De verdere dosering hangt af van de mate van nierdisfunctie, de ernst van de infectie en de gevoeligheid van de oorzakelijke pathogenen (zie rubriek 4.2 en 5.2).
La posologie ultérieure est guidée par le degré de dysfonction rénale, la sévérité de l'infection et la sensibilité des pathogènes responsables (voir rubriques 4.2 et 5.2).