Vertaling van "ondansetron " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

product dat ondansetron bevat
produit contenant de l'ondansétron

product dat ondansetron in rectale vorm bevat
produit contenant de l'ondansétron sous forme rectale

product dat ondansetron in orale vorm bevat
produit contenant de l'ondansétron sous forme orale

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

De anti-emetica ondansetron (dikwijls in associatie met een corticosteroïd) en aprepitant.
Les antiémétiques ondansétron (souvent en association avec un corticostéroïde) et aprépitant.

Butylhyoscinebromide: Buscopan Cyclizine (niet gecommercialiseerd in België) Dexamethason (injecteerbaar): Aacidexam Dolasetron (niet gecommercialiseerd in België) Domperidon: Dompephar, Merck-Domperidon, Motilium, Noseum, Zilium Droperidol: Dehydrobenzperidol Granisetron: Kytril Hyoscinehydrobromide (niet beschikbaar als specialiteit) Metoclopramide: Dibertil, Docmetoclo, Metoclopramide EG, Movistal, Primperan Promethazine: Phenergan Ondansetron: Zofran Tropisetron: Novaban
Bromhydrate d’hyoscine (non disponible en spécialité) Bromure de butylhyoscine: Buscopan Cyclizine (pas commercialisé en Belgique) Dexaméthasone (sous forme injectable): Aacidexam Dolasétron (pas commercialisé en Belgique) Dompéridone: Dompephar, Merck-Domperidon, Motilium, Noseum, Zilium Dropéridol: Dehydrobenzperidol Granisétron: Kytril Métoclopramide: Dibertil, Docmetoclo, Metoclopramide EG, Movistal, Primperan Prométhazine: Phenergan Ondansétron: Zofran Tropisétron: Novaban

- Serotonine-antagonisten zoals dolasetron, granisetron, ondansetron en tropisetron zijn doeltreffend bij postoperatieve nausea en braken, en veroorzaken weinig ongewenste efecten.
- Les antagonistes sérotoninergiques, tels le dolasétron, le granisétron, l’ondansétron et le tropisétron sont efficaces contre les nausées et vomissements postopératoires et entraînent peu d’effets indésirables.

Vooral disopyramide, quinidine, sotalol Domperidon (opgelet bij > 30 mg/j), ondansetron (vooral hoge doses IV) Vooral droperidol, pimozide, sertindol en haloperidol in hoge doses Tricyclische antidepressiva (vooral indien overdosis), citalopram et escitalopram Erythromycine (vooral IV), azithromycine, clarithromycine, telithromycine, moxifloxacine (in mindere mate ook met levofloxacine en ofloxacine)
Surtout disopyramide, quinidine, sotalol Dompéridone (prudence > 30 mg/j), ondansétron (surtout doses élevées IV) Surtout dropéridol, pimozide, sertindol et halopéridol à doses élevées Tricycliques (surtout en cas de surdosage), citalopram et escitalopram Erythromycine (surtout par voie IV), azithromycine, clarithromycine, télithromycine, moxifloxacine (dans une moindre mesure également la lévofloxacine et l'ofloxacine)

Nausea of braken als gevolg van chemotherapie reageren zeer goed op 5HT 3 -receptorantagonisten (granisetron, ondansetron, tropisetron), maar het voorschrijven van deze geneesmiddelen valt binnen de bevoegdheid van de specialist.
Les nausées et les vomissements induits par la chimiothérapie répondent très bien aux antagonistes des récepteurs 5HT 3 (granisétron, ondansétron, tropisétron), mais la prescription de ces médicaments est du ressort du spécialiste.

