapporteerd bij patiënten met risicofactoren voor QT-verlenging), ECG QT verlenging (zie rubrieken 4.4 ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’ en 4.9 ‘Overdosering’)

Rare : Tachycardie Fréquence indéterminée : Arythmies ventriculaires, torsades de pointes (principalement rapportées chez des patients ayant des facteurs de risque d’allongement de l'intervalle QT), allongement de l'intervalle QT à l’ECG (voir rubriques 4.4 « Mises en garde spéciales et précautions d'emploi » et 4.9 « Surdosage »)


Hartaandoeningen Zelden Tachycardie Niet bekend Ventriculaire aritmie en torsades de pointes (voornamelijk gerapporteerd bij patiënten met risicofactoren voor QT-verlenging), verlenging van het QT-interval op ECG (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.9) Bloed- en lymfestelselaandoeningen Soms Leukopenie, eosinofilie Zelden Trombocytopenie, neutropenie Niet bekend Pancytopenie, agranulocytose, hem ...[+++]

Rare Tachycardie Fréquence indéterminée Arythmies ventriculaires et torsades de pointes (principalement rapportées chez les patients présentant des facteurs de risque d’allongement de l'intervalle QT), allongement de l'intervalle QT (voir rubriques 4.4 et 4.9) Affections hématologiques et du système lymphatique Peu fréquent Leucopénie, éosinophilie Rare Thrombocytopénie, neutropénie Fréquence indéterminée Pancytopénie, agranulocytose, anémie hémolytique Affections du système nerveux Fréquent Étourdissements, céphalées Peu fréquent Som ...[+++]


Hartaandoeningen Zelden: tachycardie Niet bekend: Ventriculaire aritmie en torsades de pointes (hoofzakelijk gerapporteerd bij patiënten met risicofactoren voor QT-verlenging), verlenging van het QTinterval op het ecg (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.9)

Affections cardiaques Rare: Tachycardie Fréquence indéterminée: Arythmie ventriculaire et torsades de pointes (principalement rapportées chez les patients présentant des facteurs de risque pour un allongement de l’intervalle QT), allongement de l’intervalle QT dans l’ECG (voir rubrique 4.4 et rubrique 4.9)


Het risico van bradycardie en ritmestoornissen verhoogt bij gelijktijdige behandeling met andere bradycardiserende stoffen (o.a. β-blokkers, verapamil, diltiazem) en bij aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging (bv. hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hartlijden, associatie met stoffen die het QT-interval kunnen verlengen: zie Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium 2006, blz. 7).

Le risque de bradycardie et de troubles du rythme augmente en cas de traitement concomitant par d’autres médicaments bradycardisants (p. ex. β-bloquants, vérapamil, diltiazem) et en présence de facteurs de risque d’un allongement de l’intervalle QT (p. ex. hypokaliémie, hypomagnésémie, affections cardiaques, association à des médicaments qui peuvent allonger l’intervalle QT: voir Répertoire Commenté des Médicaments 2006, p.7).


Ventriculaire aritmie, torsades de pointes (voornamelijk gemeld bij patiënten met risicofactoren voor QT-verlenging), verlengd ECG QT (zie rubriek 4.4 en 4.9)

Arythmie ventriculaire et torsades de pointes (rapportés majoritairement chez des patients présentant des facteurs de


Ventriculaire aritmie en torsades de pointes (voornamelijk gemeld bij patiënten met risicofactoren voor QT-verlenging), verlengd ECG QT (zie rubriek 4.4 en 4.9)

Arythmie ventriculaire et torsades de pointes (rapportés majoritairem ent chez des patients présentant des facteurs de risque d’allongeme nt de l’intervalle QT), allongement de l’intervalle QT observé lors d’un


De algemene risicofactoren zijn vooral: associatie van andere geneesmiddelen die het QT-interval verlengen, bradycardie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, voorafbestaande QT-verlenging (congenitaal of verworven), gebruik van diuretica, overdosering, hartlijden en vrouwelijk geslacht [zie ook Gecommentarieerd Geneesiddelenrepertorium 2004, blz. 81 (2.4.1.2.)].

Les principaux facteurs de risque sont: l’association à d’autres médicaments qui allongent l’intervalle QT, la bradycardie, l’hypokaliémie, l’hypomagnésiémie, l’allongement de l’intervalle QT pré-existant (congénital ou acquis), l’utilisation de diurétiques, le surdosage, les affections cardiaques et le sexe féminin [voir aussi Répertoire Commenté des Médicaments 2004, page 81 (2.4.1.2.)].


Domperidon dient bijvoorbeeld niet gebruikt te worden bij patiënten met reeds verlengde hartgeleidingsintervallen (vooral QTc), en de aanwezigheid van risicofactoren van verlenging van het QT-interval of torsades de pointes moet worden nagegaan, bv. elektrolytenstoornissen, hartaandoeningen zoals hartfalen, of gelijktijdige i ...[+++]

La domperidone ne doit p.ex. pas être utilisée chez des patients présentant une prolongation des intervalles de conduction cardiaque (particulièrement QTc) et la présence de facteurs de risque d’allongement de l’intervalle QT ou de torsades de pointes doit être vérifiée; il s’agit p.ex. de troubles électrolytiques, d’affections cardiaques telles que décompensation cardiaque, ou de la prise concomitante d’autres médicaments qui allongent l’intervalle QT ou d’inhibiteurs du CYP3A4 [voir ...[+++]


w