De Nationale Raad benadrukt zowel het belang van de onafhankelijkheid van de ethische commissie ten aanzien van de promotor en de onderzoeker als elke andere vorm van onbetamelijke beïnvloeding (art. 13 van de Verklaring van Helsinki).
Le Conseil insiste sur l’importance de l’indépendance du comité d’éthique vis-à-vis du promoteur, de l’investigateur ou de toute autre forme d’influence indue (art. 13 de la Déclaration d’Helsinki).