1 L02BG L02BG03 ANASTROZOL 972 8,1% 274,2 L02BG04 LETROZOL 881 9,4% 240,0 L02BG06 EXEMESTAAN 534 8,4% 121,8 2 L02BA L02BA01 TAMOXIFEN 366 9,1% 634,1 L02BA03 FULVESTRANT 85 9,1% 5,6 L02BA02 TOREMIFEN 0 2,6% 0,1 3 L02AE L02AE03 GOSERELINE 200 1,9% 43,5 L02AE02 LEUPRORELINE 65 0,7% 26,8 L02AE04 TRIPTORELINE 41 0,5% 10,9 4 M05BA M05BA06 IBANDRONINEZUUR 135 1,6% 112,6 M05BA02 CLODRONINEZUUR 13 5,4% 2,0 M05BA04 ALENDRONINEZUUR 13 0,1% 20,6 M05BA07 RISEDRONINEZUUR 12 0,1% 10,1 M05BA08 ZOLEDRONINEZUUR 0 0,0% 0,0 M05BA01 ETIDRONINEZUUR 0 0,2% 0,0 5 B01AB B01AB06 NADROPARINE 70 0,2% 30,9 B01AB05 ENOXAPARINE 37 0,1% 23,9 B01AB10 TINZAPARINE 10 0,3% 3,7 B01AB04 DALTEPARINE 1 0,4% 0,5 6 N02AB N02AB03 FENTANYL 114 0,5% 35,9 N02AB02 PETHIDINE 0 0,0% 0,0 7 A02BC A02BC01 OMEPRAZOL 81 0,1% 139,1 A02BC02 PANTOPRAZOL 20 0,0% 18,5 A02BC05 ESOMEPRAZOL 6 0,0% 4,7 A02BC04 RABEPRAZOL 3 0,1% 1,4 A02BC03 LANSOPRAZOL 2 0,0% 3,3 8 C10AA C10AA05 ATORVASTATINE 42 0,0% 33,5 C10AA07 ROSUVASTATINE 22 0,0% 26,1 C10AA01 SIMVASTATINE 15 0,0% 50,8 C10AA03 PRAVASTATINE 4 0,0% 8,9 C10AA04 FLUVASTATINE 2 0,0% 2,7 9 L02BB L02BB03 BICALUTAMIDE 83 1,1% 23,8 L02BB01 FLUTAMIDE 1 0,1% 0,3 10 H02AB H02AB04 METHYLPREDNISOLON 81 0,5% 216,4 H02AB02 DEXAMETHASON 0 0,2% 0,2 H02AB01 BETAMETHASON 0 0,0% 0,7 H02AB09 HYDROCORTISON 0 0,1% 0,3 H02AB08 TRIAMCINOLON 0 0,0% 0,0 11 A04AA A04AA01 ONDANSETRON 40 11,9% 2,4 A04AA03 TROPISETRON 33 18,6% 2,5 A04AA02 GRANISETRON 1 28,8% 0,1 12 L01BC L01BC06 CAPECITABINE 72 4,1% 3,6 L01BC02 FLUOROURACIL 1 0,1% 0,2 13 L01XE L01XE01 IMATINIB 70 0,3% 0,6 14 N03AX N03AX14 LEVETIRACETAM 31 0,2% 8,8 N03AX16 PREGABALINE 18 0,2% 6,7 N03AX09 LAMOTRIGINE 4 0,0% 1,6 N03AX11 TOPIRAMAAT 3 0,0% 0,7 N03AX12 GABAPENTINE 2 0,1% 1,0 15 H01CB H01CB02 OCTREOTIDE 40 0,3% 1,0 H01CB03 LANREOTIDE 16 0,3% 0,4 16 N06AB N06AB10 ESCITALOPRAM 21 0,1% 25,1 N06AB05 PAROXETINE 11 0,1% 17,6 N06AB04 CITALOPRAM 8 0,1% 12,7 N06AB06 SERTRALINE 7 0,0% 15,6
1 L02BG L02BG03 ANASTROZOLE 972 8,1% 274,2 L02BG04 LETROZOLE 881 9,4% 240,0 L02BG06 EXEMESTANE 534 8,4% 121,8 2 L02BA L02BA01 TAMOXIFENE 366 9,1% 634,1 L02BA03 FULVESTRANT 85 9,1% 5,6 L02BA02 TOREMIFENE 0 2,6% 0,1 3 L02AE L02AE03 GOSERELINE 200 1,9% 43,5 L02AE02 LEUPRORELINE 65 0,7% 26,8 L02AE04 TRIPTORELINE 41 0,5% 10,9 4 M05BA M05BA06 ACIDE IBANDRONIQUE 135 1,6% 112,6 M05BA02 ACIDE CLODRONIQUE 13 5,4% 2,0 M05BA04 ACIDE ALENDRONIQUE 13 0,1% 20,6 M05BA07 ACIDE RISEDRONIQUE 12 0,1% 10,1 M05BA08 ACIDE ZOLEDRONIQUE 0 0,0% 0,0 M05BA01 ACIDE ETIDRONIQUE 0 0,2% 0,0 5 B01AB B01AB06 NADROPARINE 70 0,2% 30,9 B01AB05 ENOXAPARINE 37 0,1% 23,9 B01AB10 TINZAPARINE 10 0,3% 3,7 B01AB04 DALTEPARINE 1 0,4% 0,5 6 N02AB N02AB03 FENTANYL 114 0,5% 35,9 N02AB02 PETHIDINE 0 0,0% 0,0 7 A02BC A02BC01 OMEPRAZOLE 81 0,1% 139,1 A02BC02 PANTOPRAZOLE 20 0,0% 18,5 A02BC05 ESOMEPRAZOLE 6 0,0% 4,7 A02BC04 RABEPRAZOLE 3 0,1% 1,4 A02BC03 LANSOPRAZOLE 2 0,0% 3,3 8 C10AA C10AA05 ATORVASTATINE 42 0,0% 33,5 C10AA07 ROSUVASTATINE 22 0,0% 26,1 C10AA01 SIMVASTATINE 15 0,0% 50,8 C10AA03 PRAVASTATINE 4 0,0% 8,9 C10AA04 FLUVASTATINE 2 0,0% 2,7 9 L02BB L02BB03 BICALUTAMIDE 83 1,1% 23,8 L02BB01 FLUTAMIDE 1 0,1% 0,3 10 H02AB H02AB04 METHYLPREDNISOLONE 81 0,5% 216,4 H02AB02 DEXAMETHASONE 0 0,2% 0,2 H02AB01 BETAMETHASONE 0 0,0% 0,7 H02AB09 HYDROCORTISONE 0 0,1% 0,3 H02AB08 TRIAMCINOLONE 0 0,0% 0,0 11 A04AA A04AA01 ONDANSETRON 40 11,9% 2,4 A04AA03 TROPISETRON 33 18,6% 2,5 A04AA02 GRANISETRON 1 28,8% 0,1 12 L01BC L01BC06 CAPECITABINE 72 4,1% 3,6 L01BC02 FLUOROURACIL 1 0,1% 0,2 13 L01XE L01XE01 IMATINIB 70 0,3% 0,6 14 N03AX N03AX14 LEVETIRACETAM 31 0,2% 8,8 N03AX16 PREGABALINE 18 0,2% 6,7 N03AX09 LAMOTRIGINE 4 0,0% 1,6 N03AX11 TOPIRAMATE 3 0,0% 0,7 N03AX12 GABAPENTINE 2 0,1% 1,0 15 H01CB H01CB02 OCTREOTIDE 40 0,3% 1,0 H01CB03 LANREOTIDE 16 0,3% 0,4 16 N06AB N06AB10 ESCITALOPRAM 21 0,1% 25,1 N06AB05 PAROXETINE 11 0,1% 17,6 N06AB04 CITALOPRAM 8 0,1% 12,7 N06AB06 SERTRALINE 7 0,0% 15,6

