Traduction de «ongeveer 28 hoger » (Néerlandais → Français) :

Na orale toediening van meerdere doseringen equivalente doses fosamprenavir en amprenavir werden vergelijkbare amprenavir-AUC-waarden waargenomen, maar de C max -waarden waren ongeveer 30% lager en de C min -waarden waren ongeveer 28% hoger met fosamprenavir.
Après administrations orales répétées de doses équivalentes de fosamprénavir et d'amprénavir, les valeurs de l'ASC de l’amprénavir se sont révélées similaires. Toutefois, après administration de fosamprénavir, les valeurs de C max ont été environ 30 % inférieures et celles de la C min environ 28 % supérieures.

De AUC en Cmax voor de actieve metaboliet, norquetiapine, waren hoger, respectievelijk ongeveer 62% en 49% bij kinderen (10-12 jaar), en 28% en 14% bij adolescenten (13- 17 jaar) in vergelijking met volwassenen.
Par comparaison avec la situation chez l’adulte, l’ASC et la Cmax du métabolite actif, la norquétiapine, étaient plus élevées d'environ 62 et 49 %, respectivement, chez les enfants (10 à 12 ans), et de 28 et 14 %, respectivement, chez les adolescents (13 à 17 ans).

De AUC en C max voor de actieve metaboliet, N-desalkylquetiapine, waren hoger, respectievelijk ongeveer 62% en 49% bij kinderen (10-12 jaar), en respectievelijk 28% en 14% bij adolescenten (13-17 jaar) ten opzichte van volwassenen.
L’ASC et la C max pour le métabolite actif, N-desalkyl quétiapine, étaient plus élevées, environ 62 % et 49 % chez les enfants (10 à 12 ans), respectivement, et 28 % et 14% chez les adolescents (13 à 17 ans), respectivement, par rapport aux adultes.

De AUC en de C max van de actieve metaboliet norquetiapine waren hoger, respectievelijk ongeveer 62% en 49% bij kinderen (10-12 jaar) en respectievelijk 28% en 14% bij adolescenten (13-17 jaar), dan bij volwassenen.
L’ASC et la C max observées pour le métabolite actif (la norquétiapine) étaient supérieures chez les enfants (10-12 ans) et chez les adolescents (13-17 ans), par rapport aux adultes, de respectivement environ 62 % et 49 % pour le premier groupe et de 28 % et 14 % pour le second groupe.

De AUC en Cmax voor de actieve metaboliet, norquetiapine, waren hoger, respectievelijk ongeveer 62% en 49% in kinderen (10-12 jaar), en respectievelijk 28% en 14% in adolescenten (13-17 jaar) in vergelijking met volwassenen.
L’AUC et la Cmax pour le métabolite actif, la norquétiapine, étaient plus grands, respectivement d’approximativement 62% et 49% chez les enfants (10-12 ans) et respectivement de 28% et 14% chez les adolescents (13-17 ans), par comparaison avec les adultes.

In vergelijking met 2011 wordt in de categorie “openbaar” vastgesteld dat het aantal geselecteerde ziekenhuizen afneemt (-3), maar ook dat het gemiddeld terug te betalen bedrag hoger ligt dan in 2011 (162.940 tegenover 149.266 in 2011); voor de categorie “privé” daalt het aantal geselecteerde ziekenhuizen (-4) en daalt het gemiddelde bedrag met ongeveer € 28.000.
Par rapport à 2011, on notera, dans la catégorie « public », une diminution du nombre d’hôpitaux sélectionnés (-3) mais aussi un montant moyen à rembourser plus élevé qu’en 2011 (162.940 contre 149.266 en 2011) ; pour la catégorie « privé » le nombre d’hôpitaux sélectionnés diminue (-4) et le montant moyen diminue d’environ 28.000 euros.

Bij de in vitro totale bloedanalyse bij katten, was de selectiviteite van robenacoxib ongeveer 500 maal hoger voor COX-2 (IC 50 0,058 μM) vergeleken met COX-1 (IC 50 28,9 μM).
Chez le chat, les dosages sanguins in vitro ont montré que la sélectivité du robenacoxib est 500 fois plus élevée pour COX-2 (IC 50 0,058 µM) que pour COX-1 (IC 50 28,9 µM).

De voedingsbehoeften aan vitamine B 6 worden op 15 µg/g voedingseiwitten geraamd. De aanbevolen inname ligt echter aanzienlijk hoger en schommelt van 0,3 mg/dag bij jonge kinderen tot ongeveer 2 mg per dag bij volwassenen (Tabel 28 bis).
Si les besoins nutritionnels en vitamine B 6 sont estimés à 15 µg/g de protéines apportées dans l’alimentation, l’apport conseillé est nettement plus élevé et varie de 0,3 mg/jour chez l’enfant en bas âge, à 2 mg par jour environ chez l’adulte (Tableau 28 bis).