Vertaling van "nuchtere bloedglucose " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

jejunum | nuchtere darm
jéjunum | partie de l'intestin grêle

bloedglucose, abnormaal
altération de la glycémie

management van bloedglucose
gestion de la glycémie

gestoorde nuchtere glycemie
glycémie à jeun anormale

monitoring van bloedglucose
surveillance de la glycémie

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Nuchter bloedglucose ≥ 126 mg/dl (≥ 7 mmol/l) of een niet nuchter bloedglucose ≥ 200 mg/dl (≥ 11,1
Des glycémies à jeun ≥ 126 mg/dl (≥ 7,0 mmol/l) ou des glycémies non à jeun ≥ 200 mg/dl (≥ 11,1mmol/l), au moins

(7) Nuchter bloedglucose ≥126 mg/dl (≥7,0 mmol/l) of een niet-nuchter bloedglucose van ≥200 mg/dl (≥11,1 mmol/l) bij ten minste één bepaling.
(7) Taux de glycémie à jeun ≥ 126mg/dl (≥ 7,0 mmol/l) ou taux de glycémie sans être à jeun ≥ 200mg/dl (≥ 11,1 mmol/l) au moins à une occasion.

In de 12 weken acute fase van drie klinische studies met duloxetine bij patiënten met diabetische neuropathische pijn, werden kleine maar statistisch significante verhogingen waargenomen van de nuchtere bloedglucose bij patiënten behandeld met duloxetine.
Lors de la phase aiguë de 12 semaines de trois essais cliniques étudiant la duloxétine chez les patients souffrant de douleur neuropathique diabétique, des augmentations faibles, mais statistiquement significatives de la glycémie à jeun ont été observées chez les patients sous duloxétine.

Er was ook een kleine toename van de nuchtere bloedglucose waarde en het totale cholesterol in de duloxetine behandelde groep terwijl deze lab waarden een kleine daling lieten zien in de routine groep.
Il y a eu également une faible augmentation de la glycémie à jeun et du cholestérol total dans le groupe duloxétine alors que les tests en laboratoire montrent une légère diminution de ces paramètres dans le groupe traitement usuel.

Diabetes mellitus: De frequentie zal afhankelijk zijn van de aanwezigheid of het ontbreken van risico-factoren (nuchtere bloedglucose ≥ 5,6 mmol/l, BMI > 30 kg/m 2 , verhoogde triglyceriden, voorgeschiedenis van hypertensie).
Diabète mellitus : La fréquence dépend de la présence ou de l’absence de facteurs de risque (taux de glycémie à jeun ≥ 5,6 mmol/l, IMC> 30kg/m 2 , triglycérides élevés, antécédents d’hypertension).

Diabetes mellitus: frequentie hangt af van de aan- of afwezigheid van risicofactoren (nuchter bloedglucose > 4,6 mmol/l, BMI > 30 kg/m2, verhoogde triglyceriden, voorgeschiedenis van hypertensie).
Diabète : la fréquence sera basée sur la présence ou l'absence de facteurs de risque (glycémie à jeun > 5,6 mmol/L, IMC > 30 kg/m2, triglycérides élevés, antécédent d'hypertension.

Diabetes Mellitus: frequentie hangt af van de aan- of afwezigheid van risicofactoren (nuchter bloedglucose ≥ 5,6 mmol/l, BMI> 30kg/ m 2 , verhoogde triglyceriden, geschiedenis van hypertensie).
Diabète sucré : La fréquence dépendra de la présence ou l’absence de facteurs de risque (diabète à jeun ≥ 5,6 mmol/l, IMC> 30kg/m², triglycérides élevés, antécédents d’hypertension).