Traduction de «oesophagale » (Néerlandais → Français) :

Gastro-oesophagale reflux of het terugvloeien van zure maaginhoud naar de slokdarm, kan pijn veroorzaken achter het borstbeen, een vol gevoel na de maaltijd, oprispingen, misselijkheid en braken.
Le reflux gastro-œsophagien, ou le reflux du contenu acide de l'estomac dans l'œsophage, peut mener à une douleur à l'arrière du sternum, une sensation de réplétion après les repas, de la régurgitation, des nausées et des vomissements.

Gastro-oesophagale reflux | Stichting tegen Kanker
Reflux gastro-œsophagien | Fondation contre le Cancer

Reacties, zoals oesophagitis, oesophagale ulcera, oesophagale erosies en in zeldzame gevallen gevolgd door oesophagale stenose of perforatie, werden gerapporteerd bij patiënten behandeld met FOSAMAX. In bepaalde gevallen waren deze ernstig en leidden tot hospitalisatie.
Des réactions, comme une oesophagite, des ulcères oesophagiens et des érosions oesophagiennes, et rarement suivi par une sténose ou une perforation oesophagienne, ont été rapportées chez des patients recevant FOSAMAX. Dans certains cas, elles ont été sévères et ont demandé une hospitalisation.

Soms: gastritis (0,9% vs 0,7%), oesophagitis (0,9% vs 0,9%), dysfagie (0,4% vs 0,2%), duodenitis (0,2% vs 0,1%), oesophagale ulcus (0,2% vs 0,2%) Zelden: glossitis (< 0,1% vs 0,1%), oesophagale strictuur (< 0,1% vs 0,0%)
Troubles gastro-intestinaux: Fréquents: constipation (5,0 % vs 4,8 %), dyspepsie (4,5 % vs 4,1 %), nausées (4,3 % vs 4 ,0 %), douleur abdominale (3,5 % vs 3,3 %), diarrhées (3,0 % vs 2,7 %). Peu fréquents: gastrite (0,9 % vs 0,7 %), oesophagite (0,9 % vs 0,9 %), dysphagie (0,4 % vs 0,2 %), duodénite (0,2 % vs 0,1 %), ulcère oesophagien (0,2 % vs 0,2 %). Rares: Glossite (< 0,1 % vs 0,1 %), sténose de l’œsophage (< 0,1 % vs 0,0 %).

Home » Alles over kanker » Bijwerkingen » Gastro-oesophagale reflux
Accueil » Les cancers » Effets secondaires » Reflux gastro-œsophagien

Maagdarmstelselaandoeningen: Vaak: obstipatie (5,0% vs 4,8%), dyspepsie (4,5% vs 4,1%), nausea (4,3% vs 4,0%), buikpijn (3,5% vs 3,3%), diarree (3,0% vs 2,7%) Soms: gastritis (0,9% vs 0,7%), oesophagitis (0,9% vs 0,9%), dysfagie (0,4% vs 0,2%), duodenitis (0,2% vs 0,1%), oesophagale ulcus (0,2% vs 0,2%) Zelden: glossitis (< 0,1% vs 0,1%), oesophagale strictuur (< 0,1% vs 0,0%)
Troubles gastro-intestinaux: Fréquents: (5,0 % vs 4,8 %), dyspepsie (4,5 % vs 4,1 %), nausées (4,3 % vs 4 ,0 %), douleur abdominale (3,5 % vs 3,3 %), diarrhées (3,0% vs 2,7 %). Peu fréquents: gastrite (0,9 % vs 0,7 %), oesophagite (0,9 % vs 0,9 %), dysphagie (0,4 % vs 0,2 %), duodénite (0,2 % vs 0,1 %), ulcère oesophagien (0,2% vs 0,2%). Rares: Glossite (< 0,1 % vs 0,1 %), sténose de l’œsophage (< 0,1% vs 0,0 %).

Vaak: obstipatie (5,0% vs 4,8%), dyspepsie (4,5% vs 4,1%), nausea (4,3% vs 4,0%), buikpijn (3,5% vs 3,3%), diarree (3,0% vs 2,7%) Soms: gastritis (0,9% vs 0,7%), oesophagitis (0,9% vs 0,9%), dysfagie (0,4% vs 0,2%), duodenitis (0,2% vs 0,1%), oesophagale ulcus (0,2% vs 0,2%) Zelden: glossitis (< 0,1% vs 0,1%), oesophagale strictuur (< 0,1% vs 0,0%)
Troubles gastro-intestinaux: Fréquents: constipation (5,0 % vs 4,8 %), dyspepsie (4,5 % vs 4,1 %), nausées (4,3 % vs 4 ,0 %), douleurs abdominales (3,5 % vs 3,3 %), diarrhées (3,0 % vs 2,7 %) Peu fréquents: gastrite (0,9 % vs 0,7 %), oesophagite (0,9 % vs 0,9 %), dysphagie (0,4 % vs 0,2 %), duodénite (0,2 % vs 0,1 %), ulcère oesophagien (0,2 % vs 0,2 %). Rares : Glossite (< 0,1 % vs 0,1 %), sténose de l’œsophage (< 0,1 % vs 0,0 %).

Het risico op ernstige oesophagale ongewenste effecten blijkt groter te zijn bij patiënten die gaan liggen nadat ze FOSAMAX hebben ingenomen en/of die er niet in slagen het in te slikken met een groot glas water en/of bij patiënten die FOSAMAX verder innemen na het ontwikkelen van symptomen die wijzen op een oesophagale irritatie.
Le risque d’effets indésirables oesophagiens sévères semble être plus important chez les patients qui se couchent après avoir pris FOSAMAX et/ou qui n’arrivent pas à l’avaler avec un grand verre d’eau, et/ou qui continuent à prendre FOSAMAX alors qu’ils ont développé des symptômes qui suggèrent une irritation oesophagienne.

- De verzekeringstegemoetkoming van de verstrekking “spraakprothese voor permanente plaatsing in een traceo-oesophagale shunt” wordt verhoogd.
- L’intervention de l’assurance pour la prestation “Prothèse de la parole pour placement permanent dans un shunt trachéo-oesophagien” est majorée.

4° Immuungecompromiteerde patiënten met oesophagale, intestinale of respiratoire tractus laesies. Maximum 2 bepalingen per episode.
4° Patients immuno-compromis avec des lésions du tractus oesophagien, intestinal ou respiratoire.