In gevallen waar een snel effect gewenst is, mag de behandeling begonnen worden met parenterale injecties (langzaam IM-IV of infusen) van 10 tot 30 mg, 2 tot 4 maal per dag (via i.m. of langzame i.v. injectie over 1 à 2 minuten met de patiënt bij voorkeur op de rug liggend of via intraveneus infuus, waarbij de oplossing voor injectie verdund wordt met 250 – 500 ml fysiologische zoutoplossing of 5 % glucoseoplossing en toegediend wordt over 2 à 3 uren).
i.v. lente pendant 1 à 2 minutes, le patient étant de préférence couché sur le dos ou par infusion intraveineuse, la solution pour injection étant diluée avec 250 – 500 ml de soluté physiologique ou de solution glucose à 5 % et administrée en 2 à 3 heures.