Traduction de «osteoporose traden veneuze tromboembolische gebeurtenissen » (Néerlandais → Français) :

In alle placebo-gecontroleerde klinische studies met raloxifene bij osteoporose traden veneuze tromboembolische gebeurtenissen op, waaronder diepveneuze trombose, pulmonaire embolie en trombose in de vena retinalis, met een frequentie van ongeveer 0,8 % of 3,22 gevallen per 1000 patiëntenjaren.
Dans tous les essais cliniques contrôlés versus placebo de traitement de l’ostéoporose par le raloxifène, des accidents thrombo-emboliques veineux, comprenant des thromboses veineuses profondes, des embolies pulmonaires et des thromboses veineuses rétiniennes, sont survenus avec une fréquence d’environ 0,8 % soit 3,22 cas pour 1000 patientes-année.

In alle placebogecontroleerde klinische studies met raloxifeen bij osteoporose traden veneuze tromboembolische gebeurtenissen op, waaronder diepveneuze trombose, pulmonaire embolie en trombose in de vena retinalis, met een frequentie van ongeveer 0,8 % of 3,22 gevallen per 1000 patiëntenjaren.
Dans tous les essais cliniques contrôlés versus placebo de traitement de l’ostéoporose par le raloxifène, des accidents thrombo-emboliques veineux, comprenant des thromboses veineuses profondes, des embolies pulmonaires et des thromboses veineuses rétiniennes, sont survenus avec une fréquence d’environ 0,8 % soit 3,22 cas pour 1000 patientes-année.

Andere belangrijke ernstige bijwerkingen die werden vastgesteld in de STS-onderzoeken omvatten veneuze tromboembolische gebeurtenissen, linkerventrikeldisfunctie en pneumothorax.
D'autres effets indésirables graves importants identifiés dans les essais STS ont inclus des évènements thromboemboliques veineux, un dysfonctionnement du ventricule gauche et des cas de pneumothorax.

Bij de niet eerder behandelde MRCC-patiënten die IFN-α kregen, traden zes (2%) veneuze tromboembolische voorvallen op; één patiënt (< 1%) kreeg een graad 3 DVT en vijf patiënten (1%) hadden een longembolie, allemaal van graad.
Des évènements thromboemboliques veineux sont survenus chez six patients (2 %) atteints de MRCC non prétraités recevant l’IFN-α: un patient (< 1 %) a présenté une TVP de grade 3 et cinq patients (1 %) des embolies pulmonaires, toutes de grade.