Vertaling van "ovariumcarcinoom borstcarcinoom " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

familiale voorgeschiedenis: ovariumcarcinoom
antécédents familiaux de carcinome de l'ovaire

kleincellig ovariumcarcinoom
carcinome à petites cellules de l'ovaire

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

De frequentie en ernst van bijwerkingen, tenzij anders vermeld, zijn over het algemeen gelijk bij patiënten die paclitaxel ontvangen voor het behandelen van ovariumcarcinoom, borstcarcinoom of NSCLC. Geen van de waargenomen toxiciteiten werden duidelijk beïnvloed door leeftijd.
Sauf mention contraire, la fréquence et la sévérité des effets indésirables sont généralement comparables chez les patients recevant le paclitaxel pour le traitement du cancer de l’ovaire, du sein ou du CPNPC. Aucune des toxicités observées n’était clairement influencée par l’âge.

De frequentie en de ernst van de ongewenste effecten, tenzij anders wordt aangegeven, zijn meestal dezelfde tussen patiënten die paclitaxel krijgen voor de behandeling van ovariumcarcinoom, borstcarcinoom of niet-kleincellig longcarcinoom .
La fréquence et la sévérité des effets indésirables, sauf mention contraire, sont le plus souvent les mêmes chez les patients qui reçoivent du paclitaxel pour le traitement d’un carcinome de l’ovaire, un carcinome du sein ou un cancer bronchique non à petites cellules avancé.

De frequentie en de ernst van bijwerkingen, tenzij anders vermeld, zijn doorgaans vergelijkbaar bij patiënten die paclitaxel krijgen voor de behandeling van ovariumcarcinoom, borstcarcinoom of NSCLC. Geen van de waargenomen toxische effecten werd duidelijk beïnvloed door de leeftijd.
Sauf mention contraire, la fréquence et la sévérité des effets indésirables sont généralement identiques entre les patients recevant du paclitaxel pour le traitement d’un cancer de l’ovaire, d’un cancer du sein ou d’un CPNPC. Aucune des toxicités observées n’était clairement influencée par l’âge.

Tenslotte dient vermeld dat vrouwen met genetische voorbeschiktheid voor borstcarcinoom ook een verhoogd risico hebben van ovariumcarcinoom, en de resultaten van epidemiologische studies wijzen er op dat orale anticonceptiva dit risico van ovariumcarcinoom juist doen dalen.
Enfin, il faut signaler que les femmes génétiquement prédisposées au carcinome mammaire ont aussi un risque accru de carcinome ovarien, et les résultats d’études épidémiologiques indiquent que les contraceptifs oraux font justement baisser ce risque de carcinome ovarien.

De beslissing om orale anticonceptiva voor te schrijven bij vrouwen met verhoogd risico van borstcarcinoom moet dan ook worden genomen na overweging van de individuele risicofactoren van borst- en ovariumcarcinoom en de mogelijke voordelen die het anticonceptivum in het individuele geval zou kunnen meebrengen.
La décision de prescrire un contraceptif oral aux femmes ayant un risque accru de carcinome mammaire doit dès lors être prise après avoir évalué les facteurs de risque individuels de carcinome mammaire et ovarien ainsi que les avantages potentiels que pourrait apporter le contraceptif dans ce cas particulier.

De activiteit van epirubicine werd bepaald op vele experimentele tumoren, waaronder leukemieën L1210 en P388, sarcoom SA 180 (solide en ascetische vorm), B16 melanoom, borstcarcinoom, longcarcinoom van Lewis en coloncarcinoom 38; bovendien werd er ook een effect aangetoond op menselijke tumoren die getransplanteerd werden in naakte muizen zonder thymus (melanoom en borst-, long-, prostaat- en ovariumcarcinoom).
Des études expérimentales réalisées sur des cultures cellulaires ont montré que l’épirubicine pénètre rapidement dans la cellule et se retrouve dans le noyau, où elle inhibe la synthèse de l’acide nucléique et la mitose. L’activité de l’épirubicine a été établie sur de nombreuses tumeurs expérimentales, notamment les leucémies L1210 et P388, le sarcome SA 180 (forme solide et ascitique), le mélanome B16, le carcinome du sein, le carcinome pulmonaire de Lewis et le carcinome du côlon 38 ; de plus, un effet a aussi été démontré sur des tumeurs humaines transplantées chez des souris athymiques nude (mélanome et carcinome du sein, du poumon, de la prostate et de l’ovaire).