Bij het gecombineerde gebruik van busulfan en fluconazol (anti-schimmelmiddel) of 5-HT 3 -antiemetica als ondansetron of granisetron was er geen sprake van onderlinge geneesmiddelwisselwerking.
Le busulfan a été associé avec le fluconazole (agent antifongique) ou les anti-émétiques 5-HT 3 tels que l’ondansétron ou le granisétron et aucune interaction n’a été observée.

Er bestaan enkele zeer specifieke geneesmiddelen die braken tegengaan (o.a. alizapride, metoclopramide en ondansetron).
Il existe plusieurs médicaments très spécifiques pour lutter contre les vomissements (alizapride, prométhazine, diphenhydramine, métoclopramide et ondansétron, etc).

imipraminederivaten, H1-antihistaminica, diuretica, verapamil, diltiazem, amlodipine, ondansetron, moxonidine, clonidine): toename van het risico van obstipatie + geneesmiddelen die hyponatriëmie kunnen veroorzaken (bv. diuretica, SSRI’s,
ondansétron, moxonidine, clonidine): augmentation du risque de constipation + médicaments hyponatrémiants (par ex: diurétiques, ISRS, carbamazépine,.): augmentation

imipramine-derivaten, H1-antihistaminica, diuretica, verapamil, diltiazem, amlodipine, ondansetron, moxonidine, clonidine): verhoging van het obstipatierisico
imipraminiques, antihistaminiques H 1 , diurétiques, vérapamil, diltiazem, amlodipine,