Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "onder de normaalwaarde ondergrens " (Nederlands → Frans) :

De gemiddelde veranderingen ten opzichte van de beginwaarden leken zich te stabiliseren tijdens de volgende acht weken. In totaal kwamen bij 17 patiënten (6,5%) in de ambrisentan behandelgroepen verlagingen van de hemoglobine voor van ≥15% ten opzichte van de beginwaarden, en die onder de normaalwaarde ondergrens vielen.

Les variations par rapport à la valeur à l’inclusion ont semblé se stabiliser au cours des huit semaines suivantes. Au total, 17 patients (6,5 %) des groupes traités par ambrisentan ont présenté une diminution du taux d'hémoglobine d'au moins 15 % par rapport à l’inclusion et le taux était inférieur à la limite inférieure de la normale.


In totaal kwamen bij 17 patiënten (6,5%) in de ambrisentan behandelgroepen verlagingen van de hemoglobine voor van ≥15% ten opzichte van de beginwaarden, en die onder de normaalwaarde ondergrens vielen.

Au total, 17 patients (6,5 %) des groupes traités par ambrisentan ont présenté une diminution du taux d'hémoglobine d'au moins 15 % par rapport à l’inclusion et le taux était inférieur à la limite inférieure de la normale.


De behandeling met Tyverb moet worden gestaakt bij patiënten met symptomen die in verband kunnen worden gebracht met een verminderde linkerventrikel-ejectiefractie (LVEF) die wordt geclassificeerd als graad 3 of hoger volgens het National Cancer Institute Common Terminology Criteria for Adverse Events (NCI CTCAE) of wanneer de LVEF is gedaald onder de gebruikelijke ondergrens van de normaalwaarden (zie rubriek 4.4).

Le traitement par Tyverb doit être arrêté en cas de diminution symptomatique de la fraction d’éjection ventriculaire gauche (FEVG), ce qui constitue un événement de grade 3 ou plus selon la classification du NCI – CTCAE (« National Cancer Institute - Common Terminology Criteria Adverse Event »), ou si la valeur de la FEVG décroît à une valeur inférieure à la limite normale (voir rubrique 4.4).


Laboratoriumafwijkingen bij patiënten met jichtartritis Hematologie Verlaagde aantallen witte bloedcellen (WBC) ≤0,8x de ondergrens van de normaalwaarde (LLN) werden gemeld bij 6,7% van de patiënten behandeld met Ilaris vergeleken met 1,4% behandeld met triamcinolonacetonide.

Anomalies biologiques chez les patients atteints d’arthrite goutteuse Hématologie Une diminution du nombre de globules blancs (GB) à ≤ 0,8 x limite inférieure de la normale (LIN) a été rapportée chez 6,7 % des patients traités par Ilaris versus 1,4 % des patients traités par l’acétonide de triamcinolone.


Een geringe vermindering (d.w.z. ongeveer binnen 20 % van de ondergrens van de normaalwaarde) gaat niet gepaard met klinisch significante effecten op de werkingsduur (zie rubriek 4.3 en rubriek 4.4 voor informatie over homozygote en heterozygote patiënten)

L'activité de ces cholinestérases plasmatiques peut être réduite en cas d'anomalies génétiques des cholinestérases plasmatiques (par exemple, chez les patients hétérozygotes ou homozygotes pour le gène atypique des cholinestérases plasmatiques), dans divers états pathologiques (voir rubrique 4.4) et par certains médicaments (voir rubrique 4.5).


Laboratoriumafwijkingen bij patiënten met jichtartritis Hematologie Verlaagde aantallen witte bloedcellen (WBC) ≤0,8x de ondergrens van de normaalwaarde (LLN) werden gemeld bij 6,7% van de patiënten behandeld met Ilaris vergeleken met 1,4% behandeld met triamcinolonacetonide.

Anomalies biologiques chez les patients atteints d’arthrite goutteuse Hématologie Une diminution du nombre de globules blancs (GB) à ≤ 0,8 x limite inférieure de la normale (LIN) a été rapportée chez 6,7 % des patients traités par Ilaris versus 1,4 % des patients traités par l’acétonide de triamcinolone.


Tijdens klinische studies trad een afname van de linkerventrikelejectiefractie (LVEF) van ≥ 20% en beneden de ondergrens van de normaalwaarde op bij ongeveer 2% van de met sunitinib behandelde GIST-patiënten, bij 4% van de cytokine-refractaire MRCC-patiënten en bij 2% van de GIST-patiënten die een placebo kregen.

Dans les essais cliniques, une diminution de la fraction d’éjection du ventricule gauche (FEVG) supérieure ou égale à 20 %, et en dessous de la limite inférieure de la normale, est survenue chez environ 2 % des patients atteints de GIST, chez 4 % des patients atteints de MRCC traités par sunitinib après échec d’un traitement à base de cytokine, et chez 2 % des patients atteints de GIST recevant un placebo.


In het onderzoek bij niet eerder behandeld MRCC hadden 27% van de sunitinib-patiënten en 15% van de IFN-α patiënten een LVEF-waarde beneden de ondergrens van de normaalwaarde.

Au cours de l’étude portant sur des patients ayant un MRCC non prétraité, 27 % des patients recevant sunitinib et 15 % des patients recevant l’IFN-α, ont présenté une valeur de la FEVG inférieure à la limite inférieure de la normale.


Voor kinderen kan de dosis worden verlaagd met 10 mg/kg indien bij twee achtereenvolgende visites de geschatte creatinineklaring daalt onder de ondergrens van de normaalwaarden (< 90 ml/min) en/of serumcreatininespiegels stijgen boven de bovengrens van de normaalwaarden passend bij de leeftijd.

Chez les patients pédiatriques, la dose peut être diminuée de 10 mg/kg si la clairance de la créatinine estimée diminue en dessous de la limite inférieure de la normale (< 90 ml/min) et/ou les taux de la créatininémie augmentent au delà de la limite supérieure de la normale en fonction de l’âge, à deux visites successives.


Voor volwassenen kan de dagdosis worden verlaagd met 10 mg/kg, indien een stijging in serumcreatinine met > 33% boven het gemiddelde van de metingen vóór de behandeling en dalingen in geschatte creatinineklaring onder de ondergrens van de normaalwaarden (< 90 ml/min) worden waargenomen bij twee achtereenvolgende visites, en wanneer deze niet kunnen worden toegeschreven aan andere oorzaken (zie rubriek 4.2).

Chez les patients adultes, la dose journalière peut être diminuée de 10 mg/kg s’il est observé une augmentation de la créatininémie supérieure à 33% de la valeur moyenne des mesures effectuées avant traitement à deux visites successives et une diminution de la clairance de la créatinine estimée en dessous de la limite inférieure de la normale (< 90 ml/min) qui ne peut être attribuée à toutes autres causes (voir rubrique 4.2).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'onder de normaalwaarde ondergrens' ->

Date index: 2024-01-12
w